Chamberlain CB24 Owner's Manual page 66

Ter vermijding van het gevaar van ZWAAR LICHAMELIJK
LETSEL of LEVENSGEVAAR dient u de volgende instructies in
acht te nemen:
• ALLE onderhoudswerkzaamheden aan de hekaandrijving of in
de buurt van de hekaandrijving mogen pas worden uitgevoerd,
NADAT het hek door uitschakelen van de vermogensschakelaar
van het lichtnet is losgekoppeld. Na beëindiging van de
onderhoudswerkzaamheden MOET het werkgebied worden
ontruimd en beveiligd, voordat het apparaat weer in gebruik
kan worden genomen.
• VOOR verdere werkzaamheden stroom bij de zekeringenkast
uitschakelen. De hekaandrijving MOET conform de plaatselijk
geldende elektrovoorschriften correct worden geaard en
aangesloten. INSTRUCTIE: De hekaandrijving moet over een
eigen zekering met de geschikte ampèrewaarde beschikken.
• ALLE elektrische aansluitingen moeten door gekwalificeerd
vakpersoneel worden uitgevoerd.
De complete bedrading voor de lichtnetaansluiting moet gescheiden en goed beschermd zijn van de andere bedradingen.
INSTRUCTIE: Berekening aan de hand van de NEC-richtlijnen. De bedrading moet voldoen aan de vereisten van de plaatselijk geldende
voorschriften, alsmede de ter plaatse heersende omstandigheden.
230 Vac
LICHTNETAANSLUITKABEL
(KOPERKERN)
Draaddikte Draadlengte
0,75/1,5mm 2 50m
2,5mm 2 100m
LA400-JB40-MOTOR
BOUWPAKKET "VERLENGKABEL"
Bouwpakket bevat:
(1) 12-m-kabel met aansluitklemmen
(1) Verdeelkast IP65
(2) Kabelwartels met trekontlasting
PG 13,5
(1) Bevestigingselementen
I N S T A L L A T I E V A N E E N A A R D I N G S S T A A F / K A B E L
Aardingskabel aansluiten op de
besturingskast.
(1) Besturingskast
B E D R A D I N G
24 Vac TRANSFORMATOR
(KOPERKERN)
Draaddikte Draadlengte
0,75/1,5mm 2 50m
2,5mm 2 100m
(OPTIONEEL)
1
Earth Ground
12 gauge
Installation
wire
8 Ft
LET OP LET OP
• VOOR de kabelaanleg of ingebruikneming van de
hekaandrijving ABSOLUUT het schakelschema doornemen. Wij
LET OP LET OP
adviseren VOOR de verdere installatie van de besturing de
installatie van een optionele veiligheidsomkering.
• De COMPLETE lichtnetaansluitkabel moet gescheiden en goed
beschermd zijn van de andere bedradingen. De
onderbrekingsschakelaar moet goed zichtbaar en duidelijk
aangegeven zijn.
• ALLE bedradingen voor de lichtnetaansluiting en voor de
verbruikers MOETEN in gescheiden kanalen worden aangelegd.
• VOOR de bedrading van de lichtnetaansluiting of van de
verbruiker(s) moeten alle hierna beschreven specificaties en
waarschuwingsinstructies in acht worden genomen.
Veronachtzaming kan resulteren in ZWAAR LICHAMELIJK
LETSEL en/of SCHADE aan de hekaandrijving.
LET OP LET OP
VOORZICHTIG VOORZICHTIG
Het systeem moet worden geaard. Indien geen aardingskabel
aanwezig is, moet een aardingsstaaf worden geïnstalleerd. Er
moet worden voldaan aan de plaatselijk geldende EN- of IEC-
normen.
6
1
3
2