Download Print this page

Advertisement

Available languages
  • EN

Available languages

  • ENGLISH, page 1
Handleiding – Viscount CantorumVI
Om een GEHEUGEN op te slaan, drukt u op [SET] samen met één van de geheugentoetsen
(toetsen [1] tot [6]). Druk, zo nodig, eerst op de [BANK] toets om van geheugenbank te
veranderen.
Om een GEHEUGEN OP TE ROEPEN drukt u op de gewenste toets (toetsen [1] tot [6]). Druk op
de [BANK] toets om te schakelen tussen geheugens 1-6 van Bank A en geheugens 1-6 van Bank B.
Om een geheugen van de andere bank op te roepen dient u eerst op de [BANK] toets te drukken en
daarna op de gewenste geheugentoets.
Wanneer een geheugen geactiveerd is, bestaat de mogelijkheid om gelijktijdig alle registers uit te
schakelen (dit wordt doorgaans 'Cancel' genoemd). Dit gebeurt door de toets van het actieve
geheugen een paar seconden lang in gedrukt te houden. In deze situatie blijft het orgel doorgaan met
het versturen van MIDI boodschappen, waardoor het mogelijk is dat de Cantorum VI als een "mute
keyboard" (of Master Keyboard) te laten fungeren, die in staat is om, zonder zelf geluid voort te
brengen, andere keyboards, orgels en Sequencers aan te sturen. Het kan bij voorbeeld nuttig zijn om
het instrument te verbinden met een ander Viscount orgel of expander (zoals de CM1000) om op
deze instrumenten muziek te maken. Om weer verder te spelen op de Cantorum VI drukt u weer op
een geheugenknop of schakelt u een of meer registers in.

4.4 SEQUENCER

De Cantorum VI heft een ingebouwde Sequencer waarmee opgenomen bespelingen (d.w.z. MIDI
tracks (sporen, kanalen) met de gespeelde noten met inbegrip van alle gemaakte
registratieveranderingen tijdens de opname) kunnen worden weergegeven. Voor het opnemen zijn
twee tracks beschikbaar, die kunnen worden gekozen door de [TRACK] toets in te drukken.
Voor het OPNEMEN VAN EEN TRACK dient u eerst een track voor opname te kiezen (de actieve
track wordt aangegeven door de LED van de betreffende [TRACK] toets), druk daarna op [REC]
en vervolgens op de [START/STOP] toets om de opname te starten. Aan het eind van de bespeling
dient de opname te worden gestopt door het opnieuw indrukken van [START/STOP].
Bedenk dat aan het begin van de opname (door indrukken van de [START/STOP] toets) de actuele
registerconfiguratie (registratie) ook wordt opgeslagen in de gekozen Track. Wij raden u aan om
eerst te controleren of de ingestelde registratie ook inderdaad de gewenste is. Is dat niet het geval,
dan activeert u, na het indrukken van de [REC] toets, eerst de gewenste registers en start vervolgens
de opname door het indrukken van de [START/STOP] toets.
NL - 11

Hide quick links:

Advertisement

loading