Inhoudsopgave Veiligheidsvoorschriften ..vi Omgaan met apparaten die gevoelig zijn voor stati- sche elektriciteit . . 35 Kennisgeving lithiumbatterij . . vi Externe opties installeren . . 36 Veiligheidsvoorschriften voor de modem . vii De plaats van de aansluitingen aan de voorkant Verklaring van conformiteit met laserrichtlijnen .
Page 6
Systeemwachtwoord . . 78 Fax Class 1-opdrachten . 88 Configuratiewachtwoord . . 78 Fax Class 2-opdrachten . 88 Een wachtwoord instellen, wijzigen of wissen . . 78 Spraakopdrachten . . 89 Beveiligingsprofiel per apparaat . 78 Een opstartapparaat kiezen . .
Veiligheidsvoorschriften GEVAAR Elektrische stroom van lichtnet-, telefoon- en communicatiekabels is gevaarlijk. Houd u ter voorkoming van een schok aan het volgende: v Sluit tijdens onweer geen kabels aan en ontkoppel ze niet; voer ook geen installatie-, onderhouds- of configuratiewerkzaamheden aan dit product uit tijdens onweer.
réseaux, aux systèmes de té lécommunication et aux modems (sauf instruction contraire mentionnée dans les procédures d’installation et de configuration). v Lorsque vous installez, que vous déplacez, ou que vous manipulez le présent produit ou des périphériques qui lui sont raccordés, reportez-vous aux instructions ci-dessous pour connecter et déconnecter les différents cordons.
Veiligheidsvoorschriften voor de modem Neem ter voorkoming van brand, elektrische schokken of verwondingen bij het gebruik van telefonische apparatuur altijd de volgende voorzorgsmaatregelen in acht: v Installeer geen telefoonbedrading tijdens onweer. v Installeer geen telefoonaansluitingen in natte ruimtes tenzij de aansluiting spe- ciaal ontworpen is voor gebruik in natte ruimtes.
Page 10
Sommige CD-ROM-stations of DVD-stations bevatten een ingebouwde laserdiode van klasse 3A of 3B. Let op het volgende. GEVAAR Laserstraling indien geopend. Kijk niet in de laserstraal en vermijd direct contact met de laserstraal. DANGER: Certains modèles d’ordinateurs personnels sont équipés d’origine d’une unité de CD-ROM ou de DVD-ROM.
Overzicht Hartelijk gefeliciteerd met uw aanschaf van een IBM-computer. In deze computer zijn de nieuwste ontwikkelingen verwerkt op het gebied van PC-technologie en kan naar indien nodig worden uitgebreid. Deze publicatie beschijnt een aantal computermodellen. Aan de hand van de infor- matie in dit gedeelte kunt u bepalen welk computermodel u hebt en kunt u het hoofdstuk opzoeken dat informatie voor uw computer bevat.
Het computermodel vaststellen Zie Hoofdstuk 1, “Typen 8301 en 8302” op pagina 1. Zie Hoofdstuk 2, “Typen 8303, 8304 en 8312” op pagina 9. Zie Hoofdstuk 3, “Typen 8305, 8306, 8309 en 8313” op pagina 31. Zie Hoofdstuk 4, “Typen 8307, 8308, 8310, 8311, 8314 en 8315”...
Hoofdstuk 1. Typen 8301 en 8302 Dit hoofdstuk bevat een inleiding over de voorzieningen die voor de computer beschikbaar zijn. Belangrijk Lees voordat u een optie installeert of verwijdert eerst “Veiligheidsvoorschriften” op pagina v. Deze voorzorgsmaatregelen en richtlij- nen zorgen dat u veilig kunt werken. Voorzieningen In dit gedeelte vindt u een overzicht van de voorzieningen en de vooraf geïnstal- leerde software.
Page 14
Voorzieningen voor systeembeheer v RPL (Remote Program Load) en DHCP (Dynamic Host Configuration Protocol) v Wake on LAN v Wake on Ring (in het programma IBM BIOS Setup heet deze voorziening Serial Port Ring Detect voor een externe modem en Modem Ring Detect voor een interne modem) v Beheer op afstand v Opstartvolgorde bij automatisch opstarten...
Page 15
Opmerking: Deze besturingssystemen zijn niet in alle landen beschikbaar. v Microsoft ® ® Windows XP Home v Microsoft Windows XP Professional v Microsoft Windows 2000 Professional Geteste besturingssystemen v Microsoft Windows NT Workstation Versie 4.0 v Microsoft Windows 98 Second Edition v OS/2 ®...
Specificaties In dit gedeelte vindt u de fysieke specificaties van uw computer. Afmetingen Warmte-afgifte (bij benadering): Hoogte: 11 cm Minimumconfiguratie: 75 Watt Breedte: 31 cm Maximumconfiguratie: 145 Watt Diepte: 34,3 cm Luchtverplaatsing Gewicht Ongeveer 0,40 kubieke meter per minuut Minimumconfiguratie bij levering: 8,1 kg Geluidsniveau Maximumconfiguratie: 9,1 kg Gemiddelde geluidsproductie:...
Beschikbare opties Enkele beschikbare opties: v Externe opties – Parallelle apparaten, zoals printers en externe stations – Seriële apparaten, zoals externe modems en digitale camera’s – Audioapparatuur, zoals externe luidsprekers voor het geluidssysteem – USB-apparaten, zoals printers, joysticks en scanners –...
Externe opties installeren In dit gedeelte worden de externe aansluitingen van de computer beschreven, waarop u externe opties kunt aansluiten, zoals externe luidsprekers, een printer of een scanner. Voor sommige externe opties moet u aanvullende software installeren. Als u een externe optie toevoegt, kunt u met behulp van de instructies die bij de optie zijn geleverd de optie aansluiten en de vereiste software of stuur- programma’s installeren.
De plaats van de aansluitingen aan de achterkant van de com- puter In onderstaande afbeelding ziet u waar de aansluitingen zich aan de achterkant van de computer bevinden. 1 Seriële aansluiting 8 Microfoonaansluiting 2 Muisaansluiting 9 USB-aansluitingen 3 Parallelle poort 10 VGA-beeldschermaansluiting 4 Ethernet-aansluiting 11 Seriële poort...
Page 20
Aansluiting Beschrijving Seriële aansluiting Hierop sluit u een externe modem, seriële printer of een ander apparaat aan dat gebruikmaakt van een 9-pens seriële aanslui- ting. Muisaansluiting Hierop kunt u een muis, trackball of een ander aanwijsapparaat aansluiten dat geschikt is voor een standaardmuisaansluiting. Parallelle poort Gebruikt voor het aansluiten van een parallelle printer, paral- lelle scanner of andere apparaten die gebruik maken van een...
Hoofdstuk 2. Typen 8303, 8304 en 8312 Dit hoofdstuk bevat een inleiding over de voorzieningen en opties die voor de computer beschikbaar zijn. De mogelijkheden van uw computer zijn gemakkelijk uit te breiden. U kunt geheugen, stations en adapters toevoegen. Raadpleeg bij het installeren van een optie zowel deze instructies als de instructies die bij de optie zijn geleverd.
Page 22
Connectiviteit v 10/100 Mbps geïntegreerde Intel Ethernet-controller met ondersteuning van de ® voorziening Wake on LAN v Softmodem V.90/V.44 (bepaalde modellen) Voorzieningen voor systeembeheer v RPL (Remote Program Load) en DHCP (Dynamic Host Configuration Protocol) v Wake on LAN v Wake on Ring (in het programma IBM BIOS Setup heet deze voorziening Serial Port Ring Detect voor een externe modem en Modem Ring Detect voor een interne modem) v Beheer op afstand...
Page 23
v Opstarten zonder diskettestation, toetsenbord of muis v Werkstand Onbewaakt starten v Diskette- en vaste-schijfstationbesturing v I/O-besturing van seriële en parallelle poort v Beveiligingsprofielen per apparaat Door IBM vooraf geïnstalleerde software Mogelijk is de computer geleverd met vooraf geïnstalleerde software. Deze bestaat uit een besturingssysteem, stuurprogramma’s voor de ingebouwde voorzieningen en overige ondersteunende software.
Specificaties In dit gedeelte vindt u de fysieke specificaties van uw computer. Afmetingen Warmte-afgifte (bij benadering): Hoogte: 10,4 cm Minimumconfiguratie: 75 Watt Breedte: 36 cm Maximumconfiguratie: 235 Watt Diepte: 41,2 cm Luchtverplaatsing Gewicht Ongeveer 0,45 kubieke meter per minuut Minimumconfiguratie bij levering: 8,1 kg Geluidsniveau Maximumconfiguratie: 9,1 kg Gemiddelde geluidsproductie:...
Beschikbare opties Enkele beschikbare opties: v Externe opties – Parallelle apparaten, zoals printers en externe stations – Seriële apparaten, zoals externe modems en digitale camera’s – Audioapparatuur, zoals externe luidsprekers voor het geluidssysteem – USB-apparaten, zoals printers, joysticks en scanners –...
v Ga voorzichtig met de onderdelen om. Pak adapters en geheugenmodules bij de randen vast. Raak nooit onbeschermde elektronische componenten aan. v Zorg dat ook anderen de componenten niet aanraken. v Wanneer u een nieuwe optie installeert, houd dan de antistatische verpakking met de optie minstens 2 seconden tegen een metalen afdekplaatje van een uitbreidingssleuf of een ander ongeverfd metalen oppervlak op de computer.
De plaats van de aansluitingen aan de achterkant van de com- puter In onderstaande afbeelding ziet u waar de aansluitingen zich aan de achterkant van de computer bevinden. 1 Seriële aansluiting 9 Audio-lijnuitgang 2 Muisaansluiting 10 Microfoonaansluiting 3 Parallelle poort 11 USB-aansluitingen 4 Ethernet-aansluiting 12 VGA-beeldschermaansluiting...
Aansluiting Beschrijving Seriële aansluiting Hierop sluit u een externe modem, seriële printer of een ander apparaat aan dat gebruikmaakt van een 9-pens seriële aanslui- ting. Muisaansluiting Hierop kunt u een muis, trackball of een ander aanwijsapparaat aansluiten dat geschikt is voor een standaardmuisaansluiting. Parallelle poort Gebruikt voor het aansluiten van een parallelle printer, paral- lelle scanner of andere apparaten die gebruik maken van een...
De kap verwijderen Belangrijk Lees eerst “Veiligheidsvoorschriften” op pagina v en “Omgaan met apparaten die gevoelig zijn voor statische elektriciteit” op pagina 13 voordat u de kap verwijdert. U verwijdert de kap als volgt: 1. Sluit het besturingssysteem af, verwijder eventueel aanwezige media (diskettes, CD’s of banden) uit de stations en schakel alle aangesloten apparaten en de computer uit.
De plaats van componenten In onderstaande afbeelding kunt u zien waar de verschillende onderdelen zich bevinden. 1 Voedingseenheid 5 DIMM 2 PCI-sleuf 6 Vaste-schijfstation 3 AGP-sleuf (bepaalde modellen) 7 CD-ROM-station of DVD-station 4 Steun 8 Diskettestation Onderdelen van de systeemplaat De systeemplaat, ook wel moederbord genoemd, is de hoofdprintplaat in de compu- ter.
In de onderstaande afbeelding ziet u de plaats van de onderdelen op de systeem- plaat. 1 Microprocessor 9 Batterij 2 DIMM-aansluiting 1 10 CMOS wis/herstel-jumper 3 DIMM-aansluiting 2 11 SCSI LED-aansluiting 4 Voedingsaansluiting 12 PCI-sleuven 5 Diskettestationaansluiting 13 Audioaansluiting voorkant 6 Primaire IDE-aansluiting 14 CD-ROM-audioaansluiting 7 Aansluiting voorpaneel...
1. Verwijder de kap. Zie “De kap verwijderen” op pagina 17. 2. Voor de plaats van de DIMM-aansluitingen. Zie “Onderdelen van de systeemplaat” op pagina 18. 3. Open de klemmetjes. 4. Zorg dat de uitsparingen in de DIMM op één lijn liggen met de nokjes op de aansluiting.
Page 33
2. Kantel een van de stationsvakhendels naar voren en kantel de beugel van het stationsvak omhoog (zie afbeelding) totdat deze vastklikt. Herhaal deze proce- dure voor het volgende stationsvak. 3. Verwijder de steun door deze naar buiten uit de computer te trekken. Hoofdstuk 2.
Page 34
4. Ontgrendel en verwijder het kapje en het afdekplaatje van de adaptersleuf waarin u de adapter-slot-cover wilt installeren. 5. Haal de adapter uit de antistatische verpakking. 6. Installeer de adapter in de juiste sleuf op de systeemplaat. 7. Plaats het kapje van de adaptersleuf terug. 8.
Volgende stappen: v Als u met een andere optie wilt werken, gaat u naar het desbetreffende gedeelte. v Als u de installatie wilt voltooien, gaat u naar “Kap terugplaatsen en kabels aansluiten” op pagina 29. Interne stations installeren In deze paragraaf leest u hoe u interne stations kunt installeren of verwijderen. Interne stations zijn apparaten waarmee de computer gegevens leest en opslaat.
Hieronder ziet u een overzicht van de stations die u in de vakken kunt installeren: 1 Vak 1 - Maximumhoogte: 25,8 mm (1 inch) 3,5-inch diskettestation (vooraf geïnstalleerd) 2 Vak 2 - Maximumhoogte: 43 mm (1,7 inch) CD-ROM-station of DVD-station (vooraf geïnstalleerd op sommige modellen) 3 Vak 3 - Maximumhoogte: 25,8 mm (1 inch) 3,5-inch vaste-schijfstation (vooraf geïnstal- leerd)
Page 37
6. Installeer het station in het vak. Zorg dat de schroefgaatjes op één lijn liggen en draai de schroeven vast. 7. Voor elk IDE (Integrated Drive Electronics)-station zijn twee kabels nodig; een 4-aderige voedingskabel om aan te sluiten op de voedingseenheid en een signaalkabel om aan te sluiten op de systeemplaat.
Volgende stappen: v Als u met een andere optie wilt werken, gaat u naar het desbetreffende gedeelte. v Als u de installatie wilt voltooien, gaat u naar “Kap terugplaatsen en kabels aansluiten” op pagina 29. Een beveiligingsbeugel installeren Om diefstal van de computer te voorkomen, kunt u een extra beveiligingsbeugel (5 mm dik) en -kabel aan de computer bevestigen.
4. Schuif de beveiligingsbeugel door het achterpaneel, plaats vervolgens de moe- ren op de uiteinden van de beugel en draai ze vast met de moersleutel. 5. Plaats de kap van de computer terug. Meer informatie vindt u in “Kap terug- plaatsen en kabels aansluiten”...
5. Verwijder de oude batterij. 6. Installeer de nieuwe batterij. 7. Plaats adapters die u verwijderd hebt om toegang te krijgen tot de batterij weer terug. Zie “Adapters installeren” op pagina 20 voor instructies voor het vervangen van adapters. 8. Zet de kap terug en sluit het netsnoer weer aan. Zie “Kap terugplaatsen en kabels aansluiten”...
10. Plaats de kap terug en sluit het netsnoer aan. Zie “Kap terugplaatsen en kabels aansluiten”. Kap terugplaatsen en kabels aansluiten Wanneer u met de opties van de computer hebt gewerkt, installeert u eventueel verwijderde onderdelen opnieuw, plaatst u de kap terug en sluit u alle losgekop- pelde kabels weer aan, inclusief netsnoeren en telefoonlijnen.
Hoofdstuk 3. Typen 8305, 8306, 8309 en 8313 Dit hoofdstuk bevat een inleiding over de voorzieningen en opties die voor de computer beschikbaar zijn. De mogelijkheden van uw computer zijn gemakkelijk uit te breiden. U kunt geheugen, stations en adapters toevoegen. Raadpleeg bij het installeren van een optie zowel deze instructies als de instructies die bij de optie zijn geleverd.
Page 44
Connectiviteit 10/100 Mbps geïntegreerde Intel Ethernet-controller met ondersteuning van de ® voorziening Wake on LAN Voorzieningen voor systeembeheer v RPL (Remote Program Load) en DHCP (Dynamic Host Configuration Protocol) v Wake on LAN v Wake on Ring (in het programma IBM BIOS Setup heet deze voorziening Serial Port Ring Detect voor een externe modem en Modem Ring Detect voor een interne modem) v Beheer op afstand...
Page 45
Door IBM vooraf geïnstalleerde software Uw computer wordt mogelijk geleverd met vooraf geïnstalleerde software. Deze bestaat uit een besturingssysteem, stuurprogramma’s voor de ingebouwde voorzie- ningen en overige ondersteunende software. Besturingssystemen (vooraf geïnstalleerd) (varieert per modeltype) Opmerking: Deze besturingssystemen zijn niet in alle landen beschikbaar. v Microsoft ®...
Specificaties In dit gedeelte vindt u de fysieke specificaties van uw computer. Afmetingen Warmte-afgifte (bij benadering): Hoogte: 14 cm Minimumconfiguratie: 75 Watt Breedte: 42,5 cm Maximumconfiguratie: 260 Watt Diepte: 41,4 cm Luchtverplaatsing Gewicht Ongeveer 0,56 kubieke meter per minuut Minimumconfiguratie bij levering: 10,0 kg Geluidsniveau Maximumconfiguratie: 11,4 kg Gemiddelde geluidsproductie:...
Beschikbare opties Enkele beschikbare opties: v Externe opties – Parallelle apparaten, zoals printers en externe stations – Seriële apparaten, zoals externe modems en digitale camera’s – Audioapparatuur, zoals externe luidsprekers voor het geluidssysteem – USB-apparaten, zoals printers, joysticks en scanners –...
v Wanneer u een nieuwe optie installeert, houd dan de antistatische verpakking met de optie minstens 2 seconden tegen een metalen afdekplaatje van een uitbreidingssleuf of een ander ongeverfd metalen oppervlak op de computer. Hiermee vermindert u de statische lading van de verpakking en van uw lichaam.
De plaats van de aansluitingen aan de achterkant van de com- puter In onderstaande afbeelding ziet u waar de aansluitingen zich aan de achterkant van de computer bevinden. 1 Voedingsaansluiting 9 Audio-lijnuitgang 2 Muisaansluiting 10 Microfoonaansluiting 3 Seriële poort 11 USB-aansluitingen 4 Parallelle poort 12 VGA-beeldschermaansluiting 5 Ethernet-aansluiting...
Aansluiting Beschrijving Muisaansluiting Hierop kunt u een muis, trackball of een ander aanwijsapparaat aansluiten dat geschikt is voor een standaardmuisaansluiting. Seriële aansluiting Hierop sluit u een externe modem, seriële printer of een ander apparaat aan dat gebruikmaakt van een 9-pens seriële aanslui- ting.
De kap verwijderen Belangrijk: Lees eerst “Veiligheidsvoorschriften” op pagina v en “Omgaan met apparaten die gevoelig zijn voor statische elektriciteit” op pagina 35 voordat u de kap verwijdert. U verwijdert de kap als volgt: 1. Sluit het besturingssysteem af, verwijder eventueel aanwezige media (diskettes, CD’s of banden) uit de stations en schakel alle aangesloten apparaten en de computer uit.
De plaats van componenten In onderstaande afbeelding kunt u zien waar de verschillende onderdelen zich bevinden. 1 CD-station of DVD-station 7 Batterij 2 USB-aansluiting 8 DIMM’s 3 USB-aansluiting 9 Microprocessor en koelelement 4 Optioneel stationsvak 10 AGP-sleuf (bepaalde modellen) 5 Vaste-schijfstation 11 PCI-sleuven 6 Diskettestation Onderdelen van de systeemplaat...
In de onderstaande afbeelding ziet u de plaats van de onderdelen op de systeem- plaat. 1 Microprocessor 9 Batterij 2 DIMM-aansluiting 1 10 CMOS wis/herstel-jumper 3 DIMM-aansluiting 2 11 SCSI LED-aansluiting 4 Voedingsaansluiting 12 PCI-sleuven 5 Diskettestationaansluiting 13 Audioaansluiting voorkant 6 Primaire IDE-aansluiting 14 CD-ROM-audioaansluiting 7 Aansluiting voorpaneel...
1. Verwijder de kap. Zie “De kap verwijderen” op pagina 39. 2. Mogelijk moet u eerst een adapter verwijderen voordat u bij de DIMM-sleuven kunt komen. Zie “Adapters installeren” op pagina 42. 3. Voor de plaats van de DIMM-aansluitingen. Zie “Onderdelen van de systeemplaat”...
Page 55
2. Ontgrendel en verwijder het kapje en het afdekplaatje van de adaptersleuf waarin u de adapter-slot-cover wilt installeren. 3. Haal de adapter uit de antistatische verpakking. 4. Installeer de adapter in de juiste sleuf op de systeemplaat. 5. Plaats het kapje van de adaptersleuf terug. Volgende stappen: v Als u met een andere optie wilt werken, gaat u naar het desbetreffende gedeelte.
Interne stations installeren In deze paragraaf leest u hoe u interne stations kunt installeren of verwijderen. Interne stations zijn apparaten waarmee de computer gegevens leest en opslaat. U kunt extra stations in de computer installeren om de opslagcapaciteit uit te breiden of om de computer geschikt te maken voor het lezen van andere typen media.
In onderstaande afbeelding ziet u waar de stationsvakken zich bevinden: Hieronder ziet u een overzicht van de stations die u in de vakken kunt installeren: 1 Vak 1 - Maximumhoogte: 43 mm (1,7 inch) CD-station of DVD-station (vooraf geïnstalleerd in sommige modellen) 5,25-inch vaste-schijfstation 2 Vak 2 - Maximumhoogte: 43 mm (1,7 inch) 5,25-inch vaste-schijfstation...
Page 58
4. Verwijder vervolgens het metalen plaatje van het stationsvak door het met een schroevendraaier voorzichtig los te wrikken. 5. Kantel de stationsvakhendel naar voren en kantel de beugel van het stationsvak omhoog (zie afbeelding) totdat deze vastklikt. 6. Zorg dat het station dat u installeert juist is ingesteld als master- dan wel slave- apparaat.
Page 59
7. Installeer het station in het vak. Zorg dat de schroefgaatjes op één lijn liggen en draai de schroeven vast. 8. Kantel de behuizing van het stationsvak weer terug op haar plaats. 9. Voor elk IDE (Integrated Drive Electronics)-station zijn twee kabels nodig; een 4-aderige voedingskabel om aan te sluiten op de voedingseenheid en een signaalkabel om aan te sluiten op de systeemplaat.
4. De computer heeft extra voedingsaansluitingen voor aanvullende stations. Ver- bind een voedingsaansluiting met het station. 5. Als u een audiokabel voor een CD-ROM-station hebt, sluit u deze aan op het station en op de systeemplaat. Zie “Onderdelen van de systeemplaat” op pagina 40.
Page 61
2. Prik met een scherp voorwerp, zoals een schroevendraaier, de twee doordruk- gaatjes in het metalen achterpaneel van de computer door. 3. Schuif de beveiligingsbeugel door het achterpaneel, plaats vervolgens de moe- ren op de uiteinden van de beugel en draai ze vast met de moersleutel. 4.
De batterij vervangen De computer heeft een speciaal geheugen voor de datum, de tijd en de instellingen voor de ingebouwde voorzieningen, zoals de toewijzing (configuratie) van de parallelle poort. Door middel van een batterij blijft deze informatie ook bewaard nadat u de computer hebt uitgezet. Normaliter hoeft u geen aandacht te besteden aan de batterij en hoeft u deze ook niet op te laden.
Een vergeten wachtwoord wissen (CMOS wissen) Dit gedeelte heeft betrekking op vergeten of verloren wachtwoorden. Meer infor- matie over vergeten wachtwoorden vindt u in Access IBM op het bureaublad. Een vergeten wachtwoord wissen: 1. Zet de computer en alle randapparatuur uit. 2.
Page 64
3. Houd de kap boven de computer en kantel de kap naar beneden en naar achte- ren totdat deze vastklikt. 4. Sluit de externe kabels en snoeren weer op de computer aan. Zie “Externe opties installeren” op pagina 36. 5. Hoe u de configuratie bijwerkt, leest u in Hoofdstuk 5, “Het programma IBM BIOS Setup gebruiken”...
Hoofdstuk 4. Typen 8307, 8308, 8310, 8311, 8314 en 8315 Dit hoofdstuk bevat een inleiding over de voorzieningen en opties die voor de computer beschikbaar zijn. De mogelijkheden van uw computer zijn gemakkelijk uit te breiden. U kunt geheugen, stations en adapters toevoegen. Raadpleeg bij het installeren van een optie zowel deze instructies als de instructies die bij de optie zijn geleverd.
Page 66
v Sleuf voor AGP-videoadapter (accelerated graphics port) op de systeemplaat (bepaalde modellen) Audiosubsysteem Geïntegreerde SoundMAX 3-audio Connectiviteit v 10/100 Mbps geïntegreerde Intel Ethernet-controller met ondersteuning van de ® voorziening Wake on LAN v Softmodem V.90/V.44 (bepaalde modellen) Voorzieningen voor systeembeheer v RPL (Remote Program Load) en DHCP (Dynamic Host Configuration Protocol) v Wake on LAN v Wake on Ring (in het programma IBM BIOS Setup heet deze voorziening Serial...
Page 67
v Systeemwachtwoord en configuratiewachtwoord v Mogelijkheid tot het toevoegen van een beugel en een kabel met slot v Mogelijkheid tot het toevoegen van een geïntegreerd kabelslot v Instelbare opstartvolgorde v Opstarten zonder diskettestation, toetsenbord of muis v Werkstand Onbewaakt starten v Diskette- en vaste-schijfstationbesturing v I/O-besturing van seriële en parallelle poort v Beveiligingsprofielen per apparaat...
Specificaties In dit gedeelte vindt u de fysieke specificaties van uw computer. Afmetingen Warmte-afgifte (bij benadering): Hoogte: 41,3 cm Minimumconfiguratie: 75 Watt Breedte: 19,1 cm Maximumconfiguratie: 260 Watt Diepte: 40,6 cm Luchtverplaatsing Gewicht Ongeveer 0,76 kubieke meter per minuut Minimumconfiguratie bij levering: 9,1 kg Geluidsniveau Maximumconfiguratie: 10,2 kg Gemiddelde geluidsproductie:...
Beschikbare opties Enkele beschikbare opties: v Externe opties – Parallelle apparaten, zoals printers en externe stations – Seriële apparaten, zoals externe modems en digitale camera’s – Audioapparatuur, zoals externe luidsprekers voor het geluidssysteem – USB-apparaten, zoals printers, joysticks en scanners –...
v Zorg dat ook anderen de componenten niet aanraken. v Wanneer u een nieuwe optie installeert, houd dan de antistatische verpakking met de optie minstens 2 seconden tegen een metalen afdekplaatje van een uitbreidingssleuf of een ander ongeverfd metalen oppervlak op de computer. Hiermee vermindert u de statische lading van de verpakking en van uw lichaam.
De plaats van de aansluitingen aan de achterkant van de com- puter In onderstaande afbeelding ziet u waar de aansluitingen zich aan de achterkant van de computer bevinden. 1 Seriële aansluiting 9 Ethernet-aansluiting 2 Muisaansluiting 10 Microfoonaansluiting 3 Toetsenbordaansluiting 11 Audiolijnuitgang 4 USB-aansluitingen 12 Audiolijningang 5 Seriële poort...
Aansluiting Beschrijving Seriële aansluiting Hierop sluit u een externe modem, seriële printer of een ander apparaat aan dat gebruikmaakt van een 9-pens seriële aanslui- ting. Muisaansluiting Hierop kunt u een muis, trackball of een ander aanwijsapparaat aansluiten dat geschikt is voor een standaardmuisaansluiting. Toetsenbordaansluiting Hierop kunt u een toetsenbord aansluiten dat geschikt is voor een standaardtoetsenbordaansluiting.
De kap verwijderen Belangrijk Lees eerst “Veiligheidsvoorschriften” op pagina v en “Omgaan met apparaten die gevoelig zijn voor statische elektriciteit” op pagina 57 voordat u de kap verwijdert. U verwijdert de kap als volgt: 1. Sluit het besturingssysteem af, verwijder eventueel aanwezige media (diskettes, CD’s of banden) uit de stations en schakel alle aangesloten apparaten en de computer uit.
De plaats van componenten In onderstaande afbeelding kunt u zien waar de verschillende onderdelen zich bevinden. 1 Microprocessor en koelelement 4 PCI-adapter 2 DIMM’s 5 Voedingseenheid 3 AGP-sleuf (bepaalde modellen) De voedingseenheid verplaatsen Om bij sommige onderdelen van de systeemplaat te kunnen, moet u de voedings- eenheid verwijderen.
Page 75
2. Druk op de plastic beugel om de voedingseenheid los te maken. 3. Haal de voedingseenheid uit de computer. Om de voedingseenheid weer terug te plaatsen, voert u de stappen in omgekeerde volgorde uit. Hoofdstuk 4. Typen 8307, 8308, 8310, 8311, 8314 en 8315...
Onderdelen van de systeemplaat De systeemplaat, ook wel moederbord genoemd, is de hoofdprintplaat in de compu- ter. De systeemplaat zorgt voor de uitvoering van alle basisfuncties en ondersteunt daarnaast een verscheidenheid aan apparaten. Dit geldt zowel voor apparaten die vooraf in de fabriek zijn geïnstalleerd als voor apparaten die u op een later tijdstip zelf installeert.
Page 77
v Gebruik 2,5 V, 184-pens, 266 MHz DDR SDRAM (double data rate synchronous dynamic random access memory). v Gebruik 128 MB, 256 MB, 512 MB of 1 GB DIMM’s (indien beschikbaar) in elke willekeurige combinatie. v DIMM’s hebben een hoogte van 38,1 mm. Opmerking: Alleen DDR SDRAM DIMM’s kunnen worden gebruikt.
Volgende stappen: v Plaats adapters die u verwijderd hebt weer terug. v Plaats de voedingseenheid weer terug. v Als u met een andere optie wilt werken, gaat u naar het desbetreffende gedeelte. v Als u de installatie wilt voltooien, gaat u naar “Kap terugplaatsen en kabels aansluiten”...
5. Plaats het kapje van de adaptersleuf terug. Volgende stappen v Als u met een andere optie wilt werken, gaat u naar het desbetreffende gedeelte. v Als u de installatie wilt voltooien, gaat u naar “Kap terugplaatsen en kabels aansluiten” op pagina 75. Interne stations installeren In deze paragraaf leest u hoe u interne stations kunt installeren of verwijderen.
Stationsspecificaties De computer wordt geleverd met de volgende door IBM geïnstalleerde stations: v Een CD- of DVD-station in vak 1 (bepaalde modellen) v Een 3,5-inch diskettestation in vak 3 v Een 3,5-inch vaste-schijfstation in vak 4 Alle vakken waarin geen station is geïnstalleerd, zijn bedekt met een metalen plaatje en een kunststof afdekplaatje.
In onderstaande afbeelding ziet u waar de stationsvakken zich bevinden: Hieronder ziet u een overzicht van de stations die u in de vakken kunt installeren: 1 Vak 1 - Maximumhoogte: 43 mm (1,7 inch) CD-station of DVD-station (vooraf geïnstal- leerd in sommige modellen) 5,25-inch vaste-schijfstation 2 Vak 2 - Maximumhoogte: 43 mm (1,7 inch) 5,25-inch vaste-schijfstation...
Page 82
4. Verwijder vervolgens het metalen plaatje van het stationsvak door het met een schroevendraaier voorzichtig los te wrikken. 5. Zorg dat het station dat u installeert juist is ingesteld als master- dan wel slave- apparaat. v Als het station het eerste CD- of DVD-station is, stelt u het in als master- apparaat.
Page 83
6. Installeer het station in het vak. Zorg dat de schroefgaten op elkaar aansluiten en plaats de schroeven waarmee het station in het vak wordt gevestigd. 7. Voor elk IDE (Integrated Drive Electronics)-station zijn twee kabels nodig; een 4-aderige voedingskabel om aan te sluiten op de voedingseenheid en een signaalkabel om aan te sluiten op de systeemplaat.
3. Sluit het ene uiteinde van de signaalkabel aan op het station en sluit het andere uiteinde aan op de secundaire IDE-aansluiting op de systeemplaat. U voorkomt elektronische ruis door alleen de stekkers aan de uiteinden van de kabel te gebruiken.
Page 85
2. Prik met een scherp voorwerp, zoals een schroevendraaier, de twee doordruk- gaatjes in het metalen achterpaneel van de computer door. 3. Schuif de beveiligingsbeugel door het achterpaneel, plaats vervolgens de moe- ren op de uiteinden van de beugel en draai ze vast met de moersleutel. 4.
Volgende stappen v Als u met een andere optie wilt werken, gaat u naar het desbetreffende gedeelte. v Als u de installatie wilt voltooien, gaat u naar “Kap terugplaatsen en kabels aansluiten” op pagina 75. De batterij vervangen De computer heeft een speciaal geheugen voor de datum, de tijd en de instellingen voor de ingebouwde voorzieningen, zoals de toewijzing (configuratie) van de parallelle poort.
Opmerking: Wanneer de computer voor de eerste keer wordt aangezet nadat de batterij is vervangen, kan er een foutbericht worden afge- beeld. Dit is normaal na het vervangen van de batterij. 9. Zet de computer en alle randapparatuur aan. 10. Gebruik het programma IBM BIOS Setup om de datum, de tijd en de wacht- woorden in te stellen.Zie Hoofdstuk 5, “Het programma IBM BIOS Setup gebruiken”...
Page 88
3. Plaats de kap op het frame zodat de geleiderails aan de onderkant van de kap in de rails vallen en schuif de kap dicht totdat deze vastklikt. 4. Sluit de externe kabels en snoeren weer op de computer aan. Zie “Externe opties installeren”...
Hoofdstuk 5. Het programma IBM BIOS Setup gebruiken Het programma IBM BIOS Setup is opgeslagen in het EEPROM (Electrically Erasable Programmable Read-Only Memory) van uw computer. U kunt het pro- gramma IBM BIOS Setup gebruiken om de configuratie van de computer te bekij- ken en te wijzigen, ongeacht het besturingssysteem dat u gebruikt.
Systeemwachtwoord Het systeemwachtwoord voorkomt dat onbevoegde personen uw computer kun- nen gebruiken. Configuratiewachtwoord Het configuratiewachtwoord voorkomt dat de instellingen in het programma IBM BIOS Setup door onbevoegden worden gewijzigd. Als u verantwoordelijk bent voor de instellingen van diverse computers, is het verstandig met een configuratie- wachtwoord te werken.
5. Ga terug naar het menu van het programma IBM Setup en selecteer Exit en daarna Save Settings. Een opstartapparaat kiezen Als de computer niet opstart vanaf een apparaat, zoals een CD-ROM, diskette of vaste schijf, gebruikt u een de volgende procedures om een opstartapparaat in te stellen.
1. Typ in het adresveld van uw browser http://www.pc.ibm.com/support en druk op Enter. 2. Klik op NetVista and NetVista Thin Client. 3. Klik op NetVista Personal Computer. 4. Klik op Downloadable files. 5. Selecteer uw product, kies het machinetype en klik op Go.
6. Klik bij ″Downloadable file by category″ op BIOS. 7. Klik onder ″Download files - BIOS by date″ op uw machinetype. 8. Blader omlaag naar een txt-bestand met instructies voor het bijwerken van het BIOS vanuit het besturingssysteem. Klik op het txt-bestand. 9.
Bijlage B. Handmatige modemopdrachten In het volgende gedeelte vindt u opdrachten voor het handmatig programmeren van de modem. Opdrachten worden door de modem geaccepteerd terwijl de modem in de opdrachtmodus staat. De modem staat automatisch is de opdrachtmodus totdat u een nummer kiest en een verbinding tot stand brengt.
Page 96
Opdracht Functie Opdrachten worden niet afgebeeld Opdrachten worden afgebeeld Escapetekens - Schakelen van gegevensmodus naar opdrachtmodus (T.I.E.S. opdracht) Modemverbinding verbreken Modem actief maken Opmerking: H1 wordt niet ondersteund in Italië Productidentificatiecode weergeven Test ROM-controlegetal Interne geheugentest Firmware-ID Gereserveerd ID Laag luidsprekervolume Laag luidsprekervolume Gemiddeld luidsprekervolume Hoog luidsprekervolume...
Opdracht Functie Gelijk aan X1 plus bezetdetectie/blind kiezen Alle responsen en kiestoon en bezet signaal- detectie Actief profiel 0 opnieuw instellen en ophalen Actief profiel 1 opnieuw instellen en ophalen Extended AT-opdrachten Opdracht Functie &C_ &C0 Force Carrier Detect Signal High (ON) &C1 CD inschakelen als carrier op afstand niet aanwezig is...
Opdracht Functie &S1 DSR uit in opdrachtmodus en aan in on-line modus &T_ &T0 Test in uitvoering beëindigen &T1 Lokale analoge loopbacktest uitvoeren &T3 Lokale digitale loopbacktest uitvoeren &T4 Digitale loopbacktest op afstand toestaan door modem op afstand &T5 Digitale loopbacktest op afstand niet toestaan &T6 Digitale loopbacktest op afstand uitvoeren &T7...
Page 99
Opdracht Functie Alleen MNP Class 5 gegevenscompressie inschakelen Alleen V.42bis gegevenscompressie inschakelen MNP Class 5 en V.42bis gegevenscompressie inschake- &Q_ &Q0 Alle direct datalink (gelijk aan \N1) &Q5 V.42 datalink met uitwijkopties &Q6 Alle normale datalink (gelijk aan \N0) +DS44=0, 0 V.44 uitschakelen +DS44=3, 0 V.44 inschakelen...
+FPHCTO Time-out fase C. +FPOLL Geeft de pollingaanvraag aan. +FPTS: Status paginaoverdracht. +FPTS= Status paginaoverdracht. +FREV? Revisie aangeven. +FSPT Polling inschakelen. +FTSI: Het transmitstation-ID aangeven. Spraakopdrachten Baudwaarde selecteren #BDR #CID Detectie Caller ID inschakelen en rapportage-indeling Data, Fax of Voice/Audio selecteren #CLS #MDL? Model aangeven...
Page 102
Opmerking voor gebruikers in Zwitserland: Als Taxsignal op uw Swisscom-telefoonlijn uitgeschakeld is, kan dit de modemfunctie nadelig beïnvloeden. Dit kan worden verholpen door een filter met de volgende specificaties: Telekom PTT SCR-BE Taximpulssperrfilter-12kHz PTT Art. 444.112.7 Bakom 93.0291.Z.N Handboek voor de gebruiker...
Bijlage C. Systeemadrestoewijzing De volgende tabellen geven aan hoe de vaste schijf verschillende soorten informa- tie opslaat. Het adresbereik en de bytegrootte is bij benadering. Systeemgeheugentoewijzing De eerste 640 kB van het RAM op de systeemplaat wordt toegewezen vanaf het adres hex 00000000.
Bijlage D. IRQ- en DMA-kanaaltoewijzingen In de volgende tabellen vindt u de IRQ- en DMA-kanaaltoewijzingen. Tabel 4. IRQ-kanaaltoewijzingen Systeemresource Kritische systeemfout Systeembeheerinterrupt voor energiebeheer Timer Toetsenbord Cascade interrupt van slave-PIC COM2 (bepaalde modellen) COM1 Beschikbaar voor de gebruiker Diskettecontroller LPT1 Real-time klok Video, ACPI Beschikbaar voor de gebruiker...
Bijlage E. Kennisgevingen Verwijzing in deze publicatie naar producten (apparatuur en programmatuur) of diensten van IBM houdt niet in dat IBM deze ook zal uitbrengen in alle landen waar IBM werkzaam is. Uw IBM-vertegenwoordiger kan u vertellen welke producten en diensten op dit moment worden aangeboden. Verwijzing in deze publicatie naar producten of diensten van IBM houdt niet in dat uitsluitend IBM- producten of -diensten gebruikt kunnen worden.
Corporation en is uitsluitend bedoeld voor gebruik thuis en in kleine kring, tenzij u over een schriftelijke machtiging van Macrovision Corporation beschikt. Reverse engineering en disassembly zijn verboden. Merken De volgende benamingen zijn merken van IBM: NetVista Wake on LAN PS/2 OS/2 Intel, Pentium, NetBurst en Extreme zijn handelsmerken van Intel Corporation.