Hach AS950 Basic Operations page 178

Hardware-instellingen configureren
1. Druk op MENU.
2. Selecteer Hardware Setup (hardware-instellingen).
3. Selecteer een optie.
Optie
Sampler
Configure Sensors
(sensoren configureren)
AUX- en I/O-poort
Liquid Detect
(vloeistofsensor)
Regen- en RS485-poort
Thermal (temperatuur)
(weersbestendige
gekoelde sampler)
De sensoren configureren
1. Druk op MENU.
2. Selecteer Hardware Setup (hardware-instellingen)>Configure Sensors (sensoren
configureren)>[Selecteer sensor].
3. Selecteer een optie.
Opmerking: Niet alle volgende opties zijn van toepassing op alle sensoren.
Raadpleeg Tabel 4
beschrijvingen van alle US900x-sensorinstellingen. Raadpleeg
alle AV9000-sensorinstellingen.
Optie
Setup Wizard (instellingenwizard)
Kalibratie
Basic Settings (basisinstellingen)
Flow Settings (flowinstellingen)
2
Kalibreer de vloeistofsensor alleen met hulp van de technische ondersteuning.
178 Nederlands
Beschrijving
Site ID (site-id)—Geeft de naam op voor de monsternamelocatie (16 tekens).
Rinses (spoelingen)—Het aantal keren dat de inlaatslang moet worden
gespoeld voordat elk monster wordt genomen (0 tot 3). Sample Retries
(herhaalde monsternames)—Stelt in hoe vaak de monstername opnieuw wordt
geprobeerd als een monstername mislukt (0 tot 3).
Configureert de aangesloten sensoren. Raadpleeg
op pagina 178.
Type—Configureert de AUX I/O poort. Raadpleeg
op pagina 181.
Schakelt de vloeistofsensor in of uit. Kalibreert de vloeistofsensor
Enabled (ingeschakeld) (standaard)—Selecteer 'ingeschakeld' om de
vloeistofsensor te gebruiken en vloeistof in de slang te detecteren. Dit is
belangrijk deel van volumenauwkeurigheid en herhaalbaarheid. Zorg dat
'ingeschakeld' wordt geselecteerd in toepassingen waar het vloeistofpeil kan
veranderen. Disabled (uitgeschakeld)—Selecteer 'uitgeschakeld' wanneer het
monster wordt genomen uit een drukleiding of wanneer de sampler onder de
samplerbron staat, wat kan resulteren in vastgehouden water.
Configureert de Regenpoort voor aansluiting op de Hach regenmeter met
kiepende emmer of RS485-communicatie. Opties: Regen of RS485.
Wanneer RS485 wordt geselecteerd, worden het Modbus-adres (1 tot 255), de
baud-rate (9600, 19200, 38400, 57600 of 115200) en de pariteit (Geen, even of
oneven) aangepast.
Stelt de temperatuur in de gekoelde kast van de weersbestendige gekoelde
sampler in. Opties: 2,00 tot 10,00 °C (standaard: 4,00 °C) Kalibreert de
temperatuur in de gekoelde kast van de weersbestendige gekoelde sampler.
voor beschrijvingen van alle pH-sensorinstellingen. Raadpleeg
Omschrijving
Configureert alle sensorinstellingen. Kalibreert de sensor. Volg
de instructies op het scherm om de procedures te voltooien.
Raadpleeg
Kalibreert de sensor. Raadpleeg
op pagina 192.
Configureert de basisinstellingen van de sensor.
Configureert de sensorinstellingen die worden gebruikt om de
flow te berekenen.
De sensoren configureren
De AUX I/O-poort configureren
Tabel 6 voor beschrijvingen van
De sensoren kalibreren op pagina 192.
De sensoren kalibreren
2
.
Tabel 5 voor