Honda GCV145 Owner's Manual page 53

Hide thumbs Also See for GCV145:
Table of Contents

Advertisement

Available languages
  • EN

Available languages

  • ENGLISH, page 1
PERIODIEKE ONDERHOUDSBEURT (1)
gebruik
CONTROLEPUNT
Voer uit volgens elke
aangegeven maand of
bedrijfsureninterval, wat het
eerst komt.
Brandstofleiding
Controleren
(1): Houd bij commerciële toepassingen het aantal bedrijfsuren
schriftelijk bij om het correcte onderhoudsinterval te kunnen
bepalen.
(2): Ververs de olie elke 25 uur wanneer u de motor onder zware
belasting of hoge temperaturen gebruikt.
(3): Verricht vaker onderhoud bij gebruik in een stoffige
omgeving.
(4): Onderhoud op deze punten moet worden uitgevoerd door uw
onderhoudsdealer, als u niet over het juiste gereedschap
beschikt en geen ervaren monteur bent. Zie het Honda-
werkplaatshandboek voor onderhoudsprocedures.
(5): In Europa en in andere landen waar Richtlijn 2006/42/EG
betreffende machines geldt, moet dit onderhoud worden
uitgevoerd door uw servicedealer.
Om onderhoud te verrichten aan het onderste gedeelte van het
motorblok (machine), draait u dit 90° en legt u neer met de
carburateur/luchtfilter altijd bovenaan.
Zie Figuur 8, pagina A-3.
BRANDSTOF TANKEN
Zie Figuur 7, pagina A-3.
Aanbevolen brandstof
Loodvrije benzine
V.S.
Pompoctaangetal (PON) van 86 of hoger
Uitgezonderd
RON-octaangetal van 91 of hoger
de V.S.
Pompoctaangetal (PON) van 86 of hoger
Brandstofspecificatie(s) die nodig zijn om de prestaties van het
emissieregelingssysteem te handhaven: brandstof met referentie
E10 in de EU-regeling.
Deze motor is alleen vrijgegeven voor gebruik met loodvrije
benzine met een research-octaangehalte (RON) van 91 of hoger
(een pompoctaangehalte (PON) van 86 of hoger).
Vul brandstof bij in een goed geventileerde ruimte en met de
motor uit. Als de motor gedraaid heeft, laat deze eerst afkoelen.
Vul de tank nooit bij in een ruimte waar benzinedamp in contact
kan komen met open vuur of vonken.
U kunt loodvrije benzine gebruiken die maximaal 10
volumeprocent ethanol (E10) of 5 volumeprocent methanol bevat.
Daarnaast moet de methanol verdunners en corrosieremmers
bevatten. Gebruik van brandstoffen met een hoger ethanol- of
methanolgehalte dan hierboven is aangegeven, kan leiden tot
start- en/of prestatieproblemen. Er kan dan ook schade optreden
aan metalen, rubberen en kunststoffen onderdelen van het
brandstofsysteem. De garantie dekt geen motorschade of
prestatieproblemen die het gevolg zijn van het gebruik van een
brandstof met een hoger percentage ethanol of methanol dan
hierboven is aangegeven.
Benzine is een uiterst licht ontvlambare en
explosieve stof.
U kunt brandwonden of ernstig letsel oplopen in de
omgang met brandstof.
• Zet de motor uit en laat hem afkoelen voordat u
met benzine omgaat.
• Houd warmte, vonken en vlammen uit de buurt.
• Vul de tank uitsluitend buiten.
• Blijf op afstand van uw voertuig.
• Verwijder gemorste brandstof onmiddellijk.
Alle
Eerste
Elke 3
Elke 6
Elk jaar
150
maand
maanden
maanden
of
uur
of
of
of
100 uur
5 uur
25 uur
50 uur
Elke 2 jaar (indien nodig vervangen) (4)
Elke
Raadpleeg
ATTENTIE
2 jaar
pagina
of
Brandstof kan verf of bepaalde soorten plastic beschadigen. Zorg
250
ervoor dat u geen brandstof morst bij het vullen van de
uur
brandstoftank. Schade die door gemorste brandstof veroorzaakt
wordt, valt niet onder de garantie.
Werkplaats
handboek
Gebruik nooit oude of vervuilde benzine of benzine waaraan olie
is toegevoegd. Zorg dat er geen vuil of water in de brandstoftank
terechtkomt.
Raadpleeg voor het bijvullen met brandstof de instructies
meegeleverd met de door deze motor aangedreven apparatuur.
1. Zet de motor af en plaats hem op een horizontaal oppervlak,
verwijder de brandstoftankdop en controleer het brandstofniveau.
Vul de tank bij als het brandstofniveau laag staat.
2. Vul de brandstoftank bij tot het bovenste streepje. Veeg
gemorste brandstof weg voordat u de motor start.
3. Vul zorgvuldig bij om morsen van brandstof te voorkomen.
Doe niet te veel brandstof in de tank (er mag geen brandstof in
de vulhals staan). Eventueel moet u het brandstofniveau iets
verlagen, afhankelijk van de gebruiksomstandigheden. Breng
na het bijvullen de tankdop aan en zet deze stevig vast.
Blijf met benzine uit de buurt van waakvlammen, barbecues,
elektrische huishoudelijke apparatuur, elektrisch gereedschap, enz.
Gemorste benzine levert niet alleen een brandgevaar op, maar
veroorzaakt ook milieuverontreiniging. Veeg gemorste benzine
direct weg.
MOTOROLIE
Olie heeft een belangrijke invloed op de prestaties en de
levensduur. Gebruik olie voor 4-takt automotoren met reinigende
eigenschappen.
Aanbevolen olie
Zie Figuur 10, pagina A-3.
Gebruik 4-taktmotorolie die voldoet aan de eisen voor API-
classificatie SE of hogere klasse (of gelijkwaardig). Controleer
altijd het API-servicelabel op de olieverpakking om te zien of de
aanduidingen SE of hogere klasse (of gelijkwaardig) vermeld
staan.
Specificaties van smeerolie die nodig zijn om de prestaties van het
emissieregelingssysteem te handhaven: originele olie van Honda.
SAE 10W-30 wordt aanbevolen voor algemene
gebruiksdoeleinden. Andere viscositeitsklassen die in het schema
staan aangegeven, kunt u gebruiken als de gemiddelde
temperatuur in uw omgeving binnen het aangeduide bereik ligt.
Controle olieniveau
Zie Figuur 9, pagina A-3.
1. Verwijder de olievuldop/peilstok en veeg deze schoon.
2. De oliepeilstaaf in de olievulhals steken maar niet inschroeven.
3. Vul tot het hoogste peil van de oliepeilstok bij met de
aanbevolen olie indien het peil laag is.
4. Breng de olievuldop/peilstok aan.
ATTENTIE
De motor laten draaien met een laag olieniveau kan schade aan de
motor veroorzaken. Dit soort schade valt niet onder de garantie.
Olie verversen
Zie Figuur 9, pagina A-3 en figuur 11, pagina A-3.
Tap de verbruikte olie af terwijl de motor warm is.Warme olie
stroomt snel en gemakkelijk uit de motor.
NEDERLANDS
4

Hide quick links:

Advertisement

Table of Contents
loading

This manual is also suitable for:

Gcv200Gcv170

Table of Contents