Stiga T 92 Series Quick Manual For Use page 242

Ride-on lawnmower with seated operator
Hide thumbs Also See for T 92 Series:
Table of Contents

Advertisement

Available languages
  • EN

Available languages

  • ENGLISH, page 114
• Opvangzak leegmaken
BELANGRIJK Het legen van de opvangzak kan alléén wor-
den uitgevoerd als de messen uitgeschakeld zijn; is dit niet het
geval dan slaat de motor af.
Om de opvangzak leeg te maken:
1. de maai-inrichtingen uitschakelen;
2. het toerental van de motor verlagen;
3. stel de transmissie in de vrijstand («N») en stop de
vooruitbeweging;
4. trek de handrem aan;
Handmatige bediening:
1. trek de hendel uit (afb. 24.A) en kantel de opvangzak om
hem leeg te maken;
2. sluit de opvangzak zodat dat hij wordt vastgekoppeld
aan de veerhaak (afb. 24.B) en plaats de hendel terug.
Elektrische bediening:
1. met de bediener op de stoel, moet de knop (afb. 24.C)
ingedrukt gehouden worden tot de opvangzak helemaal
is gekanteld;
2. als de zak helemaal is leeggemaakt, moet de knop in-
gedrukt gehouden worden (afb. 24.D) tot de opvangzak
helemaal is gedaald, en controleer dat hij bevestigd blijft
aan de veerhaak (afb. 24.B).
Deze handeling moet uitgevoerd worden bij
stilgelegde motor.
Houd de taster (afb. 24.E) altijd schoon.
5.5. STOPPEN
Om de machine te stoppen:
1. plaats het versnellingscommando in de stand voor mini-
maal toerental "schildpad";
Om een ontploffing in de knalpot te vermijden
dient u de gashendel, 20 seconden voordat u
de motor afzet, in de stand «schildpad» te laten.
2. de motor uitschakelen door de sleutel in de stop-stand
te zetten;
3. wanneer de motor uitgeschakeld is, de brandstofkraan
(afb. 22) openen (indien voorzien);
4. Verwijder de sleutel.
BELANGRIJK Om de lading van de accu in stand te hou-
den, wordt de sleutel niet in de stand «draaien» of «koplampen
aan» gelaten wanneer de motor niet aanstaat.
De motor kan onmiddellijk na het uitschakelen
zeer warm zijn. Raak de knalpot of de delen
ernaast niet aan. Gevaar op brandwonden.
5.6. NA HET GEBRUIK
• Laat de motor eerst afkoelen vóór de machine in elke
willekeurige ruimte op te bergen.
• Reinig de machine (par. 6.3).
Elke keer wanneer men de machine onbewaakt laat, de
bestuurdersplaats verlaat of de machine parkeert:
1. Stop de machine.
2. Plaats de maaigroep op de minimum hoogte.
3. Verzeker u ervan dat alle bewegende delen volledig
stilstaan.
4. Verwijder de contactsleutel (Afb.15.A).
6. ONDERHOUD
De veiligheidsnormen die in acht genomen moeten worden,
zijn beschreven in hfdst. 1. Neem deze aanwijzingen strikt in
acht om geen ernstige risico's of gevaren te lopen.
Vooraleer eender welke controle, reiniging of ingreep voor
onderhoud/afstelling op de machine uit te voeren:
• Ontkoppel de maaigroep.
• Stop de machine.
• Zet de machine in de vrijstand.
• Trek de handrem aan.
• Leg de motor stil.
• Vergewis u ervan dat elk bewegend onderdeel tot stilstand
is gekomen.
• Verwijder de contactsleutel.
• Draag geschikte kledij, werkhandschoenen en een
beschermende bril.
BELANGRIJK Laat de sleutel nooit in het contact zitten of
binnen het bereik van kinderen of onbevoegde personen.
6.1. BRANDSTOF BIJVULLEN
Om brandstof bij te vullen:
1. Draai de brandstofdop (afb. 25) los, en verwijder hem.
2. Plaats de trechter (afb. 25).
3. Vul brandstof bij zonder het reservoir volledig te vullen.
4. Verwijder de trechter.
5. Schroef de dop van het brandstofreservoir na het bijvullen
goed dicht en reinig eventuele lekken.
BELANGRIJK Het type van brandstof dat moet gebruikt
worden, is aangeduid in de gebruikershandleiding van de mo-
tor.
BELANGRIJK Vermijd benzine op de plastic delen te gieten
zodanig dat ze niet beschadigd worden; bij toevallige lekken
onmiddellijk spoelen met water. De garantie dekt geen schade
aan de plastic onderdelen van de carrosserie of de motor, ver-
oorzaakt door benzine.
6.2. CONTROLE EN BIJVULLEN MOTOROLIE
OPMERKING Het type van olie dat moet gebruikt worden, is
aangeduid in de gebruikershandleiding van de motor.
BELANGRIJK Volg alle voorschriften aangeduid in de ge-
bruikershandleiding van de motor.
Controleer het oliepeil voor ieder gebruik.
Controleer het oliepeil van de motor: volgens de precieze
werkwijzen aangegeven in de handleiding van de motor,
moet dit tussen de kentekens MIN en MAX van het staafje
zijn (Afb. 26).
6.3. REINIGING
• Algemene aanwijzingen
Reinig de machine na ieder gebruik volgens de volgende
aanwijzingen:
• Gebruik geen waterstralen en vermijd de motor en de
elektrische onderdelen nat te maken.
• Verwijder grasresten en opgezamelde aarde binnenin
het chassis.
• Verzeker u er steeds van dat de luchtgaten vrij zijn van afval.
• Gebruik geen agressieve vloeistoffen om het chassis
te reinigen.
• Houd de motor vrij van gewasresten, bladeren of overtollig
vet om brandrisico te vermijden.
NL - 9

Advertisement

Table of Contents
loading

Table of Contents