Verhelpen Van Storingen - Dometic CH4000 Installation And Service Manual

Zelfreiniging
Om het systeem te ontdoen van bacteriën dient u de verwarming een paar
minuten op het hoogste temperatuurniveau te laten werken om zichzelf te
reinigen:
1. Stel de ruimtetemperatuur in op de maximale waarde.
2. Selecteer de automatische modus
3. Selecteer de hete modus voor waterverwarming.

Verhelpen van storingen

Firmwareversie
➤ Lees de firmwareversies af van het display (HMI) en van de verwarming
in overeenstemming met afb. x, pagina 7.
Standaardroutine voor het verhelpen van fouten
Voer de standaardroutine uitsluitend uit als dit wordt voorgesteld in de
foutcodetabel.
1. Wacht 3 minuten, start dan opnieuw op.
2. Neem contact op met de ondersteuning van de fabrikant als de ver-
warming niet correct werkt.
Contact opnemen met ondersteuning van fabrikant
Zie achterzijde van deze handleiding.
46
voor luchtverwarming.
4445103144
Foutcodetabel
Fout-
Oorzaak
code
002 Accuspanning laag
003 Accuspanning hoog
005 Zekering gesprongen
007 Algemene systeemfout
008 Communicatiefout
403 Fout luchtdruksensor
404 Fout circulatieluchttempera-
tuursensor
406 Fout watertemperatuursen-
sor
408 Fout ruimtetemperatuursen-
sor
409 Fout luchtverwarmingsvlam-
sensor
410 Fout waterverwarmings-
vlamsensor
Fout verbrandingsventilator ➤ Voer de standaardroutine uit.
411
412 Fout circulatieventilator
413 Fout
luchtverwarmingsgasklep 1
Oplossing
1. Controleer accuspanning en verge-
lijk deze met instelling voor onder-
spanning.
2. Laad accu op.
3. Sluit voertuig aan op wisselstroom.
4. Als geen van bovenstaande opties
het probleem oplost, neem dan con-
tact op met de ondersteuning van de
fabrikant.
1. Controleer of accuspanning lager is
dan 16,5 V.
Als de accuspanning hoger is dan
16,5 V is er ofwel een verkeerde accu
aangesloten of is de accu defect.
2. Vervang de accu door een accu die
gelijkstroom levert in overeenstem-
ming met de technische gegevens
(zie typeplaatje).
3. Als het voertuig is aangesloten op
wisselstroom, controleer dan of de
accu oplaadt.
4. Als de accu oplaadt, controleer dan
de laadspanning (moet lager zijn dan
16,5 V om een correcte werking tij-
dens het opladen te garanderen).
1. Controleer de gelijkstroomzekerin-
gen (hoofdstuk „Zekeringen vervan-
gen" op pagina 45).
2. Neem contact op met de ondersteu-
ning van de fabrikant als de verwar-
ming niet correct werkt.
➤ Neem contact op met de ondersteu-
ning van de fabrikant.
➤ Voer de standaardroutine uit.
➤ Voer de standaardroutine uit.
➤ Voer de standaardroutine uit.
➤ Voer de standaardroutine uit.
➤ Voer de standaardroutine uit.
➤ Voer de standaardroutine uit.
➤ Voer de standaardroutine uit.
➤ Voer de standaardroutine uit.
➤ Voer de standaardroutine uit.
NL