Snoeitechnieken - Echo DPPF-310 Operator's Manual

• Zorg ervoor dat u uw duimen om de handgrepen
haakt.
Terugslag
• Terugslag kan leiden tot gevaarlijk verlies van
controle en resulteren in ernstig letsel voor
de gebruiker of iemand die in de buurt staat.
Houd het apparaat met beide handen stevig
vast met duimen en vingers om de voor- en
achterhandgrepen. Let op de weg naar beneden
en naar buiten die de stoksnoeier aflegt nadat de
snede is gemaakt.
• Terugslag kan optreden wanneer de bewegende
zaagketting met de punt van het zaagblad een
voorwerp raakt, of wanneer het hout insluit
en de zaagketting in de zaagsnede klemt. In
sommige gevallen kan dit een snelle terugslag
veroorzaken, waarbij het zaagblad naar boven
of naar beneden terug naar de gebruiker wordt
gestoten. Elk van deze reacties kan ertoe leiden
dat de gebruiker de controle over het apparaat
verliest, wat ernstig persoonlijk letsel tot gevolg
kan hebben.
• Met een basiskennis van terugslag kunt u het
verrassingselement verminderen of elimineren.
• Vermijd contact van de punt van het zaagblad
met enig voorwerp terwijl de zaagketting
beweegt.
• Zaag alleen hout. Vermijd het raken van
beton, metaal, draad of andere obstakels die
NL
terugslag of schade aan de zaagketting kunnen
veroorzaken.
• Als de zaagketting een vreemd voorwerp raakt,
moet u het apparaat onmiddellijk uitschakelen
en de accu verwijderen, het product inspecteren
en zo nodig laten repareren.
Wanneer u dit product na aankoop voor het eerst
bij lage temperatuur gebruikt, kan het in zeldzame
gevallen niet soepel werken. Dit verschijnsel wijst niet
op een defect van het product. In dit geval dient u het
apparaat op kamertemperatuur (normale temperatuur)
te brengen en het apparaat vóór gebruik herhaaldelijk
in en uit te schakelen.
• Controleer of het zaagblad en de zaagketting stevig
bevestigd zijn en in veilige staat verkeren.
• Zorg dat de zaagketting geen stenen, rotsen,
boomstronken en andere vreemde voorwerpen
raakt.
• Zaag niet in de grond.
• Als het uiteinde van het zaagblad een obstakel
raakt, moet u het apparaat onmiddellijk stoppen en
de zaagketting op schade controleren.
• Niet werken met een botte, gebroken of verkleurde
zaagketting.
OPMERKING
Nederlands
• Verwijder alle vreemde voorwerpen uit het
werkgebied.
• Dek het zaagblad en de zaagketting tijdens
transport en opslag altijd af met een zaagbladhoes.
12

SNOEITECHNIEKEN

Afbeelding 9-11.
Voorbereiding
• Controleer het apparaat op losse/ontbrekende
moeren, bouten en schroeven. Vastdraaien en/of
vervangen indien nodig.
• Kies de beste werkpositie zodat u niet door vallende
voorwerpen kan worden geraakt.
• Start het apparaat.
• Doe de riem om.
Ga nooit onder de tak staan die u zaagt en pas op voor
vallende takken. Een tak kan terugveren nadat hij de
grond heeft geraakt.
Zaagvolgorde
• Om takken een vrije val te geven, altijd eerst
de onderste takken afknippen. Snoei zware
takken (grote diameter) in meerdere controleerbare
stukken.
Werkpositie
• Houd de bedieningshendel met uw rechterhand en
de schacht met uw linkerhand vast. Uw linkerarm
moet gestrekt zijn tot de meest comfortabele positie.
De as moet altijd onder een hoek van 60° of minder
worden gehouden.
Typische toepassingen
Standaard zaagsnede (A):De handigste werkpositie is
een zaaghoek van 60°, maar elke andere hoek kan
worden gebruikt, afhankelijk van de situatie.
Zagen boven obstakels (B):Dankzij het grote bereik
van het apparaat is het mogelijk om takken te snoeien
die over obstakels heen hangen. De gereedschapshoek
is in dit geval afhankelijk van de positie van de tak.
Zagen op een hoogwerker(C):Het lange bereik van
het apparaat maakt het mogelijk naast de stam te
snoeien zonder andere takken te beschadigen. De
gereedschapshoek is in dit geval afhankelijk van de
positie van de tak.
Gebruik
Ontlastende snede:Om bij het snoeien van dikke
takken terugslag of afknellen van het zaagblad te
voorkomen, begint u altijd met een ontlastende snede
(D) aan de onderkant van de tak. Breng daartoe de
zaagkop aan de onderkant van de tak. Maak een
zaagsnede aan de bovenkant (E).
Dikke takken zagen:Bij een takdiameter van meer dan
10 cm eerst een snede maken aan de onderkant (F)
en dwars doorzagen op een afstand (G) van ongeveer
358