Advertisement
Bij elke plotselinge of aanzienlijke luchtdrukverandering wijzigen de weersymbooltjes
overeenkomstig om de weersverandering aan te geven. Als de weerplaatjes niet veranderen
betekent dit dat de luchtdruk niet veranderd is, of dat de wijziging te traag is geweest om door het
weerprojectiestation te kunnen worden geregistreerd. Als het vertoonde weersymbooltje een zon of
regenwolk is, zal het niet veranderen als het weer beter (zonnetje) of slechter (regenwolkje) wordt,
omdat de weersymbooltjes dan reeds in hun uiterste positie staan.
De vertoonde weersymbooltjes voorspellen het weer in de zin van verbeteren of verslechteren,
niet noodzakelijkerwijs als zonnig of regenachtig, waar de plaatjes letterlijk genomen voor staan.
Als bijvoorbeeld het huidige weer bewolkt is en het weersymbooltje van regen wordt afgebeeld,
dan betekent dit niet dat het toestel defect is, maar laat het zien dat de luchtdruk gedaald is en dat
het weer verwacht wordt slechter te worden; het hoeft niet noodzakelijkerwijs te gaan regenen.
Na het opstarten dienen de weersvoorspellingen van de volgende 12-24 uur
te worden geannuleerd. Het Weerstation heeft namelijk enige tijd nodig om
op constante hoogte luchtdrukgegevens te verzamelen voordat het accurate
voorspellingen kan geven.
Zoals normaal bij weersvoorspellingen kan geen absolute precisie gegarandeerd
worden. De weersvoorspellingen hebben een geschatte precisie van ongeveer
75% vanwege de verschillende functies waarvoor het Weerstation ontworpen is. In
gebieden die onderhevig zijn aan plotselinge weersveranderingen (bijvoorbeeld van
zonnig naar regen) zal het Weerstation meer precies zijn dan in gebieden waar het
weer stabiel is (b.v. hoofdzakelijk zonnig).
Als het Weerstation naar een andere locatie verhuisd die aanzienlijk hoger of
lager dan de vorige (b.v. van de parterre van een huis naar de eerste verdieping),
verwijder dan de batterijen en plaats ze pas weer na ongeveer 30 seconden.
Hierdoor zal het Weerstation de hoogtewijziging niet verkeerd interpreteren als
een wijziging in luchtdruk. Sla opnieuw geen acht op de weervoorspellingen van de
eerste 12-24 uur want het toestel het tijd nodig op constante hoogte te functioneren.
De prognosepijltjes
De weerplaatjes werken in combinatie met de prognosepijltjes (naar boven en naar beneden
wijzende pijltjes). Wanneer de indicator naar boven wijst betekent dit dat de luchtdruk stijgt en het
weer verwacht wordt te verbeteren. Wijst het pijltje echter naar beneden, dan betekent dit dat de
luchtdruk daalt en het weer verwacht wordt te verslechteren.
Zo kunnen we afl ezen in welke mate het weer veranderd is en nog verwacht wordt te zullen
veranderen. Als bijvoorbeeld het weerpijltje naar beneden wijst en het wolkje met zonnetje
worden vertoond, dan was de laatst merkbare weersverandering toen het zonnig weer was (enkel
weersymbooltje van zon). De volgende verandering zal dus het pictogram van het regenwolkje zijn
want het pijltje wijst naar beneden.
Als de weerpijltjes een verandering in luchtdruk hebben geregistreerd, blijven ze
permanent op het scherm staan.
100
8. DCF-Empfang
Die Wetterstation ist in der Lage, das sog. DCF-Signal
zu empfangen und auszuwerten. Dabei handelt es sich
um ein Signal, das von einem Sender in Mainfl ingen (nahe
Frankfurt am Main) ausgesendet wird. Dessen Reichweite
beträgt bis zu 1500km, bei idealen Empfangsbedingungen
sogar bis zu 2000km. Das DCF-Signal beinhaltet unter
anderem die genaue Uhrzeit (Abweichung theoretisch
1 Sekunde in einer Million Jahre!) und das Datum.
Selbstverständlich entfällt auch das umständliche
manuelle Einstellen der Sommer- und Winterzeit.
Der erste DCF-Empfangsversuch wird immer
bei Erstinbetriebnahme (Einlegen der Batterien)
durchgeführt, wenn die Erkennung und Anmeldung
der Außensensoren abgeschlossen ist.
Die Erkennung des DCF-Signals und dessen Auswertung kann einige Minuten dauern.
Bewegen Sie in dieser Zeit die Wetterstation nicht. Betätigen Sie keine Tasten auf
der Wetterstation. Stellen Sie die Wetterstation nicht neben elektrische/elektronische
Geräte und nicht in die Nähe von Kabeln, Steckdosen oder Metallteilen. Ein schlechter
Empfang ist auch zu erwarten z.B. bei metallbedampften Isolierglasfenstern,
Stahlbetonbauweise, beschichteten Spezialtapeten oder in Kellerräumen.
Der normale tägliche DCF-Empfangsversuch und die Korrektur der Quarzuhr in der Wetterstation
erfolgt täglich morgens um 02:00 Uhr und um 03:00 Uhr. Bleibt der Empfang bis 03:00 Uhr
erfolglos, so wird bis 06:00 Uhr zu jeder vollen Stunde ein neuer Empfangsversuch gestartet. Ist
bis 06:00 Uhr kein erfolgreicher Empfang zu verzeichnen, so fi ndet der nächste Empfangsversuch
erst wieder am nächsten Morgen um 02:00 Uhr statt. Ein einziger Empfang pro Tag genügt, um die
tägliche Genauigkeitsabweichung unter 1 Sekunde zu halten.
Der Empfangsversuch in der Nacht hat den Vorteil, dass hier sehr wenige
elektrische/elektronische Geräte eingeschaltet sind (Fernseher, Computer usw.)
und auch atmosphärische Störungen geringer sind. Der Empfang ist damit sicherer
und besser (höhere Reichweite zum DCF-Sender möglich).
Nach dem erfolgreichen Anmelden eines Außensensors blinkt das DCF-Empfangssymbol
oben im Display, die Wetterstation sucht nach dem DCF-Signal. Nachdem ein gültiges Signal
empfangen wurde, bleibt das DCF-Symbol permanent sichtbar und die Uhrzeit wird angezeigt.
Blinkt das Symbol, ohne dass die korrekte Zeit nach 10-20 Minuten erscheint, bzw. ist das
DCF-Symbol nicht mehr sichtbar, so verändern Sie den Aufstellungsort der Wetterstation.
1500 km
2000 km
13
Advertisement
Chapters
