Table of Contents
Advertisement
46
Batteries
Check the battery charge condition
Since the specific weight of the electrolyte is
proportional to the battery's charge condition, measuring
the specific weight of the electrolyte is an effective,
accurate way of checking the charge of the battery.
When the battery is charged and in normal conditions,
with the electrolyte at the correct level, its density will be
about 1.260 (30° Bè) at 30°C. If the density is between
1.26 (30° Bè) and 1.20 (24° Bè), the battery is partially
flat, while if the density is below 1.14 (18° Bè) the
battery is completely flat.
Measuring the density
Measuring the density of the electrolyte is the most
important check to be made on a battery, so this
measurement must be made with the greatest care, using
a densimeter. Insert the syringe densimeter and draw in
enough electrolitye to raise the float. Check that the tip of
the float does not touch the rubber element, or stick to
the glass sides. If the density has to be measured after
distilled water has been added, wait until the density of
all the liquid in the element has become uniform.
Topping up with water
Add distilled water to every single cell of the battery
after charging the batteries, to bring the level to 6 mm
above the plates. Initially, do this every time the batteries
are charged. Subsequently, top-ups may become less
frequently on the basis of the manager's experience, but
must take place at least once a week.
Charge limits
There is no need to recharge the battery if the density at
the end of the working day has not dropped below 1.24
(28° Bè).
Overcharging is the most common error in the use of
drive batteries. If the batteries are continuously
overcharged, their lifetime may be drastically shortened.
The maximum recommended temperature is 45°C. If the
electrolyte temperature rises more than 10-12°C over the
ambient temperature, overcharging may occur regardless
of the actual temperature reached. If there is a 5-10%
residual battery charge indicated on the dashboard, it is
only possible to vacuum, the brushes will
Battery charging premises
The gases developed during battery charging represent
explosion hazard; it is therefore necessary to ensure
adequate ventilation during charging, and firm contacts
on the terminals to prevent any sparks. The premises in
which storage batteries are charged mut be well
ventilated and the temperature must not exceed 40-45°C.
If ventilation through the windows is not adequate, use
special vent ducts, which mut not be connected to the
ordinary chimneys. When necessary, use suitable fans to
provide faster air exchange.
No continuous service or out of use
If the battery is not used continuously, it must be given a
«refresher» charge at least once a month, even if the
specific weight of the electrolyte is still high. If the
battery is out of use for long periods, it must be stored in
a cool, dry place. It must be charged once a month with
the current intensity indicated as «final» until lively gas
bubbles are seen in all the elements and the voltage and
specific weight readings remain constant for 3-4 hours. In
all cases, before a battery which has been out of use for a
long time is put back into service, it must be recharged
and the elecrolyte level must be checked.
Controle van de acculading
Daar het bekend is dat er een rechtstreeks verband
bestaat tussen het soortelijk gewicht van de elektrolyt
en de lading van de accu, wordt het meten van het
soortelijk gewicht van de elektrolyt beschouwd als
effectieve en juiste controle van de staat van de
acculading. Wanneer de accu vol is en in goede staat,
met de elektrolyt op het juiste niveau, is de densiteit
van de elektrolyt ongeveer 1.260 (30° Bè) bij 30° C.
Als de densiteit tussen 1.26 (30°Bè) en 1.20 (24° Bè)
ligt, is de accu gedeeltelijk geladen terwijl bij een
lege accu de densiteit minder dan 1.14 (18°Bè)
bedraagt
Het meten van de densiteit.
Het meten van de densiteit van de elektrolyt is de
meest belangrijke controle van een accu. Deze meting
moet dus nauwkeurig uitgevoerd worden met behulp
van de densimeter, breng deze op de manier van een
injectiespuit in en neem een hoeveelheid elektrolyt
die voldoende is om de vlotter te laten drijven. Let
erop dat het uiteinde hiervan de rubber bal niet raakt
of met de capillariteit vast blijft zitten aan de
glaswanden. Als u een meting moet verrichten na het
toevoegen van gedestilleerd water, moet u wachten
tot de densiteit gelijkmatig in de vloeistof van het
element verdeeld is.
Bijvullen van water
Gedestilleerd water bijvullen in elke accucel nadat de
accu opgeladen is om de vloeistof op niveau te
brengen, 6 mm boven de platen. Deze handeling
moet in het begin na elke lading verricht worden,
later als de bediener meer ervaring heeft gekregen
kan dit minder vaak gedaan worden, maar het dient
tenminste eens per week te gebeuren.
Laad limieten
De accu hoeft niet opgeladen te worden als de densiteit, aan
stop.
het einde van de werkdag niet onder 1.24 (28°Bè) gedaald is.
De
meest
voorkomende
tractiebatterijen is overbelasting. Alleen deze factor, als deze
constant aanwezig is, verkort de levensduur van de accu
drastisch. De aanbevolen maximum temperatuur is 45°C. Als
de temperatuur van de elektrolyt meer stijgt dan 10°/12° C
vergeleken
met
overbelasting voordoen, onafhankelijk van de werkelijk
bereikte temperatuurwaarde.
Indien de batterijindicator nog slechts een restcapaciteit
aangeeft van ca. 5 – 10% schakelt de borstelaandrijving en
watertoevoer automatisch uit. Wèl blijft het mogelijk om de
machine te verrijden en een natte vloer droog te zuigen.
Ruimtes voor het opladen van de accu.
De gassen die zich tijdens het opladen ontwikkelen, zijn
explosief, zorg er dus voor dat de accu tijdens het opladen
goed geventileerd staat en dat de contacten van de klemmen
geen vonken kunnen veroorzaken. De ruimtes waar de
batterijen van accumulatoren opgeladen worden, moeten goed
belucht zijn en de temperatuur mag niet boven 40°/45°C
stijgen. Als de ramen niet voor voldoende luchtverversing
zorgen, moet dit gebeuren via speciale afvoerkanalen, deze
mogen in rookkanalen uitkomen. Indien nodig moet de
luchtverversing
plaatsvinden.
Accu die niet constant gebruikt wordt
Als de accu niet continu gebruikt wordt, moet deze eens per
maand bijgeladen worden, ook als bij het meten van het
soortelijk gewicht de waarden hoog zijn. Als de accu lange
tijd niet gebruikt wordt, moet hij op een koele, droge plaats
bewaard worden. Eens per maand moet hij opgeladen worden,
met de stroomintensiteit op "final/hoog" totdat alle elementen
flink gas ontwikkelen en de afgelezen waarden voor spanning
en soortelijk gewicht 3 à 4 uur lang constant blijven. In elk
geval moet een accu die lange tijd nonactief geweest is, eerst
opgeladen worden en moet het elektrolytniveau gecontroleerd
worden voordat hij opnieuw gebruikt mag worden.
LB METRO
Accu
fout
bij
het
gebruik
de
omgevingstemperatuur,
kan
snel,
met
behulp
van
ventilatoren
Batterie
Contrôle de l'état de charge de la batterie
Un lien direct existant entre le poids spécifique de
l'électrolyte et l'état de charge de la batterie, la mesure du
poids spécifique de l'électrolyte est utilisé comme
paramètre de contrôle de l'état de charge de la batterie. En
conditions normales, lorsque la batterie est chargée et que
le niveau d'électrolyte est correct, la densité de celui-ci est
d'environ 1.260 (30° Bè), pour une température ambiante
de 30°C. Si la densité est comprise entre 1.20 (24° Bè) et
1.26 (30° Bè) cela indique que la batterie n'est que
partiellement chargée et si la densité est inférieure à 1.14
(18° Bè) cela indique que la batterie est totalement
déchargée.
Mesure de la densité
La mesure de la densité de l'électrolyte constitue le contrôle
le plus important à effectuer sur la batterie. Aussi doit-il
être effectué avec la plus grande précision à l'aide d'un
densimètre: introduire celui-ci dans la batterie et prélever
une quantité suffisante d'électrolyte pour mettre en
suspension le flotteur. Veiller à ce que la partie supérieure
du flotteur ne touche pas la poire en caoutchouc ni qu'il ne
reste bloqué par capillarité contre la paroi en verre. Dans le
cas où le contrôle de densité serait effectué après avoir
ajouté de l'eau distillée, attendre que la densité devienne
homogène dans l'élément avant de procéder à la mesure.
Ajout d'eau
Ajouter de l'eau distillée dans chaque compartiment de la
batterie après avoir procédé à sa charge, de telle sorte que le
niveau du liquide soit situé 6 mm au-dessus des plaques.
Initialement, l'opération devra s'effectuer après chaque
charge; par la suite, l'expérience du responsable devra
permettre de procéder à cette opération moins souvent,
jamais toutefois à plus d'une semaine d'intervalle.
Limites de charge
Il n'est pas nécessaire de charger la batterie si en fin de
journée la densité n'est pas inférieure à 1.24 (28° Bè). La
sollicitation excessive la plus fréquente des batteries de
van
traction est leur charge trop fréquente; la charge trop
fréquente de la batterie a pour effet d'en abréger la durée de
vie. La température ambiante à laquelle se trouve la batterie
ne doit pas dépasser 45°C; si la température de l'électrolyte
zich
devient supérieure à la température ambiante de plus de
10/12°C, la surcharge est susceptible de se produire
indépendamment de la température ambiante effectivement
atteinte. Si la charge résiduelle de la batterie est de 5-10%
(indication sur l'écran du tableau de bord), le déplacement
et le séchage sont possibles mais non la rotation des brosses
ni le lavage.
Local de charge de la batterie
Les gaz dégagés durant la charge sont explosifs, aussi est-il important
de veiller à ce que la charge s'effectue dans un local bien ventilé et à
ce que les contacts au niveau des cosses ne présentent aucun jeu pour
éviter les risques d'étincelles. les batteries doivent être chargées dans
des locaux bien aérés dont la température ne doit pas dépasser
40/45°C.
Dans le cas où les fenêtres du local ne permettraient pas une aération
suffisante, doivent être installés des conduits d'évacuation, lesquels
ne doivent en aucun cas conduire dans un carneau de cheminée. Au
besoin, l'aération peut être optimisée grâce à des ventilateurs.
Batterie non en service ou non utilisée en permanence
Dans le cas où la batterie ne serait pas utilisée régulièrement, il est
important de la soumettre à une charge une fois par mois, y compris
si les valeurs de densité sont élevées. Si la batterie reste inutilisée
pendant une longue période, elle doit être entreposée à l'abri de la
chaleur et de l'humidité; elle doit être chargée une fois par mois, à
l'intensité de courant indiquée comme intensité «approfondie» ou
«finale», jusqu'à ce que tous les éléments dégagent une grande
quantité de gaz et que les lectures de tension et de densité restent
constantes pendant 3 à 4 heures. Dans tous les cas, avant d'utiliser à
nouveau une batterie précédemment inutilisée pendant une longue
durée, il est nécessaire de procéder à sa charge et de contrôler le
niveau du liquide électrolytique.
Advertisement
Table of Contents
