Briggs & Stratton 725 Series Operator's Manual page 71

With mow n’ stow feature
Hide thumbs Also See for 725 Series:
Table of Contents

Advertisement

Available languages
  • EN

Available languages

  • ENGLISH, page 1
Kenmerken en bedieningen
1
Vergelijk de afbeelding
met uw motor om Uzelf vertrouwd te maken met de plaats
van de diverse kenmerken en bedieningen.
A. Motoridentificatie
Model Type Code
B. Bougie
C. Brandstoftank en --dop
D. Luchtfilter
E.
Startkoordgreep
F.
Peilstok
G. Olieaftapplug
H. Uitlaat
Uitlaatafscherming (optie)
Vonkenvanger (optie)
I.
Toerentalregelaar (optie)
J.
Stopschakelaar (optie)
K. Brandstofkraan (optie)
L.
Brandstoffilter (optie)
M. Vingerbeschermer
Werking
Oliecapaciteit (zie het hoofdstuk Specificaties)
Aanbevelingen voor olie
Wij raden voor de beste prestaties het gebruik aan van Briggs & Stratton
garantiegecertificeerde olie. Andere hoge kwaliteit olie is aanvaardbaar wanneer deze
geclassificeerd is "for service SF, SG, SH, SJ" of hoger. Gebruik geen speciale
toevoegingen.
De buitentemperaturen bepalen de juiste olieviscositeit voor de motor. Gebruik het
schema om de beste viscositeit te bepalen voor het verwachte buitentemperatuurbereik.
°F
*
Wordt SAE 30 olie gebruikt bij temperaturen onder 4°C, dan leidt dit tot slecht
starten.
**
Het gebruik van 10W-30 bij temperaturen boven 27°C zal resulteren in hoger
olieverbruik. Controleer het oliepeil vaker.
Olie controleren/bijvullen - Afb. 2
Voordat de olie bijgevuld of gecontroleerd wordt
Plaats de motor waterpas.
Reinig rond de olievulopening.
1. Verwijder de peilstok (A) en veeg deze af met een schone doek (Afb. 2).
2. Installeer de peilstok en draai deze vast.
3. Verwijder de peilstok en controleer het oliepeil. Het moet tot bovenaan de markering
voor vol (B) op de peilstok staan.
4. Indien laag, langzaam olie bijvullen via de olievulopening van de motor (C). Niet
overvullen. Wacht één minuut nadat u de olie hebt bijgevuld en controleer dan
opnieuw het oliepeil.
5. Breng de peilstok weer aan en draai hem vast.
Oliepeilcontrolesysteem (indien aanwezig)
Sommige motoren zijn voorzien van een sensor voor het oliepeil. Als het oliepeil te laag
is, schakelt de sensor een waarschuwingslampje in of schakelt de motor uit. Schakel de
motor uit en voer de volgende stappen uit voordat u de motor weer start.
Zorg ervoor dat de motor waterpas staat.
Controleer het oliepeil. Zie hiervoor het hoofdstuk Hoe controleren/Olie bijvullen.
Als het oliepeil te laag is, vult u de juiste hoeveelheid olie bij. Start de motor en
controleer of het waarschuwingslampje (indien aanwezig) niet gaat branden.
Als het oliepeil niet te laag is, mag de motor niet gestart worden. Neem contact op
met een officiële Briggs & Stratton-dealer om het olieprobleem te laten herstellen.
Aanbevelingen voor brandstof
Brandstof moet aan de volgende voorwaarden voldoen:
Schone, verse, loodvrije benzine.
Een minimum octaangetal van 87/87 AKI (91 RON). Zie hieronder voor gebruik op
grote hoogten.
Benzine met tot 10% ethanol (gasoline) is aanvaardbaar.
LET OP: Gebruik geen niet-goedgekeurde benzine zoals E15 en E85. Meng geen olie
door de benzine en modificeer de motor niet om deze te kunnen gebruiken met
alternatieve brandstoffen. Gebruik van niet-goedgekeurde brandstoffen zal schade
toebrengen aan motorcomponenten, die niet valt niet onder de garantie.
Meng om het brandstofsysteem tegen het vormen van gom te beschermen een
brandstofstabilisator door de brandstof. Zie Opslag. Alle brandstoffen zijn niet hetzelfde.
Wanneer er start- of prestatieproblemen optreden, verander dan van
brandstofleverancier of -merk. Deze motor is gecertificeerd om te werken op benzine.
Het emissieregelsysteem van deze motor is EM (Engine Modifications).
Grote Hoogten
Bij grotere hoogte dan 1524 meter (5000 voet) is benzine met een minimaal
octaangehalte van 85 octaan/85 AKI (89 RON) aanvaardbaar.
Bij motoren met een carburateur is afstelling voor grote hoogten vereist om aan de
verplichte uitstootwaarden te blijven voldoen. Gebruik van de motor zonder deze
afstelling zorgt voor slechtere prestaties, een hoger brandstofverbruik en een hogere
emissie. Neem contact op met een erkende Briggs & Stratton Servicedealer voor
informatie over afstelling voor grote hoogten. Gebruik van de motor op hoogten onder
762 meter (2500 voet) met de afstelling voor grote hoogten wordt niet aangeraden.
Bij motoren met elektronische brandstofinspuiting (EFI) is afstelling voor grote hoogten
niet nodig.
Brandstof bijvullen - Afb. 3
°C
Bij het toevoegen van brandstof
Schakel de motor uit en laat deze ten minste 2 minuten afkoelen voordat de
tankdop verwijderd wordt.
Vul de brandstoftank buitenshuis of in een goed geventileerde omgeving.
Giet de brandstoftank niet te vol. Vul de tank tot de onderkant van de
tankvulhals zodat de benzine voldoende ruimte heeft om uit te zetten.
Houd alle brandstof weg van vonken, open vlammen, waakvlammen, hitte en
andere ontstekingsbronnen.
Controleer brandstofslangen, tank, dop en fittingen regelmatig op barsten of
lekken. Zo nodig vervangen.
Indien brandstof gemorst wordt, wachten tot deze verdampt is voordat de motor
gestart wordt.
1. Reinig het gebied rond de tankdop. Verwijder de tankdop (A, Afb. 3).
2. Vul de brandstoftank (B) met brandstof. Giet de brandstoftank niet te vol. Vul tot de
onderkant van de vulhals van de brandstoftank (C) zodat de brandstof kan uitzetten.
3. Plaats de tankdop terug.
De motor starten
Snel terugtrekken van het startkoord (terugslag) zal uw hand en arm
sneller naar de motor toetrekken dan u kunt loslaten.
Gebroken botten, kneuzingen of verstuikingen kunnen het resultaat
zijn.
Trek bij het starten van de motor het startkoord langzaam uit tot er weerstand
gevoeld wordt en trek dan snel om terugslag te voorkomen.
Bij het starten van de motor
Zorg ervoor dat bougie, uitlaat, tankdop en luchtfilter (indien de motor hiermee is
uitgerust) op hun plaats zitten en stevig vast zitten.
Torn de motor niet indien de bougie verwijderd is.
Wanneer de motor "verzopen" is, plaats de choke (indien hiermee uitgerust) in
de stand OPEN/RUN(=aan), beweeg de toerentalbediening (indien hiermee
uitgerust) naar de stand FAST (= volgas) en torn tot de motor start.
WAARSCHUWING
Brandstof en brandstofdampen zijn uiterst brandbaar en explosief.
Brand of explosie kunnen ernstige brandwonden of de dood
veroorzaken.
Brandstoflekkage en brandgevaar.
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
Brandstof en brandstofdampen zijn uiterst brandbaar en explosief.
Brand of explosie kunnen ernstige brandwonden of de dood
veroorzaken.
nl
71

Hide quick links:

Advertisement

Table of Contents
loading

This manual is also suitable for:

128m00

Table of Contents