Nederlands - Duracraft DD-TEC10 Operating Instructions Manual

Table of Contents

Advertisement

Available languages
  • EN

Available languages

  • ENGLISH, page 4

NEDERLANDS

BELANGRIJKE VEILIGHEIDSAANWIJZINGEN
Lees voor ingebruikname van de luchtontvochtiger alle instructies
door. Bewaar de gebruikshandleiding voor latere referentie.
1. Dit apparaat is niet bestemd voor gebruik door personen
(inclusief kinderen) met verminderde lichamelijke, sensorische
of mentale capaciteiten, of gebrek aan ervaring en kennis,
tenzij onder toezicht of na het verschaffen van instructies met
betrekking tot het gebruik van het apparaat door een persoon
die verantwoordelijk is voor hun veiligheid. Kinderen dienen
onder toezicht te blijven om zeker te zijn dat ze niet met het
apparaat spelen.
2. Gebruik de luchtontvochtiger niet buiten.
3. Plaats de luchtontvochtiger op een effen, stabiel,
waterongevoelig oppervlak. Zorg ervoor dat de
luchtontvochtiger stevig staat, zodat hij niet kan omvallen
of ergens vanaf kan vallen. Water kan meubels en
vloerbedekkingen beschadigen.
4. Rol de netkabel helemaal af. Een niet volledig afgerolde kabel
kan tot oververhitting leiden en brand veroorzaken.
5. Gebruik geen verlengsnoer, stekkerdoos of traploze
snelheidsregelaar. Dit kan tot oververhitting, brandgevaar of een
elektrische schok leiden.
6. Sluit de luchtontvochtiger alleen aan op een eenfasige
contactdoos met randaarde met de op het typeplaatje
aangegeven netspanning.
7. Schakel de luchtontvochtiger altijd via de bedrijfstoets (2)
uit en trek altijd de netstekker (13) uit de contactdoos als
de luchtontvochtiger niet wordt gebruikt of als deze wordt
verplaatst, aangeraakt of gereinigd. Trek niet aan de netkabel als
u het toestel loskoppelt van het lichtnet. Trek de netstekker niet
uit de contactdoos als de luchtontvochtiger in bedrijf is, maar
schakel de ontvochtiger altijd eerst via de bedrijfstoets (2) uit.
8. De luchtontvochtiger werkt optimaal bij een kamertemperatuur
van 13°C tot 35°C. Een optimale ontvochtigingsprestatie is
alleen bij hogere temperaturen (vanaf 22°C) en een hoge
luchtvochtigheid (vanaf 70%) mogelijk.
9. Gebruik de luchtontvochtiger niet in de buurt van licht
ontvlambare gassen of stoffen, in de buurt van open vuur of op
plaatsen waar olie- of waterspetters kunnen voorkomen. Spuit
geen insectenverdelgingsmiddelen of soortgelijke middelen
op de luchtontvochtiger. Zorg ervoor dat de luchtontvochtiger
niet wordt blootgesteld aan direct zonlicht. Gebruik de
luchtontvochtiger niet in een kas of in de buurt van een bad,
douche of zwembad. Plaats geen hete of zware voorwerpen op
de luchtontvochtiger.
10. De luchtinlaat- en uitlaatopeningen (9+10) moeten tijdens
de ontvochtiging altijd open zijn. Zorg ervoor dat er geen
voorwerpen in de luchtinlaat- en -uitlaatopeningen (9+10)
kunnen komen. Dit kan tot oververhitting, brand gevaar of
een elektrische schok leiden. De luchtontvochtiger mag niet
achter gordijnen of andere voorwerpen of obstakels worden
geplaatst die de luchtcirculatie negatief kunnen beïnvloeden. U
dient een veiligheidsafstand van minimaal 50 cm ten opzichte
62
van andere voorwerpen aan te houden. Bovendien moet een
veiligheidsafstand van minimaal 60 cm ten opzichte van natte
cellen zoals douchecabines, wastafels, spoelbakken, badkuipen
enz. worden aangehouden. Een afstand van 120 cm is vereist ten
opzichte van vaste waterbronnen.
11. Verwijder de watertank (15) niet als de luchtontvochtiger in
bedrijf is. Water kan meubels en vloeren beschadigen of een
elektrische schok veroorzaken.
12. Wacht 3 - 5 minuten nadat u de luchtontvochtiger hebt
uitgeschakeld, voordat u hem weer in gebruik neemt.
13. Dompel de luchtontvochtiger niet onder in water of andere
vloeistoffen en giet geen water of andere vloeistoffen over het
apparaat of in de luchtinlaat- en –uitlaatopeningen (9+10).
14. Reinig de luchtontvochtiger regelmatig en volg hiervoor de
reinigingsinstructies.
15. Transporteer de luchtontvochtiger altijd in staande positie.
Voor de eerste ingebruikname moet u de ontvochtiger eerst
gedurende 24 uur rechtop staand laten staan. U moet de
luchtontvochtiger na elk transport direct rechtop zetten. Wacht
minimaal 60 minuten, voordat u de luchtontvochtiger weer in
gebruik neemt. Leeg voor elk transport de watertank (15).
16. De luchtontvochtiger mag alleen conform de instructies van deze
gebruikshandleiding worden gebruikt. Bij niet-navolging van
deze instructies bestaat risico op lichamelijk letsel, brand, een
elektrische schok of defecten.
17. De luchtontvochtiger mag alleen voor privé-gebruik binnenshuis
worden gebruikt en is niet geschikt voor commercieel gebruik.
18. Als de stroomkabel is beschadigd, moet deze worden vervangen
door de fabrikant, zijn onderhoudstechnicus of een soortgelijk
bevoegd persoon om de kans op gevaar te voorkomen.
19. Neem deze luchtontvochtiger niet in gebruik als deze is
beschadigd, beschadigingen vertoont of niet goed werkt. Trek de
netstekker uit de contactdoos.
ONDERDELEN
1 Bedieningspaneel
2 Bedrijfstoets
3 Toets voor continubedrijf
4 Toetsen luchtvochtigheidspercentage /
5 Display
6 Bedrijfs-LED
7 Watertank-LED
8 LED continubedrijf
9 Luchtuitlaatopening
10 Luchtinlaatopening
11 Transportgreep
12 Transportrollen
13 Netkabel met netstekker
14 Kabelhouder
15 Watertank ca. 2,9 liter
16 Opening voor waterafvoerslang
17 Wateraansluiting
18 Indicator waterniveau
19 Vlotter
20 Luchtfilter
EERSTE INGEBRUIKNAME
1. Lees voor ingebruikname van de luchtontvochtiger alle
instructies door.
2. Pak de luchtontvochtiger uit, verwijder het verpakkingsmateriaal
en verwijder het volgens de milieurichtlijnen.
3. Plaats de luchtontvochtiger op een effen, stabiel,
waterongevoelig oppervlak. Water kan meubels en
vloerbedekkingen beschadigen of een brand of een elektrische
schok veroorzaken. Zorg ervoor dat de luchtontvochtiger stevig
staat, zodat hij niet kan omvallen of ergens vanaf kan vallen.
Neem de veiligheidsafstanden in acht zoals genoemd onder
"Belangrijke veiligheidsaanwijzingen", punt 10.
WATER AFVOEREN
Met de luchtontvochtiger kunt u water op twee manieren afvoeren:
OPMERKING: Het opgevangen condenswater mag niet meer worden
gebruikt.
WATERTANK 2,9 LITER
1. Als de watertank (15) vol is, knippert de LED (7). Het
ontvochtigingsbedrijf wordt automatisch stopgezet.
2. Wacht ca. 30 minuten, voordat u de watertank (15)
verwijdert, zodat het resterende water in de watertank
kan uitdruppen. Verwijder de watertank niet als de
luchtontvochtiger in gebruik is of zojuist is uitgeschakeld.
3. Grijp in de uitsparingen aan de zijkant van de watertank
(15) en trek de tank met beide handen voorzichtig uit het
apparaat. Op de display (5) verschijnt "P2".
4. Leeg de tank alleen via de kant tegenover de vlotter (19).
5. Schuif de watertank (15) met beide handen terug in de
uitgangspositie, totdat deze hoorbaar vastklikt. De LED
(7) gaat uit. Op de display (5) verschijnt de relatieve
luchtvochtigheid.
6. Als de LED (7) niet uitgaat, trekt u de watertank (15) weer uit
het apparaat.
7. Controleer of de vlotter (19) op de juiste manier is
geïnstalleerd. De vlotter mag niet worden verwijderd, omdat
anders de automatische onderbreking van de ontvochtiging
niet kan worden gewaarborgd. Overlopend water kan
voorwerpen en vloerbedekkingen beschadigen of een
elektrische schok veroorzaken.
NEDERLANDS
8. Plaats de watertank (15) opnieuw terug zoals beschreven
onder punt 5.
PERMANENTE WATERAFVOER
Wanneer u een permanente waterafvoer wilt installeren, gaat u
als volgt te werk. Opmerking: Het ontvochtigingsbedrijf wordt
bij deze vorm van de waterafvoer niet onderbroken.
1. Zorg ervoor dat de luchtontvochtiger uitgeschakeld is. Trek
de netstekker uit de contactdoos.
2. Verwijder met een nijptang of soortgelijk gereedschap
voorzichtig de afdekking van de opening (16) aan de
achterkant van het apparaat. (Afb. 1)
3. Verwijder de watertank (15). Schuif een waterslang
(binnendiameter 16 mm) door de opening (16) en geleid de
slang naar binnen. Duw de slang vast op de wateraansluiting
(17) in het apparaat. Controleer of de waterslang goed op de
wateraansluiting is aangesloten en niet los kan raken. (Afb.
2)
4. Plaats de slang direct in een waterafvoer. Zorg ervoor dat
de waterslang over de hele lengte afloopt, niet geknikt is,
niet in de knoop ligt of verstopt is, zodat het water veilig
en ongehinderd kan aflopen. Controleer regelmatig of de
waterslang nog goed vastzit en niet lekt.
5. Schuif de watertank (15) met beide handen in de
uitgangspositie, totdat deze hoorbaar vastklikt.
GEBRUIKSAANWIJZING
1. Stop de netstekker in de contactdoos. Raak de netkabel niet met
natte handen aan. De bedrijfs-LED knippert.
2. Controleer of de luchtinlaat- en uitlaatopeningen (9+10) open
zijn. De luchtinlaat- en uitlaatopeningen moeten tijdens het
ontvochtigingsbedrijf altijd open zijn.
3. Druk op de bedrijfstoets (2) om de luchtontvochtiger in gebruik
te nemen. De bedrijfs-LED (6) gaat branden. Op de display
verschijnt het relatieve luchtvochtigheidspercentage dat
werkelijk in de ruimte aanwezig is.
4. De luchtontvochtiger is af fabriek ingesteld op een
relatieve luchtvochtigheid van 60 %. Om het relatieve
luchtvochtigheidspercentage te verlagen, drukt u op de toets
(4); om de waarde te verhogen drukt u op de toets (4). U kunt
kiezen tussen 35 – 80 % RH.
5. Als de luchtontvochtiger de geprogrammeerde luchtvochtigheid
heeft bereikt, wordt het ontvochtigingsbedrijf onderbroken.
Het apparaat begint pas weer te werken als de relatieve
luchtvochtigheid in de ruimte boven de geprogrammeerde
waarde is gestegen.
6. Als u de luchtontvochtiger wilt instellen op continubedrijf, drukt
u op de toets (3). De relatieve luchtvochtigheid kan niet via de
toetsen en (4) worden geprogrammeerd.
7. Voor het transport van de luchtontvochtiger gebruikt u de
transportgreep (11) en de transportrollen (12).
63

Hide quick links:

Advertisement

Table of Contents
loading

Table of Contents