Aanwijzingen betreffende de inhouds-
stoffen (REACH)
Huidige informatie over de inhoudsstoffen
vindt u onder:
www.kaercher.com/REACH
Voor de inbedrijfstelling
Toebehoren monteren
Wieldoppen bevestigen.
Sproeier op de straalpijp monteren
(markeringen op de stelring bovenaan).
Straalbuis met handspuitpistool verbin-
den.
Ontgrendeling duwbeugel loszetten.
Duwbeugel tot eindstand uittrekken.
Bij apparaten zonder slangtrommel:
Hogedrukslang vastschroeven aan de
hogedrukaansluiting.
Bij apparaten met slangtrommel:
Krukhendel in de slangtrommelas ste-
ken en laten klikken.
hogedrukslang voor het oprollen ge-
strekt leggen.
Hogedrukslang in gelijkmatige lagen op
de slangtrommel wikkelen door aan de
krukhendel te draaien. Draairichting zo-
danig kiezen dat de hogedrukslang niet
geknikt wordt.
Inbedrijfstelling
Elektrische aansluiting
GEVAAR
Verwondingsgevaar door elektrische schok
– Het apparaat moet zeker met een stek-
ker aangesloten worden op het elektri-
citeitsnet. Een niet-scheidbare verbin-
ding met het stroomnet is verboden. De
stekker dient voor de netscheiding.
– Stekker en verbinding van een gebruik-
te verlengkabel moeten waterdicht zijn.
– Verlengingskabel met een voldoende
grote diameter gebruiken (zie „Techni-
sche gegevens") en volledig van de ka-
beltrommel wikkelen.
Aansluitwaarden zie typeplaatje/Techni-
sche gegevens.
Netsnoer afwikkelen en op de grond
leggen.
Netstekker in een stopcontact steken.
56
Wateraansluiting
Aansluiting aan de waterleiding
WAARSCHUWING
Voorschriften van de watermaatschappij in
acht nemen.
Conform de geldige voorschriften
mag het apparaat nooit zonder sy-
steemscheider aan het drinkwater-
net gebruikt worden. Er moet een
geschikte systeemscheider van de firma
KÄRCHER of alternatief een systeem-
scheider conform EN 12729 type BA ge-
bruikt worden.
Water dat door een systeemscheider is ge-
stroomd, wordt als niet-drinkbaar be-
schouwd.
VOORZICHTIG
Sluit de systeemscheider altijd aan de wa-
tertoevoer en nooit direct aan het apparaat
aan.
Aansluitwaarden zie Technische gege-
vens.
Toevoerslang (minimumlengte 7,5 m,
minimumdiameter 1/2'') aan de water-
aansluiting van het apparaat en aan de
watertoevoer (bijvoorbeeld waterkraan)
aansluiten.
Instructie:
De toevoerslang wordt niet meegeleverd.
Open de watertoevoer.
Water aanzuigen uit open reservoirs
Zuigslang met filter (bestelnummer
4.440-238.0) aan de wateraansluiting
vastschroeven.
Apparaat ontluchten:
Sproeier van de straalpijp schroeven.
Apparaat laten draaien tot het water
zonder luchtbellen uit de straalpijp
komt.
Eventueel apparaat 10 seconden laten
draaien – dan de apparaatschakelaar
uitschakelen. Proces meermaals her-
halen.
Apparaat uitschakelen en sproeier op-
nieuw vastschroeven.
– 3
NL