Table of Contents
Advertisement
Netzanschluss
Stellen Sie sicher, dass vor dem Anschluss des Funklautsprecher-
sets an das Stromversorgungsnetz der Schalter POWER am Sen-
der (1) und an den Lautsprechern (3) ausgeschaltet ist und die Reg-
ler VOLUME (7) an den Lautsprechern auf Minimum (Linksan-
schlag) gedreht sind.
Die Schalter POWER (1) bzw. (3) trennen die Geräte nicht vollstän-
dig von der Stromversorgung. Um eine vollständige Netztrennung
zu erreichen, müssen unbedingt die Netzteile aus den Wandsteck-
dosen gezogen werden.
Die Netzteile von Sender und Lautsprechern unterscheiden sich in der Größe. Die
beiden großen Netzteile sind für die Lautsprecher bestimmt, das kleine Netzteil für
den Sender.
• Stecken Sie den Niedervoltstecker des kleinen Netzteils in die Netzteilbuchse (5)
am Sender.
• Stecken Sie dann das Netzteil in eine Wandsteckdose.
• Stecken Sie die Niedervoltstecker der großen Netzteile in die Netzteilbuchsen (9)
der Lautsprecher.
• Stecken Sie dann die Netzteile in die Wandsteckdosen.
Bedienung
Nachdem der Anschluss erfolgt ist und Sie den Anschluss nochmals überprüft haben
können Sie das Funklautsprecherset das erste Mal in Betrieb nehmen.
Drehen Sie die Regler VOLUME (7) an
den Lautsprechern auf Minimum (Link-
sanschlag).
Schalten Sie Ihr Audioquellgerät (z.B.
CD-Player, TV-Gerät) ein.
Schalten Sie den Sender mit dem
Schalter POWER (1) ein.
Wählen Sie mit der Taste CHANNEL (3)
am Sender den gewünschten Sendeka-
nal aus.
10
Das Funklautsprecherset ist noch aus-
geschaltet.
Die
Kanalanzeige
(2)
leuchtet.
Anpassung des Senders an den Signal-
pegel der Audioquelle erfolgt automa-
tisch.
Der eingestellte Kanal wird über die
Kanalanzeige (2) angezeigt.
Selecteer het gewenste soort afstem-
ming met de schakelaars TUNING
MODE (4) op de luidsprekers.
Deze instelling moet absoluut voor het
inschakelen van de luidsprekers worden
uitgevoerd,
aangezien
naderhand pas effect heeft als de luid-
sprekers opnieuw worden ingescha-
keld.
Zet de luidsprekers aan met de schake-
laar POWER (3).
Leg met de kanaalschakelaars R/L (8) op
de achterkant van de luidsprekers het
betreffende luidsprekerkanaal vast.
Stel nu met de regelaars VOLUME (7)
het gewenste volume in.
Met de regelaars TONE (1) kunt u de
klankkleur van de geluidsweergave wij-
zigen.
Die
Stand AUTO:
de luidsprekers zoeken bij ontvangstver-
lies of kanaalwisseling automatisch naar
een nieuw kanaal.
Stand MANUAL:
omschakelen
de luidsprekers zoeken alleen bij inscha-
keling automatisch naar het ingestelde
overdrachtskanaal. Bij ontvangstverlies
of kanaalwisseling na het inschakelen
moet op de toets AUTO TUNE (5) wor-
den gedrukt.
De indicatoren van de bedrijfsstatus (2)
gaan branden en het op de zender inge-
stelde overdrachtskanaal wordt gezocht.
Tijdens het zoeken naar het kanaal knip-
peren de indicaties TUNING (6). Als het
overdrachtskanaal is gevonden, gaan de
indicatielampjes continu branden.
Druk op de toets AUTO TUNE (5) als de
luidsprekers niet automatisch naar het
zendkanaal gaan zoeken.
Schuif de schakelaar van de rechterluid-
spreker op „R" en de schakelaar van de
linkerluidspreker op „L".
Draaien naar links versterkt de lage
tonen, draaien naar rechts versterkt de
hogere tonen.
47
Advertisement
Chapters
Table of Contents
