TMC REEF-Fill Compact Instructions For Installation And Use Manual page 21

Table of Contents

Advertisement

Available languages
  • EN

Available languages

  • ENGLISH, page 1
WERKINGSPRINCIPE
De IR-waterniveaubewakingssensor (zwarte kabel) detecteert veranderingen in het
waterniveau en stuurt een signaal naar het Smart Monitoring System, dat bepaalt of uw
waterniveau te hoog of te laag is en de pomp dienovereenkomstig aan of uit zet. Als het
waterniveau te laag is, zet het Smart Monitoring System de pomp aan, waardoor water in het
aquarium of de pompbak wordt gepompt totdat het niveau weer hersteld is, waarna de pomp
weer wordt uitgezet.
Alarm te laag waterniveau
Als het waterniveau in het aquarium of de pompbak/het zoetwateraquarium beneden het niveau
van de IR-waterniveaubewakingssensor komt, wordt er op het Smart Monitoring System een
visueel alarm gegeven (blauw knipperlicht). Dit blauwe licht blijft knipperen totdat het waterniveau
weer tot het normale waterniveau stijgt of totdat de pump 5 minuten gedraaid heeft.
Auto-onderbreking
De IR-veiligheidssensor waterniveaubewaking (witte kabel) activeert een auto-onderbreking van de
pomp als de IR-waterniveaubewakingssensor de pomp niet uit zet. Er wordt zowel een geluidsalarm
als een visueel alarm (rood knipperlicht) geactiveerd als het waterniveau te hoog of te laag is. Druk
op de resetknop op het Smart Monitoring System om het geluidsalarm te stoppen.
Droogloopalarm
Als het Smart Monitoring System detecteert dat de pomp droogloopt, wordt er zowel een
geluidsalarm als een visueel alarm (blauw knipperlicht) geactiveerd, wat u erop attent maakt dat
de pompbak/het zoetwateraquarium dient te worden bijgevuld. Druk op de resetknop op het
Smart Monitoring System om het geluidsalarm te stoppen.
Normaal waterniveau
Als het waterniveau normaal is, brandt er een constant blauw licht op het Smart Monitoring System.
NORMAAL BEDRIJF
1. Stel vast wat het ideale waterniveau is in het aquarium of de pompbak.
2. Plaats de montagebeugel voor de REEF-Fill Compact op een geschikte plaats in het
aquarium of de pompbak.
3. Zorg dat alle verbindingen goed vastzitten.
4. Controleer dagelijks of het waterniveau in de pompbak of het zoetwateraquarium niet te
laag wordt en vul waar nodig water bij.
5. Voer regelmatig onderhoud uit voor een betrouwbare, ononderbroken werking.
6. Wanneer u onderhoud verricht aan het aquarium of dieren laat acclimatiseren in het
aquarium, trek dan de stekker van het REEF-Fill Compact-systeem uit het stopcontact om
ongewenste inschakeling te voorkomen als gevolg van een gewijzigd waterniveau in uw
aquarium/pompbak.
7. Zorg wekelijks (of vaker bij opstellingen met een grote hoeveelheid bezinksel of een
gedeelde bak (refugium)) ervoor dat de IR-sensoren en de anti-sifonklep schoon zijn en
geen algen/bacteriegroei of bezinksel bevatten.
Opmerking: Hoe groter het oppervlak van de kamer of het aquarium waarin de REEF-Fill
Compact wordt geplaatst, des te groter het volume dat zal verdampen voordat de schakelaar
wordt geactiveerd.
De ideale plaats voor de REEF-Fill Compact is de retourpompkamer van een pompbak.
19

Advertisement

Table of Contents
loading

Table of Contents