Download Print this page

Montage, Anschluss - Conrad 75 07 81 Operating Instructions Manual

Digital code lock

Advertisement

• Betreiben Sie das Codeschloss nicht in Räumen oder bei widrigen
Umgebungsbedingungen, in/bei welchen brennbare Gase Dämp-
fe oder Stäube vorhanden sind oder vorhanden sein können.
• Wenn ein gefahrloser Betrieb nicht mehr möglich ist, so ist das
Gerät außer Betrieb zu setzen und gegen unbeabsichtigten
Betrieb zu sichern. Es ist anzunehmen, dass ein gefahrloser
Betrieb nicht mehr möglich ist, wenn
- das Gerät sichtbare Beschädigungen aufweist,
- das Gerät nicht mehr arbeitet und
- nach längerer Lagerung unter ungünstigen Verhältnissen
oder
- nach schweren Transportbeanspruchungen.

Montage, Anschluss

Achtung!
Die Installation darf nur durch eine Fachkraft erfolgen, die mit
den Sicherheitsvorschriften hinsichtlich der Elektroinstallation
vertraut ist.
Allgemeines für die Montage und Inbetriebnahme
Im Folgenden sind die verschiedenen Anschlüsse kurz beschrieben
und die Tonsignale, die bei der Bedienung zu erwarten sind:
• Beim Versorgungsanschluss (rot und schwarz) spielt die Polarität
keine Rolle.
• Den Leuchtdioden (farbige Leitungen) ist jeweils ein 1,5 k-Ohm-
Strombegrenzungswiderstand vorgeschaltet.
• Die Relaisausgänge (farbige Leitungen) bestehen jeweils aus
einem Mittenkontakt "COM" einem "NO"- (Normal offen) und
einem "NC"- (Normal geschlossen) Kontakt.
• Der Sabotage-Kontakt (farbige Leitungen) ist normal geschlossen
(NC), wenn das Bedienteil auf dem Rahmen montiert ist. Wird das
Gehäuse des Codeschlosses aus irgendeinem Grund geöffnet,
8
2c5 De korte code bestaat uit de eerste twee cijfers van de gebrui-
kerscodes. Als de gebruikerscodes van groep 1 of 2 in de
"Start/Stop modus met korte code" geprogrammeerd werden, is
het mogelijk om de uitgangen 1 of 2 met de korte codes te beheren.
Met de korte codes kunnen de uitgangen 1 en 2 geactiveerd wor-
den. Om ze te deactiveren, m.a.w. uit te schakelen, moet evenwel
de volledige gebruikerscode "xxxx" ingevoerd worden (vier tot acht
cijfers, dus niet enkel de eerste twee cijfers).
Voorbeeld: uitgang 1 werd geprogrammeerd voor de "Start/Stop
modus met korte code" (toegangssleutel 42). Een volledige
gebruikerscode van groep 1 luidt b.v. 9270. Dan is de korte code
in zo´n geval: 92.
Een tweede gebruikerscode van groep 1 luidt b.v. 22898, de kor-
te code is hier 22.
92 #
Relais (uitgang) 1 start (=in)
9270 #
Relais (uitgang) 1 stopt (=uit)
22 #
Relais (uitgang) 1 start (=in)
22898 #
Relais (uitgang) 1 stopt (=uit)
2c6 Om de veiligheidsblokkering te controleren, moet u achtereen-
volgens foute codes invoeren. Het systeem beschouwt vier cijfers
als één code en "antwoordt" 5 x met piep voor elke foute code.
Als de code 10 keer foutief ingevoerd wordt, zal het cijferblok/sys-
teem geblokkeerd worden, d.w.z. dat de normale modus van het
codeslot pas na 15 minuten weer opnieuw mogelijk zal zijn. Met de
mastercode kunt u te allen tijde deze blokkering opheffen.
3289 #
De blokkering werd opgehefd, het systeem
bevindt zich weer in de normale modus.
3 Programma wijzigen
Het is te allen tijde mogelijk om de geprogrammeerde gegevens
zoals gebruikerscodes, tijden voor de deuropener e.d. te wijzigen.
Doe het volgende:
113

Advertisement

Chapters

loading