TEUFELBERGER ENERGY PRO Manufacturer's Information And Instructions For Use page 24

GEBRUIK / GEBRUIKSBEPERKING
een verbinding met de bovenste ring van de val-
beveiligingsgordel (met aanduiding 'A') worden ge-
maakt (bijv. met een geschikte karabijnhaak volgens
EN 362 of verbindingsstuk volgens EN 354)
Bij de opvanggordels van TEUFELBERGER zijn aan
de zitgordels (afhankelijk van model en uitvoering)
houders voor materiaal ("materiaallussen" – afb.
15-16, bladzijde 13) en houders voor gereedschap-
stassen aangebracht ("bevestigingsringen" – afb. 17,
bladzijde 13).
Deze mogen niet ter beveiliging van personen gebru-
ikt worden en bezitten de volgende max. belastbaar-
heid (statisch):
Materiaallus (afb. 15-16, blazijde 13):
max. 2 kilo per lus (bijv. voor het transport van kara-
bijnhaken, klimblokjes, aluminium keerrollen)
Houder voor werktuigtassen
(afb. 17, blazijde 13):
max. 10 kilo per ring (ter bevestiging van een werk-
tuigtas aan steeds twee ringen)
LET OP: Bij vallen kan een dynamische belasting
optreden die deze toelaatbare waarden overschrijdt
kan (een extra beveiliging van de daaraan getrans-
porteerde goederen tegen vallen of afzetting van het
betroffen terrein onder de werkpositie is nodig).
Lanyard Storage (afb. 18, blazijde 13) - alleen bij
Energy Pro Evo: om de karabijnhaak van een ver-
bindingsstuk aan te bevestigen, als dit niet gebruikt
wordt - wordt bij een val ervanaf getrokken
4. Zo trekt u de gordel correct aan:
Gordel als een vest aantrekken
�
� Heupgordel, borstgordel en beenlussen sluiten
� Beenlussen, zit- en schoudergordel aanpas-
sen (tussen gordel en lichaam moet nog een
vlakke hand plaats hebben), opvangringen
(met kente-ken "A") op de hoogte van het
borstbeen,houdringen voor in het midden resp.
zijdelings aan de heupgordel.
Uitsluitend bij Energy Pro Evo: de lengte van
�
de verbindingsbanden tussen bekkengordel en
beenlussen aanpassen al naar gelang de eisen
die aan het werk worden gesteld
� Uitsluitend bij Energy Pro Evo: De zijdelingse
rubberen banden (zijdelingse verbindingen
tussen de voorste opvangring en de heupgordel)
instellen – dienen losjes gespannen te zijn.
24
5. Zo kiest u een bevestigingspunt:
Het bevestigingspunt (bevestigingsinrichting) voor
de persoonlijke valbeveiligingsuitrusting moet
volgens EN 795 een kracht van 12 kN te weersta-
an resp. aan de eisen volgens de handleiding van
het gebruikte valbeveiligingssysteem voldoen. Het
bevestigingspunt dient zich altijd boven de gebruiker
te bevinden.
De verbinding tussen gordel en bevestigingspunt
moet volgens de norm voor het betreffende gebruik-
passend en gecontroleerd zijn:
� Opvangsysteem (bijv. valdemper volgens EN 355,
meelopend opvangapparaat volgens EN 353-1/2,
hoogtebeveiligingsapparaat volgens EN 360)
Terughoudsysteem (bijv. verbindingsmiddel
�
volgens EN 354 of EN 358)
Werkpositiesysteem (bijv. verbindingsmiddel
�
volgens N 354 of EN 358)
� Systeem voor touwondersteunde toegang (bijv.
touwinstellingsapparaat volgens EN 12841, touw
volgens EN 1891)
Het is voor de veiligheid essentieel de positie van
de bevestigingsinrichting en de manier waarop het
werk uitgevoerd wordt zo te kiezen, dat de vrije val
en de hoogte van de val tot een minimum be-
perkt worden. Het is voor de veiligheid essentieel
voor ieder gebruik de benodigde vrije ruimte onder
de werkpositie van de gebruiker te garanderen
(vermijding van een smak met de grond of een
obstakel).
Als positioneringssysteem in een opvangsysteem
mag uitsluitend een opvanggordel gebruikt
worden.
Verbindingsmiddelen mogen niet over scherpe ran-
den lopen! Pendelbewegingen bij vallen dienen
door de keuze van het bevestigingspunt vermeden
te worden.
GEBRUIKSBEPERKING
Voer met dit product geen werkzaamheden uit
wanneer Uw veiligheid bij normaal gebruik of in
een noodgeval door Uw lichamelijke of geestelijke
toestand in gevaar zou kunnen komen!
Veranderingen of toevoegingen, die niet uitdrukkelijk
in deze informatie van de fabrikant beschreven zijn,
zijn verboden en mogen uitsluitend door de fabrikant
uitgevoerd worden. Het aanbrengen van individuele
opschriften/aanduidingen op de textiele bestand-
delen van de producten m.b.v. permanent marker of