Montage, Aansluiting, Gebruik - Conrad 57 21 15 Operating Instructions Manual

8. Montage, aansluiting, gebruik

Indien u geen vakkennis bezit voor de montage, dan laat dit over aan een VAKMAN of een
gekwalificeerde werkplaats!
Door een onoordeelkundige montage bestaan verschillende gevaren zoals bv. kortsluiting,
elektrische schokken of brandgevaar.
Houd rekening met alle veiligheidsvoorschriften van deze gebruiksaanwijzing (zie bijvoorbeeld
hoofdstuk 5).
a) Montage en aansluiting
• Koppel eerst uw tuinpomp los van de netspanning. Haal de stekker uit de contactdoos.
• Open de waterkraan of de sproeier aan het einde van de slang aan de perszijde van uw tuinpomp zodat de
overdruk ontwijkt.
• Verwijder de slang aan de uitgang van uw tuinpomp (perszijde).
• Monteer de drukschakelaar aan de uitgang van de tuinpomp. U kunt ook een stuk slang tussen de tuinpomp en
de drukschakelaar inlassen.
Let er bij de montage op dat u de ingang en de uitgang van de drukschakelaar niet verwisselt! Houd
rekening met de afbeelding in hoofdstuk 7.
Monteer de drukschakelaar nooit aan de zuigzijde van de tuinpomp!
Gebruik steeds een geschikte drukslang (geen zuigslang).
• Verbind de drukslang met de uitgang van de drukschakelaar.
• Steek nu de stekker van de pomp in de contactdoos van de drukschakelaar.
De stroomvoorziening van de tuinpomp gebeurt via de drukschakelaar. U mag de pomp niet meer op
een gewone contactdoos aansluiten!
b) Gebruik
• Open de waterkraan aan de perszijde. Dit is om de lucht uit de drukschakelaar en de drukslang te laten ontwijken.
• Steek de stekker van de drukschakelaar in een contactdoos met randaarde.
• De drukschakelaar zal nu de tuinpomp activeren.
Nadat er water gepompt werd, moet u de waterkraan aan de perszijde sluiten. De tuinpomp zal nog een beetje
verder lopen tot er een bepaalde vooringestelde werkdruk bereikt is.
• Als de drukschakelaar geen doorstroming registreert, zal hij de tuinpomp automatisch uitschakelen. Dit is een
bescherming tegen het drooglopen. In dit geval zal de LED "ALARM ON" branden.
Controleer in zo´n geval of de zuigslang juist geïnstalleerd is, of het eventuele afsluitventiel in de zuigslang per
ongeluk gesloten is of ga na of er een filter vervuild is.
45