Storing, Oorzaak En Oplossing - Dräger X-zone 5000 Instructions For Use Manual

Storing, oorzaak en oplossing

Storing
Dräger X-zone5000 kan niet
worden geladen.
Standtijd van de accu is laag.
Geen draadloze verbinding tussen
de Dräger X-zone 5000.
Kabelverbinding functioneert niet.
Alarmcontact schakelt niet.
Pompmodus functioneert niet.
136
Oorzaak
Stekker van het laadapparaat
maakt geen goed contact met de
Dräger X-zone 5000.
Accu is niet geheel opgeladen.
Accu niet regelmatig geladen.
Buitentemperatuur is zeer laag.
Buitentemperatuur is zeer hoog.
Accu is defect.
Inductie laden functioneert slecht,
omdat de afstand tussen Dräger X-
zone 5000 en lader te groot is.
Draadloze verbinding is niet geacti-
veerd.
De afzonderlijke Dräger X-
zone 5000 staan ver van elkaar
verwijderd.
Draadloze verbinding wordt door
industriële omgeving moeilijker: bijv.
stalen wanden.
Dräger X-zone 5000 wordt afgedekt
door geleidend materiaal
(bijv. metaalgaas).
Netnummer van de Dräger X-
zone 5000 is verschillend.
Radiofrequentie van Dräger X-
zone 5000 is verschillend.
Kabelstekker niet juist ingestoken,
kabelbezetting foutief of kabelbreuk.
Kabelstekker niet juist ingestoken,
kabelbezetting foutief of kabelbreuk.
Verkeerde houder (diffusie)
geplaatst.
Oplossing
let erop dat de stekker van het laad-
apparaat goed is ingestoken.
Accu-LED controleren.
Accu minstens 8 uur - 12 Ah, 14 uur
- 24 Ah laden.
Accu ook in uitgeschakelde toe-
stand regelmatig, minstens om de
2 maanden opladen.
Dräger X-zone 5000 verwarmen.
Eventueel beschermkast gebruiken.
Accu laten testen door de Dräger
Service.
Afstand controleren, evt. vervuiling
verwijderen.
Draadloze verbinding met behulp
van de PC software Dräger CC-
Vision activeren (zie "Apparaat con-
figureren" op pagina 135).
De afzonderlijke Dräger X-zone
5000 dichter bij elkaar zetten.
Additionele apparaten in de lijn
plaatsen.
Dräger X-zone 5000 verhoogd
plaatsen, evt. voetstuk (bestelnr.
83 20 645) gebruiken.
De verschillende Dräger X-zone
5000 dichter bij elkaar zetten.
Additionele apparaten in de lijn
plaatsen.
Dräger X-zone 5000 met communi-
catiekabel verbinden (zie "Appara-
ten via datakabel verbinden" op
pagina 130).
Let erop dat de apparaten vrijstaan.
Dräger X-zone 5000 met hetzelfde
netnummer gebruiken. Het netnum-
mer kan met behulp van de PC soft-
ware Dräger CC-Vision worden
geconfigureerd (zie "Apparaat confi-
gureren" op pagina 135).
Meerdere Dräger X-zone 5000 met
dezelfde radiofrequentie gebruiken.
Kabelaansluiting, -bezetting contro-
leren. Let erop dat de kabelstekker
goed is ingestoken.
Kabelaansluiting, -bezetting contro-
leren. Let erop dat de kabelstekker
goed is ingestoken.
Houder (pomp) plaatsen.