Technische Gegevens; Bedrijfsomstandigheden; Explosieve Omgevingen; Garantie - Xylem LOWARA Sekamatik 50 E Installation, Operation And Maintenance Manual

2.3. Technische gegevens

Afvoer
SEKAMATIK 50 E en SEKAMATIK 50 D
Spanning
1-Fasige motor (Model W)
3-Fasige motor (Model D)
Snelheid
SEKAMATIK 50 E en SEKAMATIK 50 D
Isolatieklasse
Behuizingsklasse
Pompmotor
Schakelkast
Kabel
Unit - schakelkast
Schakelkast - stekker
Kabeltype
Unit - schakelkast
Schakelkast - stekker
Controle stroomverbruik
Omgevingstemperatuur
Opslagtemperatuur
Geluidsniveau tijdens bedrijf, 1,60 m van de
grond
SEKAMATIK 50 E, SEKAMATIK 50 D
Invoerhoogte 180 mm
Tankvolume 46 l
Werkvolume 24 l

2.4. Bedrijfsomstandigheden

Maximale vloeistoftemperatuur: 35°C, gedurende korte
tijd tot 60°C.
Dichtheid van de pompvloeistof: max. 1100 kg/m
Ph-waarde van de pompvloeistof: 5 tot 11.
Werking: De motoren zijn ontworpen voor een continue
werking (S1) met een volledig ondergedompelde motor,
maximaal 15 starts per uur. Onze standaardgarantie en
onderhoudsregels gelden voor een intermitterende werking.
Voor verminderde garantieperiodes en service-intervallen
vanwege continue bedrijfsomstandigheden, neem contact
op met onze serviceafdeling.

2.5. Explosieve Omgevingen

Voor het gebruik van de pompen in explosieve
omgevingen mogen enkel modellen met explosieveilige
motoren (Ex model) worden gebruikt.
Voor elke afzonderlijke installatie moet de
explosieklasse (Ex-class) van de pomp worden
goedgekeurd door de lokale instanties.

3. Garantie

Onze garantie dekt enkel pompen die worden geïnstalleerd
en bediend in overeenstemming met deze installatie- en
bedieningsinstructies en die codes van goede praktijk
hebben bevestigd en worden gebruikt voor de
toepassingen die vermeld staan in deze instructies.

4. Vervoer en opslag

Gebruik nooit de kabel, de pomp of de
drukcompensatieslang om de unit te heffen, te zakken of te
vervoeren.
Het unit moet in verticale of horizontale positie worden
vervoerd en bewaard. Zorg dat het niet kan rollen of vallen.
Voor langere bewaarperiodes moet de unit worden
beschermd tegen vocht, vrieskou of hitte.

5. Elektrische aansluiting

5.1. Algemene instructies

BSP 2" M
dat de vereiste maatregelen inzake elektrische
230 V
bescherming worden toegepast. De bevestiging op de
400 V
grond, de aarding, scheidingstransformator,
aardlekschakelaar of stroomonderbreker bij foutspanning
2900 tpm
moet overeenstemmen met de richtlijnen die werden
H
voorgeschreven door de verantwoordelijke
elektriciteitscentrale.
IP 68
IP 54
gegevensblad moet overeenstemmen met de bestaande
3,0 m
netspanning.
0,8 m
A05RN-F...
contactdoos worden geïnstalleerd op een overstromings-
H07RN-F...
en vochtvrije manier. Controleer voor de inbedrijfstelling de
15 W
kabel en de stekker op schade.
0 tot 40°C
-30 tot +50°C
 70 d(B)A
pomp mag niet worden ondergedompeld om te voorkomen
dat water via de kabel in de motor komt.
ook de explosieveilige pompen mogen niet worden
250 mm
geïnstalleerd in explosieve omgevingen.
46 l
31 l
De elektrische aansluiting van de pomp moet worden
gedaan in overeenstemming met de lokale vereisten.
De werkspanning en frequentie staan aangeduid op de
naamplaatjes van de pomp en de regelaar.
Spanningstolerantie: +6% tot -10% van de spanning
weergegeven op de naamplaten. Zorg ervoor dat het
3 opvoerstation geschikt is voor de elektriciteitsvoorziening
op de plaats van installatie.
De afvoerunits worden geleverd met een schakelkast. De
regelaar voor enkelfasige pompen bevat ook de vereiste
bedrijfscondensatoren.
De pompmotoren hebben een thermoschakelaar in de
motorwikkelingen. De thermoschakelaar beschermt de
motor tegen oververhitting door het afsluiten van de
pompvoorziening via de regelaar.
De elektrische aansluiting moet worden uitgevoerd in
overeenstemming met de markering op de kabel van de
regelaar.
De opvoerstations vereisen geen bijkomende
motorbescherming.
Verbind de units met de netspanningsvoorziening.
Een externe foutsignaalinrichting kan worden verbonden
met de regelaar via de potentiaalvrije foutsignaaloutput.
Maximale belasting: AC 250 V, 5 A, AC 1.
Motor-Start
De motor van de units zijn ontworpen voor een direct-on-
line (DOL) start.

5.2. Elektronische schakelkast

De uitgeruste elektronische schakelkast regelt de
bedieningsfuncties en meldt fouten die zich kunnen
voordoen.

5.2.1. Enkelvoudig station

De keuzeschakelaar voor functies biedt de volgende
mogelijkheden:
Bedieningsschakelaar
Stand 'Manu'
De pomp werkt ongeacht het vloeistofniveau in de tank. Om
de pomp te stoppen doe de schakelaar uit. De schakelaar
gaat naar de stand 'Aus/Off'.
60
Vóór de inbedrijfstelling moet een expert verzekeren
De spanning die wordt vereist in het technische
Zorg ervoor dat de elektrische aansluitingen met pin en
Het uiteinde van de stroomvoorzieningskabel van de
De normale afzonderlijke motorstarter/schakelkast en