Westfalia 98 40 31 Original Instructions Manual page 16

▪ Voer voor elk gebruik een visuele controle van het apparaat uit. Controleer of alle
schroeven en verbindingsdelen goed vastzitten.
▪ Controleer het apparaat na stoten of andere beschadigingen.
▪ Houd het apparaat altijd stevig met beide handen vast. Controleer voor elk gebruik het
apparaat en zijn onderdelen en beveiligingen op schade en slijtage en laat eventueel
noodzakelijke reparaties uitvoeren. Beveiligings- en veiligheidsinrichtingen nooit
overbruggen. Gebruik het apparaat niet als er beschadigingen of tekenen van slijtage
zichtbaar zijn.
▪ Voordat u met het apparaat werkt, moet u het werkgebied doorzoeken op vreemde
voorwerpen en deze verwijderen. Als u tijdens het zagen toch een vreemd voorwerp
tegenkomt, schakel dan het apparaat uit en verwijder het.
▪ Bij blokkering door een vreemd voorwerp (steen, grasophoping) het apparaat uitschakelen
en het vreemde voorwerp met een stomp voorwerp verwijderen. Verwijder blokkerende
vreemde voorwerpen nooit met uw vingers, omdat dit ernstig letsel kan veroorzaken.
▪ Wees vooral voorzichtig bij het trimmen van graskanten, grindranden en dergelijke, omdat
stenen en aarde weggeslingerd kunnen worden.
▪ Maai nooit tegen harde voorwerpen zoals stenen enz. Dit voorkomt letsel en schade aan
de machine.
▪ Maai alleen gras dat op de grond groeit. Maai geen gras in muurspleten of op stenen.
▪ Laat uw machine alleen repareren door gekwalificeerd personeel en alleen met originele
onderdelen. Zo blijft de veiligheid van het apparaat gewaarborgd.
Aanvullende veiligheidsinformatie over batterijen en oplader
WAARSCHUWING: Li-Ion batterijen, indien verkeerd gebruikt, opgeslagen of opgeladen zijn
brand-, brand- en explosiegevaar.
Gebruik de batterijlader correct
▪ Raadpleeg het gedeelte van deze handleiding met betrekking tot het gebruik van de
batterijlader voordat u probeert de batterij op te laden.
▪ Probeer de oplader niet te gebruiken met andere batterijen dan de meegeleverde. Het niet
opvolgen van deze instructies kan oververhitting of brand veroorzaken.
▪ Wanneer de batterij niet in gebruik is, moet u ervoor zorgen dat de batterij niet per ongeluk
kan worden kortgesloten. Houd de batterij te allen tijde schoon. Houd het uit de buurt van
andere metalen voorwerpen, zoals paperclips, munten, sleutels, spijkers, schroeven of
andere kleine metalen voorwerpen die een verbinding kunnen maken van de ene terminal
naar de andere. Het kortsluiten van de batterijpolen kan brandwonden of brand
veroorzaken.
▪ Laat de batterijen 15 minuten afkoelen na het opladen of intensief gebruik. Het niet
opvolgen van deze instructies kan oververhitting of brand veroorzaken.
▪ Gebruik alleen laders die door de fabrikant worden aanbevolen om de batterijen op te
laden. Als een oplader niet geschikt is voor een bepaald soort accu is er brandgevaar.
Gebruik alleen Li-Ion-batterijen die bij een product zijn geleverd of speciaal zijn ontworpen
om compatibel te zijn.
▪ Gebruik elektrisch gereedschap alleen met specifiek aangewezen accupakketten. Het
gebruik van andere accupakketten kan een risico op letsel en brand met zich meebrengen.
▪ De unit is ontworpen voor gebruik op hoogtes tot 2000 m boven de zeespiegel.
▪ Houd de batterij buiten het bereik van kinderen.
16