Download Print this page

Husqvarna DR 350 T Operator's Manual page 22

Advertisement

Available languages
  • EN

Available languages

  • ENGLISH, page 15
- Trekken aan het touw van de
lanceerinrichting totdat de machine start.
- De starter afzetten en de motor enkele
minuten laten opwarmen voor het gebruik.
• Schuinzetten van de kolom
De stelschroeven losdraaien.
De kolommen in de gewenste hoekstand
zetten.
Maximum hellingshoek 30 °.
De borgschroeven aandraaien.
• Controleer of het werktuig behoorlijk aan
de boorspil vast zit.
• Controleer of de druk en het debiet van
het spoelwater voldoende zijn..
Laat de boormachine niet onbelast
zonder watertoevoer draaien (dit kan
namelijk de afdichtingsringen van de
sproeikop beschadigen).
• Bepaal het toerental volgens de diameter
van het boorgat.
• Zet de motor aan (raak zo mogelijk het
materiaal niet aan).
• Breng voorzichtig het werktuig al draaiend
op het te boren materiaal. Doe dit met
behulp van het bedieningswiel, zonder
overmatige druk op het materiaal uit te
oefenen. Het boren van de eerste
centimeter is uiterst belangrijk en moet
beschouwd worden als het centreren van
het werktuig. (Hoge boordruk kan een
zijdelingse afwijking van de boor tot
gevolg hebben ; hierbij is het opgenomen
vermogen, dat door wrijving van de buis
op het materiaal veroorzaakt wordt, des te
hoger, daar er dieper geboord wordt.).
• Zodra het wertuig gecentreerd is, kunt u
de boordruk verhogen om de juiste
doordringingssnelheid te verkrijgen. Bij
een te lage boordruk kan de diamant
gladgeslepen worden en aldus zijn
scherpe kant verliezen. Bij een te hoge
boordruk wordt de diamant weggevreten
en raakt het werktuig voortijdig versleten.
Opmerking :
Stoot U tijdens het boren van een
betonstructuur op wapeningsstaal, dan
dient u de druk van het werktuig te
verminderen,
daar
doordringingssnelheid in staal lager is
dans in beton.
• Indien in bepaalde gevallen, afhankelijk
van de doorsnede van het werktuig, het
boren met hoge draaisnelheid ingezet
wordt, verlaag dan de draaisnelheid bij het
doorboren van de wapeningsstaven.
• De graad van slijtage van het werktuig
hangt voornamelijk samen met de
dichtheid van het doorboorde staal, met
de schurende eigenschappen van het
beton, met de aard en samenstelling van
het bijslagmateriaal, met de verhouding
tussen diameter werktuig en diameter
wapeningsstaven en met het vermogen
van de motor die voor de taak gebruikt
wordt.
• Bij het boren van poreus of gebarsten
materiaal of bij snijboren dringt al het
spoelwater het materiaal binnen. Men ziet
dan dat er geen water uit het boorgat
stroomt. In dergelijk geval voert u het
waterdebiet tot een maximum op, zodat
het werktuig behoorlijk gekoeld en
gesmeerd blijft.
• Bij alle boorwerkzaamheden moet het
waterdebiet zo opgevoerd worden, dat het
wegstromende belaste water vloeibaar
blijft. In geen geval mag er verhitting van
het water, dus van het werktuig, optreden.
9
Einde van het boren
• Zodra het boren beëindigd is, d.w.z.
wanneer het materiaal doorstoken is of
het boorgat de gewenste diepte heeft
bereikt (blinde boring) :
Zet de motor af.
Ga door met spoelen.
Haal met het bedieningswiel het
werktuig weer naar boven.
Sluit de spoelwatertoevoer af terwijl het
werktuig in de hoogste stand staat.
Na het boren
10
Vertikaal boren
• Sluit onmiddellijk het boorgat af om te
voorkomen dat de (eventueel in het
werktuig gebleven) boorkern in het gat
terugvalt.
Horizontaal boren
• Het werktuig met behulp van de tangen
van de boorspil losschroeven en
verwijderen. Klop met de houten steel
van een hamer tegen de zijkant van de
buis van het werktuig totdat de boorkern
geheel naar beneden gezakt is.
• Sla het werktuig nooit heftig tegen een
hard oppervlak of met een metalen stuk
gereedschap. Dit kan namelijk de buis
vervormen waardoor de boorkern niet
meer naar buiten kan ; een vervormde buis
is voor verdere boorwerkzaamheden o.
• Blijft de boorkern binnen in het werktuig
steken, breek dan met een beitel in de
asrichting van het onderste gedeelte van
de boorkern, of door druk via het
verloopstuk (klokboor), de boorkern in
stukken.
• Ingeval de boorkern in het boorgat blijft
steken :
Demonteer de bevestingsinrichting van
de boormachine indien het boren
beëindigd is.
Demonteer het werktuig indien er dieper
geboord moet worden, zodat naderhand
de
het werktuig gecentreerd blijft.
• Steek in beide gevallen een (houten of
metalen) wig in de ringvormige opening ;
drijf de wig in de opening totdat de
boorkern breekt en verwijderd kan
worden.
• Is de boring dieper dan de hoogte van het
werktuig, demonteer dan nooit de
bevestiging van de machine. Haal de
eerste boorkern uit het boorgat (zie
hierboven), laat vervolgens voorzichtig
het werktuig opnieuw in het boorgat
zakken, breng hierop het verlengstuk aan
en schroef het andere uiteinde aan de
boorspil van de boormachine.
• Boor
volgens
aanwijzingen
hoofdstukx9.
11
Onderhoud
• Maak na elke boring de machine schoon
om aankoeken van uitgedroogd spoelslib
te voorkomen.
• Reinig en droog de hele boormachine af.
• Borstel en smeer :
de schroefdraden van de boorspil,
de schroefdraden van de werktuigen,
verleng- en verloopstukken.
• Door juist onderhoud blijft uw apparatuur
hoge prestaties leveren. Dit bespaart u
problemen met blokkeren en vastlopen
van
schroefdraden
vroegtijdige slijtage van de slede.
12
Diamantwerktuigen
• Ga met dit gereedschap voorzichtig om,
zodat u het maximaal kunt gebruiken
(kostenbesparend door vervangbare
bezetting).
• Diamantwerktuigen kunnen voorgoed
beschadigd worden door een heftige
stoot tegen een hard oppervlak, door
verbrijzeling onder een last of door
gebruik
van
demontagegereedschap (kettingtang,
pijptang) op de buis.
13
Stoornissen tijdens het boren
Het werktuig blijft in het boorgat steken
• De motor blokkeert plotseling. Zet de
motor onmiddellijk af.
• Controleer en herstel zo nodig het juiste
spoelwaterdebiet
• Probeer door voorzichtig het handwiel te
draaien het werktuig uit het boorgat
omhoog te halen.
• Nooit en te nimmer proberen het
werktuig te deblokkeren door de machine
steeds weer op te starten.
Het werktuig komt naar boven : verwijder
de boorkern (zie hoofdstuk 10), reinig de
bodem van het boorgat en zet de boring
voort.
Het werktuig blijft geblokkeerd : plaats
de passende tang op het verloopstuk
van het werktuig, draai het heen en
weer en oefen tegelijkertijd druk uit op
het handwiel. Als het werktuig uit het
gat getrokken is : de boorkern
verwijderen, het boorgat reinigen en de
boring voortzetten.
• In uiterste gevallen : het werktuig blijft
onwrikbaar in het boorgat vastzitten. Een
segment of gedeelte van de diamantring
kan door z.g. 'overboren' terugverkregen
worden. Dit geschiedt als volgt : boor
opnieuw volgens dezelfde aslijn over het
geblokkeerde werktuig heen. Gebruik
hiertoe
een
werktuig
binnendiameter die 10 mm groter is dan
de diameter van het geblokkeerd
werktuig. Ga te werk als voor een
normale boring.
De bevestiging van de boormachine laat
tijdens het boren los
• Zet onmiddellijk de motor af. Controleer
de verschillende bevestigingspunten van
de boormachine.
in
Bevestiging d.m.v. bout en anker
• Zie na of de borgmoer vast aangedraaid
en de bout voldoende verankerd is (met
een loszittende bout is geen goede
verankering mogelijk). Boor een nieuw
gat en breng het geheel weer op zijn
plaats.
• Centreren en richten op de bestaande
boring is bijzonder moeilijk. Geadviseerd
wordt om, indien mogelijk, de aslijn van
het te boren gat enigszins te verplaatsen,
of anders met een iets grotere diameter
te boren.
en
beperkt
ongeschikt
met
een
17

Advertisement

loading