Table of Contents
Advertisement
Opbouwmontage
• Houd de behuizingsonderdelen van de magneetschakelaar en de magne-
ten op de inbouwplaats en vind de beste montageplaats.
• Gebruik de behuizingsonderdelen als mal en markeer door hun montage-
gaten de boorplaatsen.
• Boor in de markeringen de gaten zo diep als nodig is.
• Plaats de behuizingsonderdelen op de voorgeboorde gaten en schroef ze
vast.
De magneetschakelaar wordt in het op het raam-/deurkozijn gemonteerde
behuizingsonderdeel geplaatst. De magneet wordt in het op de raam-
vleugel/deur gemonteerde behuizingsonderdeel geplaatst. Vervolgens worden
de bovenste gedeelten van de behuizing geplaatst. Voor de aansluitkabel wordt
uit het bovengedeelte van de behuizing op de daarvoor bestemde plek de uit-
sparing eruit gebroken. Bij de montage op magnetisch geleidende ondergrond
dienen antimagnetische schroeven alsmede de meegeleverde afstandsblokken
te worden gebruikt.
Inbouwmontage
Bij deze montagevorm worden beide behuizingsonderdelen van de magneet-
schakelaar en de magneten niet gebruikt. Voor de inbouwmontage dienen
zowel voor de magneetschakelaar alsook voor de magneten gaten van Ø
8mm (+ 0,2 mm) te worden geboord. De magneetschakelaar moet lichtjes in
de boring worden gebracht. Hij moet echter wel zo stevig in het boorgat vast-
zitten dat deze zich zonder technische hulpmiddelen niet meer laat verwijde-
ren. Om schade te voorkomen mag bij de inbouw van de magneetschakelaar
geen geweld worden gebruikt. De magneetschakelaar en magneet mogen
niet in ferromagnetische materialen alsmede niet in materialen met een ferro-
magnetische kern worden ingebouwd.
Werking testen
Neem altijd de veiligheidsinstructies in acht.
Aansluiting van een luchtafvoersysteem
• Monteer de magneetschakelaarset zoals in het hoofdstuk over de montage
wordt beschreven.
• Controleer voor de ingebruikname of de op het typeplaatje aangegeven
spanning overeenkomt met de netspanning.
26
Montage
Die verschiedenen Montagevarianten für den Magnetschaltersatz gestatten
eine optimale Anpassung an den Montageort. Sie sind sowohl für Auf- als
auch Einbaumontage geeignet
Um bei der Aufbaumontage eine magnetische Entkopplung zu ferromagneti-
schen Materialien zu gewährleisten bzw. einen evtl. Höhenausgleich zu kom-
pensieren, werden Distanzblöcke mitgeliefert.
Achten Sie darauf dass Sie den Magnetschalter und den Magneten parallel
auf einer Höhe montieren.
Der Abstand zwischen dem Magnetschalter und dem Magneten darf max.
13 mm betragen.
Wählen Sie den Einbauort so, dass Sie den Magnetschalter und den Magne-
ten betriebssicher montieren und das Kabel ohne Stolperfallen verlegen kön-
nen.
Prüfen Sie vor der Montage die Gegebenheiten am Einbauort.
7
Advertisement
Chapters
Table of Contents
