IMG STAGELINE LE-304 Instruction Manual page 8

Light effect unit “projector”
Table of Contents

Advertisement

NL
Vouw bladzijde 3 helemaal open, zodat u steeds
een overzicht hebt van de bedieningselementen
B
en de aansluitingen.
1 Bedieningselementen en
aansluitingen
1.1 Achterzijde van het toestel (figuur 1)
1 XLR-jack INPUT
2 XLR-jack OUTPUT
3 Zekering
4 Microfoon
5 Draaiknop voor instelling van de microfoongevo-
eligheid
6 Montagebeugel
7 Stelschroef
8 Netsnoer
9 DIP-schakelaars (details zie afbeelding 2)
10 LED, licht op bij aansturing via de ingebouwde
microfoon of bij bediening via een lichtregelaar
1.2 DIP-schakelaars (figuur 2)
11 Adres
12 Schakelnummers
2 Veiligheidsvoorschriften
Dit toestel is in overeenstemming met de EU-richtlijn
89/336/EEG voor elektromagnetische compatibili-
teit en 73/23/EEG voor toestellen op laagspanning.
Let eveneens op het volgende:
Het toestel is enkel geschikt voor gebruik bin-
nenshuis. Vermijd uitzonderlijk warme plaatsen en
plaatsen met een hoge vochtigheid (toegestaan
omgevingstemperatuurbereik: 0-40 °C).
Tijdens het gebruik warmt het apparaat zich sterk
op. Om brandwonden te voorkomen, raakt u het
apparaat niet aan tijdens het gebruik resp. laat u
5 Montage
Bevestig het toestel met een houder voor lichtbun-
delapparatuur resp. een stabiele montageschroef
via een montagebeugel (6) op de gewenste plaats
(statief van lichtbundelapparatuur of dwarsstang).
Om het toestel precies te richten, draait u de
bevestigingsschroeven (7) los, kantelt u het toestel
in de gewenste positie en draait u de bevestigings-
schroeven weer vast.
Belangrijk! Om te vermijden dat het toestel oververhit
geraakt, moet de installatieplaats zorgvuldig gekozen
worden, zodat tijdens het gebruik voldoende ventilatie
gegarandeerd is. Zorg ervoor dat de ventilatieopenin-
gen van de behuizing niet afgedekt worden.
6 Werking
Sluit het lichteffectapparaat met de stekker van het
netsnoer (8) aan op de netstroom (230 V~/50 Hz).
Bij aansluiting op het elektriciteitsnet schakelt het
toestel in: De lamp licht op.
Trek de stekker uit het stopcontact om het toestel
uit te schakelen. Voor een beter bedieningscomfort
sluit u het aan op een stopcontact, dat via een licht-
schakelaar kan worden in- en uitgeschakeld.
6.1 Muzieksturing
Om de projector via de ingebouwde microfoon (4)
aan te sturen, plaatst u alle 10 DIP-schakelaars (9)
naar links in uitgeschakelde toestand (zie figuur 2).
Stel op de muziekinstallatie het gewenste volume
in. Stel met de draaiknop AUDIO (5) van het toestel
de gewenste microfoongevoeligheid in. Wanneer u
de regelaar volledig naar links draait tot tegen de
aanslag, is de microfoon uitgeschakeld. Hoe meer
de regelaar naar rechts opengedraaid wordt, des te
hoger de microfoongevoeligheid. Stel de regelaar zo
in dat de dynamiek optimaal wordt weergegeven
door de bewegende lichtstralen. De rode LED (10)
licht op zodra een stuursignaal via de microfoon
wordt opgenomen.
OPMERKING: Bij verandering van het volume van
de muziekinstallatie dient ook de microfoongevoelig-
8
het apparaat na uitschakelen nog enkele minuten
afkoelen, alvorens het vast te nemen.
De warmte die in het toestel ontstaat, moet door
ventilatie afgevoerd worden. Zorg er daarom voor
dat de ventilatieopeningen van de behuizing door
geen enkel voorwerp afgedekt worden.
Zorg ervoor dat u niets in de ventilatieopeningen
steekt of laat vallen! Er bestaat immers gevaar
voor elektrische schokken.
Schakel het toestel niet in resp. trek onmiddellijk
de stekker uit het stopcontact, wanneer:
1. het toestel of het netsnoer zichtbaar bescha-
digd zijn,
2. er een defect zou kunnen optreden nadat het
toestel bijvoorbeeld gevallen is,
3. het toestel slecht functioneert.
De netspanning (230 V~) waarmee het toestel ge-
voed wordt is levensgevaarlijk. Door onzorgvul-
dige ingrepen loopt u het risico van een elektri-
sche schok. Het apparaat moet in elk geval
hersteld worden door een gekwalificeerd vakman.
Een beschadigd netsnoer mag enkel door de
fabrikant of door een gekwalificeerd persoon her-
steld worden.
Trek de stekker nooit met het snoer uit het stop-
contact.
In geval van ongeoorloofd of verkeerd gebruik,
verkeerde montage of herstelling door een niet-
gekwalificeerd persoon vervalt de garantie bij
eventuele schade.
Verwijder het stof met een droge, zachte doek.
Gebruik zeker geen water of chemicaliën.
Wanneer het toestel definitief uit bedrijf genomen
wordt, bezorg het dan voor verwerking aan een
plaatselijk recyclingbedrijf.
3 Toepassingen
De lichteffectapparatuur LE-304 en LE-314 zijn bij-
zonder geschikt voor gebruik op het podium en in
discotheken. De toestellen projecteren veelkleurige
cirkelvormige patronen (LE-304) of diverse geome-
heid via de regelknop overeenkomstig aangepast te
worden.
6.1.1 Meerdere projectoren koppelen
U kan willekeurig veel projectoren koppelen om zo
via de microfoon van de hoofdapparatuur (master)
alle andere randapparatuur (slave) met hetzelfde
ritme aan te sturen.
1) Stel op het hoofdtoestel de DIP-schakelaar nr. 10
in de stand ON.
1
2
4
8
16 32 64 128 256 512
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
ON
master met geactiveerde uitgang voor aansturing van slave
2) Plaats op alle nevenapparatuur de DIP-schake-
laar nr. 1 in de stand ON.
1
2
4
8
16 32 64 128 256 512
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
ON
slave, microfoonsturing via master
3) Verbind de jack OUTPUT (2) van het hoofdtoe-
stel via een XLR-kabel met de jack INPUT van
het eerste randapparaat.
4) Verbind de jack OUTPUT van het eerste randap-
paraat met de jack INPUT van het tweede neven-
apparaat etc.
6.2 Bediening via een lichtregelaar
De lichteffectapparaten LE-304 en LE-314 beschik-
ken over twee DMX-kanalen die elk via een
DMX512-regeleenheid kunnen worden geregeld:
1ste kanaal voor de aansturing van de kleur-/patro-
onschijf en 2de kanaal voor sturing van de reflector.
1) Verbind de projector via de jack INPUT (1) met de
DMX512-regeleenheid. Via de jack OUTPUT (2)
kan andere DMX512-compatibele lichteffectap-
paratuur worden aangesloten.
2) Stel de projector met de DIP-schakelaars (9) in op
het adres van de DMX512-regeleenheid dat over-
trische vormen (LE-314) en dragen zo bij tot een
ideale discotheekatmosfeer. De lichtregeling gebeurt
via een ingebouwde microfoon of in combinatie met
een lichtregelaar via de DMX512-aansluiting.
De hierboven beschreven lichteffectapparatuur is
niet geschikt voor langdurig gebruik. De maximaal
toegelaten continue bedrijfsduur bedraagt 1 uur. Bij
overschrijding hiervan kan de apparatuur beschadigd
worden. In dit geval vervalt elke garantie voor het
betreffende toestel en kan de producent niet aan-
sprakelijk gesteld worden voor hieruit volgende
schade aan andere apparatuur of personen.
4 De lampen aanbrengen
De lichteffectapparatuur wordt zonder lampen gele-
verd.
Belangrijk! Alvorens de halogeenlamp aan te bren-
gen resp. te verwijderen, dient u in elk geval de stek-
ker uit het stopcontact te trekken! Omdat halogeen-
lampen tijdens het gebruik zeer warm worden, laat u
de lamp na gebruik van het toestel eerst afkoelen
(afkoeltijd van minstens 5 minuten), alvorens ze te
vervangen.
Er is een halogeenlamp nodig van 24 V/250 W met
een lampvoet GY 5,3 of GX 5,3 (bv. HLG-24/250MR
van "img Stage Line").
1) Draai de twee zwarte schroeven bovenop de
behuizing los, en open het deksel van de behui-
zing.
2) Bij een vervanging van de lamp trekt u de oude
lamp voorzichtig uit de fitting.
3) Raak de nieuwe halogeenlampen niet aan met de
vingers. Een vettige huid en zweet verminderen
de lichtsterkte en onzuiverheden branden zich in.
Breng de lamp met een zuivere, zachte doek in de
fitting aan.
4) Sluit het deksel van de behuizing weer dicht met
de twee schroeven.
eenstemt met het kanaal dat voorzien is van de
sturing van de kleur-/patroonschijf. De hoofd-
adressen (11) staan links naast de DIP-schake-
laars aangegeven. Andere adressen kunnen door
"optelling" van meerdere schakelaars worden inge-
steld, bijvoorbeeld 4 + 16 + 32 = adres 52. Plaats
de overeenkomstige schakelaar in de stand ON.
Voorbeeld instelling
1
2
4
8
16 32 64 128 256 512
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
ON
kanaal 1 en 2 op de DMX-regeleenheid, adres 1
1
2
4
8
16 32 64 128 256 512
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
ON
kanaal 5 en 6 op de DMX-regeleenheid, adres 5
3) Ter controle licht de rode LED (10) op, wanneer
het kanaaladres dat op de lichteffectapparatuur
werd ingesteld overeenkomt met het kanaal dat
op de DMX-regeleenheid wordt ingenomen, en
wanneer er stuursignalen naar het lichteffectap-
paraat worden gestuurd.
7 Technische gegevens
Voedingsspanning: . . . . . . . 230 V~/50 Hz
Vermogensverbruik: . . . . . . . 280 VA
Verlichting: . . . . . . . . . . . . . . 1 halogeenlamp
(24 V/250 W) lamp-
voet GX 5,3 of GY 5,3
Afmetingen: . . . . . . . . . . . . . 38 x 15 x 34 cm
Gewicht
LE-304: . . . . . . . . . . . . . . . 8,3 kg
LE-314: . . . . . . . . . . . . . . . 7,5 kg
Opgemaakt volgens de gegevens van de fabrikant.
Deze behoudt zich het recht voor de technische
gegevens te veranderen.

Advertisement

Table of Contents
loading

This manual is also suitable for:

Le-31438.137038.1380

Table of Contents