Toshiba RAV-SM304MUT-E Installation Manual page 156

Hide thumbs Also See for RAV-SM304MUT-E:
Table of Contents

Advertisement

Available languages
  • EN

Available languages

  • ENGLISH, page 1
• Gebruik de in de volgende tabel aangegeven
aantrekkoppels.
Buitendiameter van
Aantrekkoppel (N•m)
verbindingsleiding (mm)
6,4
14 tot 18 (1,4 tot 1,8 kgf•m)
9,5
34 tot 42 (3,4 tot 4,2 kgf•m)
12,7
49 tot 61 (4,9 tot 6,1 kgf•m)
15,9
63 tot 77 (6,3 tot 7,7 kgf•m)
• Aandraaimoment voor getrompte
leidingverbindingen.
Druk bij het gebruik van R410A is hoger dan bij R22.
(Ongeveer 1,6 maal) Draai de getrompte
leidingaansluiting tussen de binnen- en de
buitenunits daarom vast met een momentsleutel met
het voorgeschreven aandraaimoment.
Slechte aansluitingen kunnen naast gaslekken ook
storingen in het koelsysteem veroorzaken.
VOORZICHTIG
Als u de moer aandraait met een te groot moment kan
die barsten afhankelijk van de
installatieomstandigheden.
 Ontluchten
Trek een vacuüm met een vacuümpomp die is
aangesloten op de laadklep van de buitenunit.
Meer informatie vindt u in de installatiehandleiding van
de buitenunit.
• Gebruik het koelmiddel niet in de buitenunit voor het
ontluchten.
VEREISTEN
Gebruik uitsluitend gereedschap (vulslang, enz.) dat
exclusief gefabriceerd is voor R410A.
Toe te voegen hoeveelheid koelmiddel
Voeg koelmiddel "R410A" toe volgens de
installatiehandleiding van de buiteneenheid.
Zorg dat u de juiste hoeveelheid koelmiddel bijvult met
gebruik van een meter.
VEREISTEN
• Als u te veel of te weinig koelmiddel bijvult,
veroorzaakt dat storingen in de compressor.
Laad de vereiste hoeveelheid koelmiddel.
• Wanneer het koelmiddel wordt bijgevuld, moet de
lengte van de leiding en de hoeveelheid toegevoegd
koelmiddel genoteerd worden op het F-GAS label van
de buitenunit. Dat is nodig om problemen op te lossen
bij een defect van de compressor of het koelsysteem.
21-NL
Open de afsluitklep volledig
Open de afsluitklep van de buitenunit volledig.
Hiervoor is een inbussleutel van 4 mm nodig.
Meer informatie vindt u in de installatiehandleiding van
de buitenunit.
Controle op gaslekken
Controleer met een lekdetector of zeepwater of het gas
al dan niet lekt uit de leidingaansluitingen of de
afsluitklep.
VEREISTEN
Gebruik een lekdetector die geschikt is voor het
verwerken van HFC-koelmiddel (R410A, R134a).
Thermische isolatie aanbrengen
Breng op zowel de gas- als de vloeistofleidingen
thermische isolatie aan.
• Gebruik voor de thermische isolatie van
gasleidingen materiaal dat hittebestendig is tot
120 °C of hoger.
• Breng het bijgeleverde thermische isolatiemateriaal
zorgvuldig, zonder openingen te laten, aan op de
leidingaansluiting van de binnenunit.
VEREISTEN
• Breng de thermische isolatie zorgvuldig aan op op de
leidingaansluiting van de buitenunit tot aan de basis
zonder de leiding bloot te laten. (Door blootstelling van
de leiding kan een waterlek ontstaan.)
• Breng de thermische isolatie aan met de insnijdingen
naar boven (plafond) gericht.
Bedek de leiding, zonder openingen tussen
de binnenunit te laten, met het bijgeleverde
isolatiemateriaal.
De zoom moet omhoog zijn
Binnenunit
gericht (naar plafond).
Flensmoer
Thermische
Thermisch
isolatie van de
Bindband (los
isolatiemateriaal
Koppeling
leiding
(bijgeleverd)
verkrijgbaar)
– 11 –
7
Elektrische aansluiting
WAARSCHUWING
• Gebruik de gespecificeerde draden en kabels en verbind deze stevig met de diverse aansluitingen. Zet goed
vast zodat er geen externe kracht op de aansluitingen kan worden uitgeoefend.
Een foute verbinding of bevestiging kan brand en andere problemen veroorzaken.
• Verbind een aardedraad. (aarden)
Een foute aarding kan een elektrische schok veroorzaken.
Sluit aardekabels niet aan op gasleidingen, waterleidingen, bliksemafleiders of aardekabels voor telefoonkabels.
• Installeer en verbind in overeensteming met de nationale reglementen m.b.t. elektra.
Een stroomcircuit met onvoldoende capaciteit of een foute installatie kan een elektrische schok of brand
veroorzaken.
VOORZICHTIG
• Zie de Installatiehandleiding van de buitenunit voor de stroomspecificaties.
• Verbind nooit 220 - 240 V met de aansluitblokken (
Anders werkt het systeem niet.
• Beschadig het geleiderdraad en de binnenste isolatie van de stroomdraden en verbindingsdraden niet wanneer u de
buitenste isolatie verwijdert.
• Leid de bedrading zodanig dat deze niet in contact komt met de hete leiding.
Daardoor kan de beschermde laag smelten en kunnen ongelukken gebeuren.
• Schakel de stroom van de binnenunit pas in nadat de koelmiddelleidingen volledig vacuüm gezogen zijn.
 Specificaties verbindingsdraden tussen binnenunit / buitenunit
Verbindingskabel tussen
4 x 1,5 mm
binnen- en buiteneenheid*
(H07 RN-F of 60245 IEC 66)
*Kabelnummer x kabelgrootte
Verbinden van de draden van de afstandsbediening
Bedrading van de afstandsbediening, bedrading tussen
afstandsbedieningen (inter-bedrading)
Totale lengte van bedrading afstandbediening en
afstandsbedieningen inter-bedradingen = L + L1 + L2 + ... Ln
Totale lengte van afstandsbedieningen inter-bedradingen = L + L2 + ... Ln
VOORZICHTIG
De bedrading van afstandsbedieningen en bedrading van binnenunits/buitenunit mogen geen contact met elkaar
maken en dienen niet in eenzelfde circuit te liggen. Het systeem zal anders mogelijk onjuist functioneren vanwege ruis
of andere factoren.
Binnenunit
L
Verbinden van de
draden van de
L1
afstandsbediening
Afstands-
bediening
afstandsbediening tussen eenheden
A
,
B
) voor de afstandsbediening.
2
of meer
max.
70 m
2
Formaat draad: 2 × 0,5 t/m 2,0 mm
Alleen in geval van bedraad type Max. 500 m
In geval van draadloos type incl.
Max. 400 m
Max. 200 m
Binnenunit
Binnenunit
Binnenunit
L2
Ln
(max. 8 eenheden)
Bekabeling van de
22-NL

Hide quick links:

Advertisement

Table of Contents
loading

This manual is also suitable for:

Rav-sm404mut-eRav-sm454mut-eRav-sm564mut-e

Table of Contents