Glossar - Imperial DABMAN i500 BT Manual

17. Glossar

Access Point (AP/toegangspunt)
Een access point is een netwerkcomponent waarmee
de WLAN-clients (terminals) verbinding maken om gegevens uit te wisselen met
internet of andere clients. Hij wordt geïdentificeerd door de SSID. De DABMAN kan
verbinding maken met een toegangspunt om data te verkrijgen van verschillende andere
computers in het lokale netwerk of van audiostreams van het internet.
DHCP
Een afkorting die staat voor Dynamic Host Configuration Protocol en waarmee met
behulp van een geschikte server de dynamische toewijzing van IP-adressen en configura-
tieparameters van een computer kunnen worden toegewezen . Met DHCP kunnen extra
netwerkcomponenten zonder configuratie worden geïntegreerd. De configuratiewizard
van DABMAN schakelt DHCP in, zodat geen verdere configuratieparameters hoeven te
worden ingevoerd.
IEEE 802.11 b/g
NL
Duidt een industriestandaard voor draadloze netwerken aan.
De uitgever is het Institute of Electrical and Electronics Engineers. B staat daarbij voor
een maximale gegevensoverdrachtsnelheid van 11 Mbps en g van 54 Mbps. Onze DAB-
MAN ondersteunt beide standaarden.
IP (IP-adres) - (internetprotocol)
staat voor een transmissieprotocol dat veel wordt gebruikt in computernetwerken.
Daarbij krijgt iedere client een IP-adres (zoals een huisnummer) dat als vier paren getal-
len gescheiden door een punt (bijv. 127.80.1.34] wordt weergegeven Deze toewijzing
gebeurt bij DHCP automatisch. Als de DABMAN niet via DHCP geconfigureerd wordt,
kan het IP-adres handmatig worden ingevoerd.
LAN
Een lokaal netwerk (LAN) is een computernetwerk in een beperkt gebied (meestal een
bekabeld netwerk).
MAC-adres
(Media Access Control Adres] is het hardwareadres van elke netwerkcomponent,
welke dient voor unieke identificatie. Deze is vast en onveranderbaar.
Omdat de DABMAN een netwerkcomponent is, heeft deze ook een vast MAC-adres.
Deze bevindt zich op de onderzijde van het apparaat.
Handsleiding
194
BDA Dabman i 500_BT_Deutsch_01_19.indd 194 18.02.19 13:15