Download Print this page

Voreinstellungen - Conrad 75 07 81 Operating Instructions Manual

Digital code lock

Advertisement

Voreinstellungen (Vorprogrammierung)
Vor der ersten Inbetriebnahme sind ein paar Voreinstellungen erfor-
derlich. Im Folgenden möchten wir Ihnen verschiedene Möglichkei-
ten dieser Programmierung, u. a. auch mit Beispielen, darstellen.
Hinweis!
Es dürfen nicht mehr als 10 Sekunden zwischen den Tasten-
betätigungen vergehen, sonst werden die vorherigen Eingaben
gelöscht.
a) Universal-Zugang DAP
Dabei handelt es sich um eine Steckbrücke, einem sog. Jumper und
3 Stiftsockel auf der Bestückungsseite der Platine. DAP = Direct
Access to Programming, was soviel bedeutet wie der direkte Pro-
grammierzugriff.
Sollten Sie einmal Ihren Master-Code vergessen haben, oder dieser
nicht mehr funktionieren, gehen Sie, wie folgt, vor:
- Trennen Sie Ihr Codeschloss von der Betriebsspannung
- Stecken Sie die Steckbrücke DAP (2) von "OFF" auf "ON"
- Schließen Sie die Betriebsspannung an Ihr Codeschloss wieder
an (Dauerton bi...ep)
- Stecken Sie die Steckbrücke DAP (2) von "ON" auf "OFF" (Ton
aus)
Sie befinden sich jetzt im Programmiermodus -- das Gerät im
Grundzustand, in der werksseitigen Einstellung. Alle vorher einge-
gebenen Daten sind gelöscht. Sie können nun alle Einstellungen
vornehmen. Diese Einstellungen finden Sie in diesem Kapitel, und
im Kap. "Programmierung und Gebrauch...". Sie müssen in diesen
Fall den Master-Code gefolgt vom *-Taster nicht mehr eingeben.
b) Werkseinstellung des Mastercodes
Für den ersten Zugriff auf die Programmierung wurde der soge-
nannte Mastercode "0000" werksseitig eingestellt. Ist das Code-
12
Waarschuwing!
De DURESS code heeft twee uitwerkingen. Hij activeert de
Open Collector en gelijktijdig uitgang 1, net als bij de invoer van
gebruikerscode 1. De DURESS code kan te allen tijde uitgang 1
in- of uitschakelen (Start/Stop modus), maar hij kan de Open
Collector niet terugzetten. Deze procedure is voorbehouden
voor gebruikerscode 1.
1c4 De korte code bestaat uit de eerste twee cijfers van gebruikers-
code 1 of 2. Als de gebruikerscode in de "Start/Stop modus met
korte code" geprogrammeerd werd, is het mogelijk om de uitgan-
gen 1 of 2 met de korte code te beheren. Met de code kunnen de
uitgangen 1 en 2 geactiveerd worden. Om ze te deactiveren, m.a.w.
uit te schakelen, moet evenwel de volledige gebruikerscode "xxxx"
ingevoerd worden (dus niet enkel de eerste twee cijfers).
Voorbeeld: uitgang 1 werd geprogrammeerd voor de
"Start/Stop modus met korte code" (toegangssleutel 42). De
volledige gebruikerscode luidt b.v. 9270. Dan is de korte code
in zo´n geval: 92.
92 #
Uitgang 1 start (=in).
9270
Uitgang 1 stopt (=uit).
1c5 Om de veiligheidsblokkering te controleren, moet u achtereen-
volgens foute codes invoeren. Het systeem beschouwt vier cijfers
als één code en "antwoordt" 5 x met piep voor elke foute code. Als
de code 10 keer foutief ingevoerd wordt, zal het cijferblok/systeem
geblokkeerd worden, d.w.z. dat de normale modus van het codeslot
pas na 15 minuten weer opnieuw mogelijk zal zijn. Met de master-
code kunt u te allen tijde deze blokkering opheffen.
3289 #
De blokkering werd opgehefd, het systeem bevindt
zich weer in de normale modus.
109

Advertisement

Chapters

loading