Snapper Rider REX-300 Operator's Manual page 159

Table of Contents

Advertisement

Available languages
  • EN

Available languages

  • ENGLISH, page 1
Minimaal 87 octaan/87 AKI (91 RON). Zie hieronder voor
gebruik op grote hoogte.
Benzine met tot 10% ethanol (gasahol) is toegestaan.
LET OP Gebruik geen benzines die niet zijn goedgekeurd zoals
E15 en E85. Meng geen olie in de benzine en pas de motor niet
aan voor alternatieve brandstoffen. Gebruik van niet-goedgekeurde
brandstoffen beschadigt de motoronderdelen en maakt de garantie
ongeldig.
Voeg een brandstofstabilisator aan de brandstof toe om het brand-
stofsysteem tegen gomvorming te beschermen. Zie opslag. Niet
alle brandstof is hetzelfde Verander bij start- of prestatieproblemen
van tankstation of merk. Deze motor is gecertificeerd om op ben-
zine te lopen.
Het emissieregelsysteem voor deze motor is EM (Engine
Modifications).
Grote hoogte
Op hoogtes van meer dan 1524 meter (5.000 feet) is benzine met
minimaal 85 octaan/85 AKI (89 RON) toegestaan.
Voor machines met carburator is afstelling voro werken op grote
hoogte noodzakelijk om een goede werking te behouden. Gebruik
zonder deze afstelling leidt tot verminderde prestaties, hoger brand-
stofverbruik en hogere emissies. Raadpleeg een erkende Briggs &
Stratton servicedealer voor instructies over de afstelling voor grote
hoogtes. Het gebruik van de motor op hoogtes van minder dan 762
meter (2.500 feet) met de set voor grote hoogtes wordt niet aanbe-
volen.
Voor machines met elektronische brandstofinspuiting (EFI) is geen
afstelling voor werken op grote hoogte nodig.
Brandstof bijvullen
WAARSCHUWING
Brandstof en brandstofdampen zijn uiterst ontvlambaar en explo-
sief. Brand of explosie kan ernstige brandwonden of de dood
veroorzaken.
Bij het toevoegen van brandstof
Schakel de motor uit en laat de motor ten minste gedurende
5 minuten afkoelen voordat u de benzinedop verwijdert.
Vul de brandstoftank buiten of in een goed geventileerde
ruimte.
Zorg dat de brandstoftank niet overloopt. Vul de brandstof-
tank niet tot boven de onderkant van de nek zodat de brand-
stof kan uitzetten.
Houd brandstof weg van vonken, open vlammen, waakvlam-
men, hitte en andere ontstekingsbronnen.
Controleer brandstofleidingen, tank, vuldop en installatie
regelmatig op barsten of lekken. Vervang deze, indien nood-
zakelijk.
Indien brandstof wordt gemorst, dient u te wachten tot deze
verdampt is voordat u de motor start.
1. Reinig het gebied rond de tankdop Verwijder de dop van de
brandstoftank (A, figuur 4).
2. Vul de brandstoftank met brandstof. Vul de brandstoftank niet
tot boven de onderkant van de vulhals (B) zodat de brandstof
kan uitzetten.
OPM.: De brandstofmeter (C) geeft aan hoeveel brandstof er nog in
de tank zit.
3. Draai de tankdop weer vast.
De bestuurdersstoel afstellen
Als de motor is uitgeschakeld:
1. Til de bestuurdersstoel op.
2. Draai de twee afstelknoppen los (A, afbeelding 5) en zet de
stoel in de gewenste positie. Draai de knoppen na het verstel-
len weer goed vast.
3. Laat de bestuurdersstoel zakken.
De motor starten
WAARSCHUWING
GEVAAR VAN GIFTIG GAS. Motoruitlaatgassen bevatten
koolmonoxide, een giftig gas dat u doodt binnen enkele
minuten. U kunt het NIET zien, ruiken of proeven. Ook al
ruikt u de uitlaatgassen niet, u kunt toch zijn blootgesteld
aan koolmonoxide. Als u zich tijdens het gebruik van dit
product misselijk, duizelig of zwak begint te voelen , scha-
kel het dan uit, stap er af en ga METEEN de frisse lucht in.
Consulteer een arts. Het kan zijn dat u koolmonoxidevergif-
tiging heeft.
Gebruik dit product ALLEEN buiten en ver weg van ramen,
deuren en ventilatieopeningen om te voorkomen dat kool-
monoxidegas zich kan verzamelen en in deze bewoonde
ruimten terecht kan komen
Plaats koolmonoxidemelders op batterijen of melders op
netvoeding met reservebatterij volgens de instructies van de
fabrikant. Rookmelders kunnen geen koolmonoxide detecte-
ren.
Laat dit product NIET werken in huizen, garages, kelders,
kruipruimten, schuurtjes of andere gedeeltelijk afgeslo-
ten ruimten, ook niet met gebruik van ventilatoren of met
geopende deuren en of ramen als ventilatie. In deze ruimten
kan snel koolmonoxide worden gevormd en dit kan uren blij-
ven hangen, zelfs als het product al is uitgeschakeld.
Plaats dit product ALTIJD van de wind af en laat de moto-
ruitlaat niet in de richting van bewoonde ruimten wijzen.
Elektrisch starten:
1. Ga recht op de bestuurdersstoel zitten.
2. Handgeschakelde modellen - Zet de koppelingshendel in de
stand neutraal/vrij (N). Zie "Koppeling inschakelen".
WAARSCHUWING
Start de motor NOOIT terwijl de koppelingshendel in een rijstand
staat. Volg alle startinstructies nauwkeurig op.
nl
15

Hide quick links:

Advertisement

Table of Contents
loading

Table of Contents