Elektrische Aansluitingen - Nice Era Fit P Instructions And Warnings For Installation And Use

Tubular motor
Table of Contents

Advertisement

Available languages
  • EN

Available languages

  • ENGLISH, page 1
4

ELEKTRISCHE AANSLUITINGEN

De elektrische aansluitingen moeten pas tot stand worden gebracht nadat de motor
en de gewenste compatibele accessoires geïnstalleerd zijn.
De elektriciteitskabel van de motor bestaat uit de volgende interne draden (afb. 3):
Kabel
kleur
aansluiting
1
Bruin
Voedingsfase
2
Blauw
Neutraal
3
Geel-groen
Aarde
De motor op het elektriciteitsnet aansluiten, rekening houdend met de volgende
waarschuwingen:
– een onjuiste aansluiting kan storingen of gevaarlijke situaties veroorzaken;
– houd strikt rekening met de aansluitingen die in deze handleiding worden aangegeven;
– in het voedingsnet van de motor dient een afkoppelingsinrichting te worden geïn-
stalleerd met een openingsafstand tussen de contacten die een volledige afkop-
peling toelaat bij de condities die worden voorgeschreven door de overspannings-
categorie III , zoals voorzien door de installatievoorschriften (de afkoppelingsinrich-
ting wordt niet bij het product geleverd).
Accessoires die draadloos kunnen worden aangesloten (draagbare zenders
en een willekeurig model klimaatsensor): sla deze tijdens de programmeerfasen op in
het geheugen van de motor, rekening houdend met de procedures die in deze hand-
leiding en in de handleidingen van de inrichtingen worden beschreven.
5
PROGRAMMERING EN AFSTELLING
5.1 - Algemene waarschuwingen
• De afstelling van de eindaanslagen moet worden uitgevoerd nadat de motor in het
rolluik is geïnstalleerd en deze op de voeding is aangesloten.
• Bij installaties waar meerdere motoren en/of ontvangers aanwezig zijn, moet u
voordat u met de programmering begint de elektrische voeding naar de motoren
en de ontvangers die u niet wilt programmeren, uitschakelen.
• Neem de tijdslimieten die in de procedures zijn aangegeven, strikt in acht: vanaf
het loslaten van een toets hebt u 60 seconden om de volgende toets in te drukken
die door de procedure voorzien is,; anders zal de motor bij het verlopen van de
tijdslimiet 6 bewegingen uitvoeren om aan te geven dat de actieve procedure
geannuleerd wordt.
• Tijdens de programmering voert de motor een bepaald aantal korte bewegingen
uit, als "antwoord" op de instructie die door de installateur wordt verzonden. Het is
van belang het aantal bewegingen te tellen en daarbij geen onderscheid te maken
voor wat betreft de richting waarin de bewegingen worden uitgevoerd.
5.2 - Standen waarin het rolluik automatisch stopt
Het elektronisch systeem dat op elk moment de beweging van het rolluik controleert,
kan de beweging op autonome wijze stopzetten wanneer het rolluik een bepaalde,
door de installateur geprogrammeerde stand bereikt. De programmeerbare standen
zijn (afb. 5):
– stand "0" = eindaanslag boven: rolluik volledig opgerold;
– stand "1" = eindaanslag onder: rolluik volledig afgerold;
– stand "H" = tussenstand: rolluik deels open.
5
Wanneer de eindaanslagen nog niet geprogrammeerd zijn, kan de beweging van het
rolluik alleen plaatsvinden met "Iemand aanwezig" (d.w.z. iemand moet de instructie-
toets gedurende de gewenste manoeuvreduur ingedrukt houden); de beweging
wordt gestopt zodra de gebruiker de toets loslaat. Na programmering van de eind-
aanslagen is daarentegen één simpele druk op de gewenste toets voldoende om het
rolluik in beweging te brengen; de bwweging wordt op autonome wijze beëindigd
zodra het rolluik de beoogde stand bereikt.
Bij de programmering van de eindaanslagen worden tegelijkertijd ook de twee draai-
richtingen van de motor aan de respctievelijke toetsen voor Omhoog (s) en Omlaag
(t) van de aansturingsinrichting gekoppeld (in eerste instantie, wanneer de eindaan-
slagen nog niet geprogrammeerd zijn, is deze koppeling willekeurig en kan het
gebeuren dat het rolluik, wanneer er op de toets s wordt gedrukt, omlaag in plaats
van omhoog beweegt, en omgekeerd).
5.3 - Overzicht van de zenders
5.3.1 - Compatibele zenders
Raadpleeg de Nice-productcatalogus of de website www.niceforyou.com voor infor-
matie over de Nice-bedieningsinrichtingen die compatibel zijn met de radio-ontvan-
ger die in de motor is ingebouwd.
3 – Nederlands
5.3.2 - Hiërarchie van de geheugenopslag van de zenders
In het algemeen kan een zender in het geheugen woren opgeslagen: a) als SER-
VICE-zender (tijdelijke geheugenopslag); b) als EERSTE zender (permanente geheu-
genopslag); c) als TWEEDE zender (of derde, vierde, enzovoort) (permanente geheu-
genopslag).
A - Service-zender
Een zender kan alleen in het geheugen worden opgeslagen als service-zender als er
nog geen andere zender in het geheugen van de motor is opgeslagen. Voor deze
geheugenopslag volgt u procedure 5.5 (hiermee wordt de zender in het geheugen
opgeslagen in "Modus 1").
B - Eerste zender
Een zender kan alleen in het geheugen worden opgeslagen als eerste zender als er
geen andere zender in het geheugen van de motor is opgeslagen, of als er alleen
een service-zender in het geheugen is opgeslagen. Voor deze geheugenopslag volgt
u procedure 5,6 (hiermee wordt de zender in het geheugen opgeslagen in "Modus
1").
C - Tweede zender (of derde, vierde, enzovoort)
Een zender kan alleen in het geheugen worden opgeslagen als tweede zender (of der-
de, vierde, enzovoort) als de Eerste Zender al in het geheugen van de motor is opge-
slagen. Voor deze geheugenopslag volgt u een van de procedures uit paragraaf 5.10.
Let op! – Als er een service-zender in het geheugen is opgeslagen, kan er geen
tweede zender (of derde, vierde, enzovoort) in het geheugen worden opgeslagen.
5.3.3 - Twee modi voor geheugenopslag van de toetsen van een
zender
Voor de opslag van de toetsen van een zender in het geheugen kunnen twee ver-
schillende modi worden gebruikt, namelijk: "Modus I" en "Modus II".
• "MODUS I" – In deze modus worden de diverse beschikbare instructies in de motor
automatisch allemaal tegelijk overgebracht naar de diverse toetsen die beschikbaar
zijn op de zender, zonder dat de installateur de kans krijgt om de koppeling tussen
instructies en toetsen aan te passen. Aan het eind van de procedure is elke toets aan
een specifieke instructie gekoppeld, op basis van het volgende schema:
- toets s (of toets 1): wordt gekoppeld aan de instructie voor Omhoog
- toets n (of toets 2): wordt gekoppeld aan de instructie voor Stoppen
- toets t (of toets 3): wordt gekoppeld aan de instructie voor Omlaag
(als er op de zender een vierde toets aanwezig is.....)
- toets 4: wordt gekoppeld aan de instructie voor Stoppen
Opmerking – Als de toetsen op uw zender niet voorzien zijn van symbolen en num-
mers, raadpleegt u afb. 2 om deze te identificeren.
• "MODUS II" – In deze modus kunnen de diverse beschikbare instructies in de
motor handmatig worden gekoppeld aan de diverse toetsen van de zender, zodat de
installateur de kans krijgt om de gewenste instructie aan de gewenste toets te kop-
pelen. Aan het eind van de procedure dient u de procedure te herhalen als u een
andere toets met een andere gewenste instructie in het geheugen wilt opslaan.
Let op! - Elke automatisering heeft een eigen lijst instructies die in Modus II in het
geheugen kunnen worden opgeslagen; in het geval van deze motor is de lijst met
beschikbare instructies opgenomen bij procedure 5.10.2.
5.3.4 - Aantal zenders die in het geheugen kunnen worden
opgeslagen
Er kunnen 30 zenders in het geheugen worden opgeslagen als deze allemaal in
"Modus I" in het geheugen worden opgeslagen; er kunnen 30 afzonderlijke instruc-
ties (toetsen) in het geheugen worden opgeslagen als deze allemaal in "Modus II" in
het geheugen worden opgeslagen. De twee modi kunnen met elkaar worden
gecombineerd tot een maximum van 30 in het geheugen opgeslagen eenheden.
5.4 - Te gebruiken zender voor de programme-
ringsprocedures
• De programmeringsprocedures mogen alleen worden uitgevoerd met een zender
die in "Modus I" in het geheugen is opgeslagen (paragraaf 5.5 / 5.6 / 5.10.1).
• De programmeringsprocedures kunnen ook worden uitgevoerd met een "service"-
zender (die in de tijdelijke modus in het geheugen is opgeslagen) (paragraaf 5.5).
• Als de zender die voor de progammering is gebruikt, meerdere automatiserings-
groepen aanstuurt, moet tijdens een procedure, voordat er een instructie wordt
verzonden, eerst de "groep" worden geselecteerd waartoe de automatisering
behoort die geprogrammeerd wordt.

Advertisement

Table of Contents
loading

This manual is also suitable for:

E fit spE fit mp

Table of Contents