Advertisement
6. De meetgegevens van de tweede buitenzender, alsook het symbool "kanaal 2" dienen nu op
het weerstation te worden aangegeven. Is dit niet binnen 2 minuten het geval, dan dienen de
batterijen uit alle apparaten te worden verwijderd en dient een nieuwe basisinstelling vanaf stap
1 hierboven te worden doorgevoerd.
7. Zodra het symbool "kanaal 2" en diens buitenbereikgegevens op het weerstation worden
afgebeeld, kunnen de batterijen in de derde buitenzender worden geplaatst. Binnen 2 minuten
moeten nu de gegevens van de derde buitenzender ("kanaal 3") worden weergegeven.
Worden de gegevens van de derde buitenzender goed ontvangen, dan schakelt het
kanaalsymbool terug naar "1". Is dat niet het geval, dan dient een nieuwe basisinstelling vanaf
stap 1 hierboven te worden doorgevoerd.
De batterijen dienen tenminste binnen 10 seconden na ontvangst van de
buitenbereikgegevens van de tweede buitenzender in de derde buitenzender te
worden geplaatst.
8. Om te zorgen voor een toereikende 868 MHz signaaloverdracht is het noodzakelijk om
onder de juiste omstandigheden tussen de uiteindelijke montageplaatsen van weerstation
en buitenzenders een afstand van niet meer dan 100 m aan te houden (zie de instructies in
paragraaf 7 H en 8 A/B).
Wanneer de bovenstaande beschrijving voor het instellen van extra buitenzenders
niet exact wordt gevolgd dan kunnen er overdrachtsproblemen ontstaan. Mochten
dergelijke problemen zich voordoen, dan dienen de batterijen uit alle apparaten te
worden verwijderd en is opnieuw instellen vanaf stap 1 noodzakelijk.
Wanneer het batterijvermogen onvoldoende is, wordt een batterijtoestandsymbool weergegeven.
Het batterijsymbool voor het bereik "indoor" (rechtsboven) geeft aan dat de batterijen van
het weerstation moeten worden verwisseld. Het batterijsymbool "outdoor"(rechtsonder) heeft
betrekking op de buitenzender.
90
verändert hat oder wie es sich ändern könnte. Wird z. B. der nach unten gerichtete Pfeil gleichzeitig
mit den Symbolen der bewölkten Sonne angezeigt, so fand die letzte erkennbare Wetteränderung
während einer sonnigen Periode statt (d. h. es wurde nur das Sonnensymbol angezeigt). Da
der Tendenzpfeil nach unten zeigt, heißt dies weiter, dass die nächste Wetteränderung das
Regensymbol zur Anzeige bringen wird.
Hat die Wettertendenzanzeige erstmals eine Änderung des Luftdrucks registriert, so
bleibt sie permanent auf dem LCD-Bildschirm sichtbar.
N) Anzeige von Raumtemperatur und Raumluftfeuchtigkeit
Die Raumtemperatur- und Raumluftfeuchtigkeitsdaten werden ständig automatisch gemessen und
in der Sektion rechts oben des LCD-Bildschirms angezeigt.
O) Anzeige der Aussentemperatur
Die Sektion rechts unten des LCD-Bildschirms zeigt die Außentemperatur und ein Außensender-
Empfangssignal. Wird mehr als ein Außensender verwendet, so wird hier auch die Kennziffer des
empfangenen Außensenders angezeigt.
P) Anzeige der gespeicherten maximalen und minimalen Innenraumdaten
1. Drücken Sie im normalen Anzeigemodus drei Mal die Taste „MIN/ MAX" (2). Die maximale
Raumtemperatur und Raumluftfeuchtigkeit wird angezeigt. Gleichzeitig wird die Zeit der
Temperaturspeicherung angezeigt.
2. Drücken Sie die Taste „MIN/ MAX" (2) ein weiteres Mal zur Anzeige der minimalen
Raumtemperatur und Raumluftfeuchtigkeit. Auch hier wird gleichzeitig der Zeitpunkt der
Temperaturspeicherung angezeigt.
Q) Rückstellung der maximalen und minimalen Innenraumdaten
1. Drücken Sie im normalen Anzeigemodus mehrfach die Taste „MIN/ MAX" (2), bis die
gespeicherten maximalen Innenraumwerte angezeigt werden.
2. Drücken und halten Sie die Taste „SET" (1) für etwa drei Sekunden. Dies wird alle gespeicherten
maximalen und minimalen Innenraumwerte auf deren aktuelle Temperatur, Luftfeuchtigkeit
sowie Zeit und Datum zurückstellen.
Gleichzeitig
werden
die
Außentemperaturen des aktuell angezeigten Außensenders auf deren aktuelle
Werte zurückgestellt.
gespeicherten
maximalen
und
minimalen
23
Advertisement
Chapters
