Table of Contents

Advertisement

Available languages
  • EN

Available languages

  • ENGLISH, page 16

7. GEBRUIK

Let op
• Om hygiënische redenen moet u de vernevelaar
en de rest van de vernevelaarset altijd na
9
elke behandeling reinigen en na de laatste
behandeling van de dag desinfecteren.
• De onderdelen van de vernevelaarset mogen
door slechts één persoon worden gebruikt;
gebruik door meerdere personen wordt
afgeraden.
• Als bij de behandeling meerdere verschillende
medicijnen na elkaar geïnhaleerd moeten
worden, moet de vernevelaar
met warm leidingwater worden doorgespoeld.
Zie hiervoor 'Reiniging en onderhoud'.
• Volg de aanwijzingen voor het vervangen van
het filter in deze gebruiksaanwijzing op!
• Controleer voorafgaand aan elk gebruik van
het apparaat of de slang stevig op de inhalator
en op de vernevelaar
6
• Controleer voorafgaand aan het gebruik of het
apparaat correct werkt. Schakel de inhalator
hiervoor kort in (met aangesloten vernevelaar,
maar zonder medicijnen). Als er lucht uit de
vernevelaar
komt, werkt het apparaat.
9
7.1 Inzetstuk van de vernevelaar
aanbrengen
• Open de vernevelaar
linksom ten opzichte van het medicijnreservoir
te draaien. Breng het inzetstuk van de
12
vernevelaar
in het medicijnreservoir
10
aan.
• Zorg ervoor dat de kegel voor de medicijn-
geleiding goed op de kegel voor de
luchtgeleiding in de vernevelaar
7.2 Vernevelaar vullen
• Vul het medicijnreservoir
isotone zoutoplossing of met het medicijn.
Zorg ervoor dat u het reservoir niet met te veel
zoutoplossing of medicijn vult! De maximaal
aanbevolen inhoud bedraagt 8 ml!
• Gebruik
medicijnen
aanwijzingen van uw arts en vraag naar de voor
u geschikte inhalatieduur en -hoeveelheid!
• Als de voorgeschreven hoeveelheid van het
medicijn minder dan 2 ml bedraagt, vult u deze
hoeveelheid met een isotone zoutoplossing
aan tot minstens 4 ml. Viskeuze medicijnen
moeten eveneens worden verdund. Neem
hierbij ook de aanwijzingen van uw arts in acht.
na elk gebruik
9
is aangesloten.
9
door het bovenstuk
9
12
is bevestigd.
9
direct met een
12
alleen
volgens
de
7.3 Vernevelaar sluiten
• Sluit de vernevelaar
rechtsom ten opzichte van het medicijnreservoir
te draaien. Let daarbij op een goede
12
verbinding!
7.4 Ventiel aanbrengen
• Druk het ventiel
opening aan de bovenzijde van de vernevelaar
.
9
Let op
Het ventielsysteem zorgt voor een betere
longdepositie van het medicijn. Gebruik het ventiel
alleen met het mondstuk
11
maskers
en nooit met het neusstuk
14 15
7.5 Vernevelaarset met vernevelaar
verbinden
• Verbind de vernevelaar
vernevelaarset (mondstuk
voor volwassenen
kinderen
of neusstuk
15
Let op
Inhaleren via het mondstuk is de meest effectieve
behandelingsvorm. Het gebruik van het inhalatie-
masker wordt alleen aanbevolen als het gebruik
van een mondstuk niet mogelijk is (bijv. bij kinderen
die nog niet via het mondstuk kunnen inhaleren).
Let er bij de inhalatie via het masker op dat het
masker goed aansluit en dat de ogen vrij blijven.
• Trek de vernevelaar voorafgaand aan de
behandeling naar boven toe uit de houder
• Start de inhalator met de AAN/UIT-knop
• Als de nevel uit de vernevelaar wordt gesproeid,
werkt het apparaat probleemloos.
7.6 Behandeling
• Zorg ervoor dat u tijdens het inhaleren recht
en ontspannen aan een tafel zit en niet in een
fauteuil. Zo zorgt u ervoor dat de luchtwegen
niet worden samengedrukt en dat de
effectiviteit van de behandeling niet negatief
wordt beïnvloed.
• Adem het verstoven medicijn diep in.
Let op
Het apparaat is niet geschikt voor continu gebruik.
Nadat u het apparaat 30 minuten hebt gebruikt,
moet het 30 minuten worden uitgeschakeld.
105
door het bovenstuk
9
in de daarvoor bestemde
11
, nooit met de
13
met de gewenste
9
, siliconen masker
13
, siliconen masker voor
14
).
16
.
16
.
7
.
3

Advertisement

Table of Contents
loading

Table of Contents