Reiniging En Onderhoud; Verhelpen Van Storingen - Dometic TwinBoost4000 Operating Manual

Reiniging en onderhoud

➤ Reinig het toestel in overeenstemming met afb. j, pagina 5.
➤ Gebruik nooit reinigingsmiddelen die chloor bevatten voor de reini-
ging en desinfectie.
➤ Voer één keer per week de zelfreiniging uit: zie hoofdstuk „Zelfreini-
ging" op pagina 37.
➤ Als de zijdelingse schoorsteenkap onder een raam is geplaatst: Con-
troleer de werking van de vensterschakelaar elk seizoen of voor elke
reis.
➤ Controleer regelmatig, met name na lange reizen, of de schoorsteen-
kap en het uitlaatkanaal intact en correct bevestigd zijn.
➤ Bedien de veiligheids- en aftapklep regelmatig, ten minste twee keer
per jaar, om kalkafzettingen te verwijderen en een goede werking te
waarborgen.
➤ Laat het toestel, de gastoevoer, het uitlaatkanaal en de schoorsteen-
kap controleren door een specialist in overeenstemming met de nati-
onale voorschriften (bijvoorbeeld in Duitsland om de 2 jaar). Als er
geen nationale voorschriften zijn, moet dit ten minste om de 2 jaar
worden uitgevoerd. De inspectie moet worden gecertificeerd met
een keuringscertificaat (bijvoorbeeld in Duitsland DVGW werkblad
G 607 voor voertuigen).
Zelfreiniging
Om het systeem te ontdoen van bacteriën dient u de verwarming een paar
minuten op het hoogste temperatuurniveau te laten werken om zichzelf te
reinigen:
1. Stel de ruimtetemperatuur in op de maximale waarde.
2. Selecteer de automatische modus
3. Selecteer de hete modus voor waterverwarming.
Zekeringen vervangen
!
WAARSCHUWING!
Alvorens de zekeringen te vervangen of te onderhouden
dient u het toestel uit te schakelen, de gastoevoer af te slui-
ten en de gelijkstroomvoorziening (12 V) los te koppelen.
Alleen TwinBoost6000H, TwinBoost8000H: Koppel
de wisselstroomvoorziening (230 V) los.
➤ Vervang defecte gelijkstroomzekeringen in overeenstemming met
afb. k, pagina 5. Gebruik alleen zekeringen van dezelfde waarde.

Verhelpen van storingen

Routine in geval van gaslek (gaslucht)
➤ Mijd ontstekingsbronnen. Doof onmiddellijk alle open vuur.
Gebruik geen elektrische schakelaars of toestellen zoals radio of
mobiele telefoon. Start de voertuigmotor niet. Rook niet.
1. Open alle ramen en deuren.
2. Evacueer alle personen uit het voertuig.
3. Sluit de gasflessen van buitenaf, indien mogelijk.
4. Laat de volledige gasinstallatie controleren en indien nodig repareren
door gekwalificeerd personeel.
5. Neem de gasinstallatie dan pas weer in gebruik.
NL
voor luchtverwarming.
4445103145
Foutcodetabel
Het display toont max. 4 foutcode en waarschuwingen.
1. Door de foutcodes bladeren: zie afb. l, pagina 5.
2. Foutcodes resetten: zie afb. m, pagina 5.
3. Waarschuwingen resetten: zie afb. n, pagina 5.
In plaats daarvan kunt u ook het systeem uitschakelen door de
knop 3 s ingedrukt te houden.
Foutcode Oplossing
002 1. Controleer accuspanning en vergelijk deze met instelling
voor onderspanning.
2. Laad accu op.
3. Sluit voertuig aan op wisselstroom.
4. Als geen van bovenstaande opties het probleem oplost,
neem dan contact op met de ondersteuning van de fabrikant
(zie achterzijde van deze handleiding).
003 1. Controleer of accuspanning lager is dan 16,5 V.
Als de accuspanning hoger is dan 16,5 V is er ofwel een ver-
keerde accu aangesloten of is de accu defect.
2. Vervang de accu door een accu die gelijkstroom levert in
overeenstemming met de technische gegevens (zie typepla-
atje).
3. Als het voertuig is aangesloten op wisselstroom, controleer
dan of de accu oplaadt.
4. Als de accu oplaadt, controleer dan de laadspanning (moet
lager zijn dan 16,5 V om een correcte werking tijdens het
opladen te garanderen).
005 1. Controleer de gelijkstroomzekeringen (zie hoofdstuk „Zeke-
ringen vervangen" op pagina 37).
2. Als het toestel niet correct werkt, neem dan contact op met
de ondersteuning van de fabrikant (zie achterzijde van deze
handleiding).
➤ Neem contact op met de ondersteuning van de fabrikant (zie
007
achterzijde van deze handleiding).
008 1. Wacht 3 minuten, start dan opnieuw op.
2. Als het toestel niet correct werkt, neem dan contact op met
403 - 421
de ondersteuning van de fabrikant (zie achterzijde van deze
handleiding).
422 1. Zorg ervoor dat de luchtverwarming is uitgeschakeld.
2. Wacht 15 – 30 minuten totdat het toestel is afgekoeld.
3. Controleer of alle luchtinlaatroosters en de heteluchtkanalen
naar het toestel niet zijn geblokkeerd.
4. Start de luchtverwarming opnieuw op.
5. Als het toestel niet correct werkt, neem dan contact op met
de ondersteuning van de fabrikant (zie achterzijde van deze
handleiding).
423 1. Zorg ervoor dat de waterverwarming is uitgeschakeld.
2. Wacht 15 – 30 minuten totdat het toestel is afgekoeld.
3. Controleer of de boiler met water is gevuld.
4. Vul deze met water als hij leeg was.
5. Start de waterverwarming opnieuw op.
6. Als het toestel niet correct werkt, neem dan contact op met
de ondersteuning van de fabrikant (zie achterzijde van deze
handleiding).
37