Batterijen Opladen Voor Gebruik; Bevestiging; Batterijaansluiting - Carbest Li100 User Instruction

Belangrijke opmerking:
DE
Houd er rekening mee dat het gedeelte "Event Record" in de CARBEST App ook laat zien
wanneer een beveiligingsmechanisme (bijvoorbeeld overspanningsbeveiliging of beveiliging
tegen te lage laadtemperatuur) is geactiveerd door het GBS. Dit is geen probleem of defect van
EN
de batterij, maar dient alleen voor de exacte gegevensanalyse.
IT
Voorbeeld:
ES
FR
NL
FI
DK
SE
De melding "Cell overvoltage protection" (Ce-
loverspanningsbeveiliging) betekent hier alleen
dat de batterij 100% volledig is opgeladen op het
moment van de melding en dat de beveiliging
tegen overladen is geactiveerd.
CARBEST | LiFePO4 Accu | 81451 / 81452 / 81453
De melding "Laadbeveiliging bij lage temper-
atuur" geeft alleen aan dat de omgevingstem-
peratuur te laag is (onder 0°C) en dat het GBS
de laadbeveiliging heeft geactiveerd. Dit bericht
verschijnt ook voor accu's met verwarmingsfunc-
tie, kort voordat de verwarmingsfunctie wordt
geactiveerd.
92
CARBEST | LiFePO4 Accu | 81451 / 81452 / 81453

5.3 BATTERIJEN OPLADEN VOOR GEBRUIK

Laad de batterij altijd op voor gebruik! Als meerdere accu's in serie of parallel worden aangesloten,
moet elke afzonderlijke accu worden opgeladen voordat alle accu's met elkaar worden verbonden.
Laad de batterij op volgens de parameter in het gegevensblad.
Opmerking: accu's zijn ongeveer 50%-60% opgeladen wanneer ze vanuit de fabriek worden ver-
zonden. Dit heeft te maken met de vereisten voor transportveiligheid. Door verschillen in trans-
portroutes en magazijn hebben de accu's niet allemaal dezelfde laadstatus op het moment dat ze
worden geïnstalleerd.

5.4 BEVESTIGING

De batterij kan rechtop of opzij worden gemonteerd, maar niet ondersteboven. De batterij is alleen
geschikt voor gebruik binnenshuis en moet op een droge plaats worden geplaatst. Batterijen zijn zwaar.
Gebruik geschikte transportmiddelen om de batterij naar de juiste locatie te vervoeren.
Zorg voor een goede en veilige montage, omdat de batterij een projectiel kan worden als u betrokken
raakt bij een ongeluk. Batterijen produceren een bepaalde hoeveelheid warmte wanneer ze worden
opgeladen of ontladen. Houd aan elke kant van de batterij 20 mm ruimte vrij voor ventilatie.

5.5 BATTERIJAANSLUITING

Opmerking: kabeldoorsnede en zekeringwaarden:
Gebruik accukabels met een doorsnede die overeenkomt met de te verwachten stromen in het
accusysteem. Batterijen kunnen zeer grote stromen produceren. Daarom is het noodzakelijk dat alle
elektrische aansluitingen op een accu gezekerd zijn.
De stroomsterkte van de accuzekering moet overeenkomen met de stroomsterkte van de gebruikte
accukabel. Zowel de accukabel als de zekering moeten ook overeenkomen met de verwachte maxi-
male systeemstromen.
A. Eén batterij aansluiten:
• Zekering van de batterij aan de positieve kant
• Sluit de batterij aan op het DC-systeem
Belangrijke informatie voor serie-/parallelschakeling:
We raden u dringend aan om het aansluiten van meerdere batterijen toe te vertrouwen aan een
specialist. Het is niet mogelijk om in deze handleiding alle technische vereisten voor het bedraden
en zekeren van een dergelijke opstelling uit te leggen.
OPMERKING: een combinatie van serie- en parallelschakeling is niet nuttig en wordt niet aanbevolen
LET OP: Ga altijd voorzichtig
om met lithiumbatterijen.
Zorg voor een juiste en
veilige montage en geschikt
transport. Bij een ongeluk
kunnen onbeveiligde
batterijen een projectiel
worden!
93
DE
EN
IT
ES
FR
NL
FI
DK
SE