Siemens Intrunet IS392 Installation Manual page 8

nl
IS392: Gordijndetectie, bereik 50 m.
IS392H: Krachtige gordijndetectie, bereik 60 m.
Installatie
Dekkingsbereik (afb. 1)
Binnen de gespecificeerde omstandigheden voor
de omgeving reageert de detector op snelle en
langzame bewegingen van een indringer. Bij een
klein temperatuurverschil tussen indringer en
omgeving of bij extreme weersomstandigheden
neemt het detectievermogen echter af.
• De detector reageert het gevoeligst op
bewegingen die het dekkingsbereik dwars
doorkruisen.
• Het dekkingsbereik wordt beperkt door muren
en andere objecten.
• Voor een
optimale gevoeligheid
voorkoming van vals alarm dient u rekening te
houden met de volgende punten:
− Richt het dekkingsbereik zo in dat het aan
het einde wordt begrensd door een zo
uniform mogelijke referentie (vloer, muur).
− Stel de detector zo op dat een potentiële
indringer door het gehele dekkingsbereik
moet lopen.
− In het dekkingsbereik mogen zich geen
grotere voorwerpen
bijvoorbeeld door sterke windstoten in
beweging kunnen worden gebracht (grote
takken, struiken, hoog gras).
− Het toevallig binnendringen door mensen en
dieren moet worden
bijvoorbeeld door een hek.
• Bij installaties waarvan de reikwijdte van één
detector niet voldoende is, het te bewaken
bereik in zones met meerdere detectors
onderverdelen.
•
N.B.: Het afdekken
dekkingsbereik wordt niet bewaakt.
Montage (afb. 2)
Detectors op 2,5 m tot 4,0 m hoogte monteren
door deze op
− een stabiele ondergrond vast te schroeven
of
− met bandbeugels aan een stabiele paal te
bevestigen.
De kabelinvoeringen mogen niet
worden verwisseld.
De kabelinvoeringen niet afdichten
omdat anders condens
neerslaan in de detector.
kabeldiameter te klein is, kabel
breder maken met isolatieband.
Detector richten
Het detectiebereik van een PIR detector is niet
begrensd, maar een functie van grootte, snel-
heid en temperatuur van het contrast van een
doel tegen zijn achtergrond. De detector moet zo
worden uitgelijnd dat een
kunstmatige achtergrond het einde van het
zichtveld bepaalt.
Zie voor details fig. 3
Het bewaakte
vervolgens door
looptests worden gecontroleerd.
Zie paragraaf "Looptest"
Bedrading (Fig. 5)
Het diagram laat de aansluitpunten van het
klemmenblok zien.
0170071_b_--_-- p8
Gebruiksvoorschriften
Programmering
Gevoeligheid
Alle instellingen van de IS392 gebeuren m.b.v.
DIP switches op het aansluitpaneel voor de
verschillende
vereiste detectiebereiken en montagehoogtes.
DIP1 − DIP2 Gevoeligheid
IS392
40%
75 %
Max.
Software
DIP switches
gevoeligheidsinstelling
detectiebereik. We raden u aan een lagere
en ter
gevoeligheid in te stellen als het benodigde
dekkingsbereik kleiner is dan het nominale
dekkingsbereik van de detector. Hierdoor wordt
het risico van vals alarm kleiner.
Adaptieve drempelwaarde-decodering (ATD)
Het achtergrondgeluid is voortdurend evenredig
verdeeld en wordt gebruikt om de 'threshold'
niveaus voor het alarm te regelen. Deze speciale
eigenschap vermindert het risico op eventuele
valse alarmen,
bevinden die
bewegende
thermische contrasten, ondanks het feit dat ze
zwakker zijn dan een persoon.
DIP3 Adapt. drempelwaarde−decodering
verhinderd,
ATD UIT
ATD AAN
IS392H
In tegenstelling tot de IS392 biedt de H-versie
een 25%
geoptimaliseerd infraroodfilter door het silicium
van het
venster evenals een geregelde verwarming, die
beslaan of bevriezen van het optiek verhindert.
Looptest
Om de looptest met behulp van de ISWT41 uit te
voeren, moet
hardwaremodus op 'AAN' worden gezet. Na de
looptest moet de 'test'−modus op 'UIT' worden
geschakeld.
DIP5 Looptest
Test UIT
Test AAN
kan
Belangrijk: De zender ISWT41−T van het
Als de
draadloze installatietestapparaat moet binnen de
behuizing worden geplaatst met gesloten en
goed vastzittende detectorkap. De antenne van
de zender moet recht in de behuizing van de
detector worden geplaatst.
Anti−vandaal functie
De IS392/IS392H
geavanceerde bescherming tegen vandalisme.
natuurlijke of
Deze detectors kunnen bepaalde afwijkingen
van hun
oorspronkelijke positie, zoals die tijdens de
installatie
verandering van de uitlijning van de detectors
gebied moet
veroorzaakt een permanent alarm, totdat de
middel van
uitlijning
oorspronkelijk positie terug is of totdat de positie
doelbewust
inschakeltijd van normaal 60 seconden vanaf het
aanzetten,
uitlijningspositie en slaat hij die op (alleen als de
detectorkap gesloten is). Na het openen en
sluiten van de kap bij aangezet apparaat bepaalt
de detector zijn uitlijningspositie opnieuw en
slaat hij de positiewaarde na 5 minuten opnieuw
op, zonder dat de detector in een toestand van
permanent
anti−vandaalsensor kan worden gereset door het
apparaat
seconden).
DIP6 Anti−vandaal functie
Anti−vandaal UIT
Anti−vandaal AAN
Hardwaremodus:
Bij bediening van de detector in de hardware-
modus activeert u de anti−vandaalfunctie door
'DIP'− schakelaar 6 op 'ON' te zetten.
IS392H DIP 1 DIP 2
40% OFF OFF
75 % OFF ON
Max. ON OFF
Software ON ON
1 en 2 zijn voor
op het vereiste
veroorzaakt door
vegetatie of voorwerpen
OFF
ON
groter detectiebereik,
de DIP−schakelaar
OFF
ON
is voorzien van
uitlijning ten opzichte van
is ingesteld, waarnemen.
van de detectors weer in
opnieuw is ingesteld. Na
bepaalt de detector
alarm verkeert.
'UIT'−'AAN' te schakelen
OFF
ON
Onderhoud
Detector regelmatig (ten minste 2 maal per jaar)
op werking (looptest uitvoeren), vervuiling en
bevestiging controleren.
− Het venster van de detector uitsluitend met
een zachte doek reinigen. Geen oplosmiddel
gebruiken.
− Interieur van detector op vocht resp. de
afdichting van de kap controleren.
− Na extreme weersomstandigheden (storm,
sneeuwstorm, hagel
beschadiging controleren. Sneeuw of stof van
detectorvenster verwijderen.
Accessoires
de
Interfacemodule
installatiesoftware
De installationsoftware is heel nuttig voor
uitlijning en signaalcontrole tijdens de installatie
en het routineonderhoud. De software zal de
amplitudes die worden
gewenste en ongewenste doelen aangeven en
helpen de gevoeligheid tijdens looptesten correct
in te stellen en ook de magnitude van
stoorsignalen tonen. De installatiesoftware moet
wind,
op een computer worden geïnstalleerd; een
met
interfacemodule is nodig om RS232/USB naar
RS485 te converteren. De informatie voor
installatie− en signaalmonitoring wordt op het
computerscherm weergegeven. Als meer dan
één detector
RS485−communicatiebus
moet elke detector een verschillend adres (ID)
hebben. De RS485−standaard verlangt een
een
bustopologie. Om correcte communicatie te
waarborgen, moeten beide uiteinden van de
datakabels worden afgesloten. De ISIF485B
heeft een ingebouwde afsluitweerstand. De
ingangskabel is 5,0 m lang en wordt afgesloten
met een RJ12−connector die past in de testbus
5 in
op de elektronische printplaat van de detector.
Technische gegevens
Voeding
Voedingsspanning ......... 10,5...30,0 VDC/24 VAC
Stroomverbruik (bij 12 V):
− ruststroom IS392 IS392 / IS392H ........... 18 mA
Heating (enkel IS392H):
................................................ typ. 2 W bij −40 °C
Alarmuitgangen
relais .............................................. open bij alarm
− aanhoudtijd alarm ....................................>2.5 s
− contactbelasting............ 28 VDC/250 mA, 10 W
Elektronische uitgang, klem 4 ............alarm →0 V
open collector
Sabotagecontact
een
− contactbelasting ......................30 VDC/100 mA
Eisen aan omgeving
hun
− operationele temperatuur
IS392 .........................................−20 °C ... +60 °C
Een
IS392H ......................................−40 °C ... +60 °C
− luchtvochtigheid EN60721 ................... <95 %rF
de
− beveiliging behuizing
EN60529, EN50102...................................... IP64
de
Bestelgegevens
zijn
IS392 PIR-detector ...................BPZ:5398300001
IS392H PIR-detector......................A5Q00005095
ISIF485B Installatiemodule
en software ....................................A5Q00026219
ISMD41−3 Materiaal voor
paalmontage ..................................A5Q00026220
ISWT41 Draadloos
De
looptestapparaat ............................A5Q00026218
(60
nl
enz.) detector op
ISIF485B en
gegenereerd door
op dezelfde
wordt aangesloten,
niet condenserend