Service En Onderhoud - Ferroli ATLAS D 32 CONDENS SI UNIT Instructions For Use, Installation & Maintenance

Hide thumbs Also See for ATLAS D 32 CONDENS SI UNIT:
Table of Contents

Advertisement

Available languages
  • EN

Available languages

  • ENGLISH, page 39
ATLAS D 32 CONDENS SI UNIT

4. SERVICE EN ONDERHOUD

Alle hieronder beschreven werkzaamheden die afstellingen, wijzigingen en inbedrijfstel-
ling betreffen mogen uitsluitend worden uitgevoerd door Gekwalificeerd en hiervoor op-
geleid Personeel (dat voldoet aan de technisch-professionele vereisten op grond van de
geldende voorschriften), zoals het personeel van de plaatselijke Technische Klantenser-
vice.
FERROLI is geenszins aansprakelijk voor schade aan zaken en/of persoonlijk letsel, ve-
roorzaakt door ingrepen op het apparaat, uitgevoerd door onbevoegde en ondeskundige
personen.
4.1 Instellingen
Activeren TEST-modus
Druk gedurende 5 seconden tegelijk op beide verwarmingstoetsen
3 en 4 - ) om de modus fig. 1TEST te activeren. De verwarmingsketel slaat aan, onge-
acht het feit of er om verwarming of warm sanitair water gevraagd wordt.
Op de display knipperen de symbolen van verwarming (detail 24 - fig. 1) en sanitair water
(detail 12 - fig. 1).
fig. 25 - Functie TEST
Herhaal de procedure om de TEST-modus te deactiveren.
Na 15 minuten wordt de TEST-modus automatisch gedeactiveerd.
Afstellen brander
De brander wordt in de fabriek afgesteld zoals vermeld in tabella 2. De brander kan op
een ander vermogen ingesteld worden door in te grijpen op de pompdruk, de sproeier
en de kop en luchttoevoer af te stellen, zoals in de volgende paragrafen beschreven wor-
dt. Het gewijzigde vermogen dient echter binnen het nominale bedrijfsveld van de ketel
te liggen. Controleer na de afstelling, met een toestel voor brandstofanalyse, of het
gehalte aan CO 2in de rookgassen tussen 11% en 12% ligt.
Tabella. 2 - Afstellen brander
Model
Debiet
Model
Debiet
ketel
vermogen
brander
brander
kW
kg/uur
ATLAS D 32 CON-
30.1
SUN
2.54
DENS SI UNIT
Tabel debiet oliesproeiers
In tabella 3 staat het oliedebiet vermeld (in kg/h) bij variaties van pomp- en sproeierdruk.
NB. - Onderstaande waarden dienen uitsluitend als leidraad, want er moet rekening
worden gehouden met het feit dat het debiet van de sproeiers ± 5% kan variëren. Bo-
vendien neemt bij branders met voorverwarmer het brandstofdebiet af met ongeveer 10.
Tabella. 3
SPROEIER
8
9
G.P.H.
0.40
1.36
1.44
0.50
1.70
1.80
0.60
2.04
2.16
0.65
2.21
2.34
0.75
2.55
2.70
0.85
2.89
3.06
1.00
3.40
3.61
Debiet bij uitgang van de sproeier in kg/h
Druk
Afstelling
Sproeier
pomp
kop
US
Gall/
Hoek
Code
Bar
uur
0.65
60°
35601320
10
22
Pompdruk kg/cm2
10
11
12
13
1.52
1.59
1.67
1.73
1.90
1.99
2.08
2.17
2.28
2.39
2.50
2.60
2.47
2.59
2.71
2.82
2.85
2.99
3.12
3.25
3.23
3.39
3.54
3.68
3.80
cod. 3541G830 - Rev. 03 - 04/2018
Regeling pompdruk
Voor een optimale werking wordt de druk van de pomp in de fabriek afgesteld; dit dient
in de regel niet te worden gewijzigd. Als het om bijzondere redenen echter nodig is een
andere druk in te stellen, moet, nadat de manometer is aangebracht en de brander is
ingeschakeld, de stelschroef "6", aangegeven in fig. 26 en fig. 27 worden bijgesteld. Het
wordt hoe dan ook aanbevolen een druk in te stellen binnen het bereik van 10 - 14 bar.
10
5
0
(detail
Afstelling
lucht
L
Streepje
11
14
1.80
2.25
2.70
2.92
3.37
3.82
1.
Ingang (aanzuiging)
2.
Retouropening
3.
Uitgang bij sproeier
4.
Aansluiting drukmanometer
5.
Aansluiting vacuümmeter
6.
Stelschroef
7.
By-passschroef
15
20
25
fig. 26 - Pomp SUNTEC
5
0
fig. 27 - Pomp DANFOSS
10
15
20
25
79
NL

Advertisement

Table of Contents
loading

Table of Contents