Makita GD0603 Instruction Manual page 21

Hide thumbs Also See for GD0603:
Table of Contents

Advertisement

Available languages
  • EN

Available languages

  • ENGLISH, page 1
Veiligheidswaarschuwingen voor
een stempelslijpmachine
Gemeenschappelijke veiligheidswaarschuwingen
voor slijpwerkzaamheden:
1.
Dit elektrisch gereedschap is bedoeld voor
gebruik als slijpgereedschap. Lees alle veilig-
heidswaarschuwingen, instructies, afbeeldingen
en technische gegevens die bij dit elektrisch
gereedschap worden geleverd. Als u nalaat alle
onderstaande instructies te volgen, kan dit leiden tot
een elektrische schok, brand en/of ernstig letsel.
2.
Wij adviseren u werkzaamheden zoals schu-
ren, draadborstelen, polijsten of doorslijpen
niet uit te voeren met dit elektrisch gereed-
schap. Werkzaamheden waarvoor dit elektrisch
gereedschap niet is bedoeld kunnen gevaarlijke
situaties opleveren en tot persoonlijk letsel leiden.
3.
Gebruik geen accessoires die niet specifiek zijn
ontworpen en aanbevolen door de fabrikant van
het gereedschap. Ook wanneer het accessoire kan
worden bevestigd op uw elektrisch gereedschap, is
een veilige werking niet gegarandeerd.
Het nominale toerental van het accessoire
4.
moet minstens gelijk zijn aan het maximumto-
erental vermeld op het elektrisch gereedschap.
Accessoires die met een hoger toerental draaien
dan hun nominaal toerental kunnen stuk breken
en in het rond vliegen.
5.
De buitendiameter en de dikte van het acces-
soire moet binnen het capaciteitsbereik van
het elektrisch gereedschap vallen. Accessoires
met verkeerde afmetingen kunnen niet afdoende
worden beheerst.
6.
De spildiameter van accessoires moet goed
passen in de spankop van het elektrisch
gereedschap. Accessoires die niet overeen-
komen met de bevestigingshardware van het
elektrisch gereedschap, zullen niet gebalanceerd
draaien en buitensporig trillen, en kunnen leiden
tot verlies van controle over het gereedschap.
7.
Met een spil gemonteerde accessoires moeten
volledig in de spankop of klembus worden
gestoken. Als de spil onvoldoende wordt vast-
gehouden en/of de stift te ver uitsteekt, kan het
aangebrachte accessoire losraken en met hoge
snelheid worden weggeworpen.
8.
Gebruik nooit een beschadigd accessoire.
Inspecteer het accessoire vóór ieder gebruik,
bijvoorbeeld een slijpschijf op ontbrekende
schilfers en barsten. Nadat het elektrisch
gereedschap of het accessoire is gevallen,
inspecteert u het op schade of monteert u een
onbeschadigd accessoire. Na inspectie en
montage van een accessoire, zorgt u ervoor
dat u en omstanders niet in het rotatievlak
van het accessoire staan, en laat u het elek-
trisch gereedschap draaien op het maximaal,
onbelast toerental gedurende één minuut.
Beschadigde accessoires breken normaal gespro-
ken in stukken gedurende deze testduur.
9.
Gebruik persoonlijke-veiligheidsmiddelen.
Afhankelijk van de toepassing gebruikt u een
spatscherm, een beschermende bril of een
veiligheidsbril. Al naar gelang van toepassing
draagt u een stofmasker, gehoorbeschermers,
handschoenen en een werkschort die in staat
zijn kleine stukjes slijpsel of werkstukfrag-
menten te weerstaan. De oogbescherming moet
in staat zijn rondvliegend afval te stoppen dat
ontstaat bij de diverse werkzaamheden. Het stof-
masker of ademhalingsapparaat moet in staat zijn
deeltjes te filteren die ontstaat bij de werkzaam-
heden. Langdurige blootstelling aan zeer intens
geluid kan leiden tot gehoorbeschadiging.
10. Houd omstanders op veilige afstand van het
werkgebied. Iedereen die zich binnen het
werkgebied begeeft, moet persoonlijke-veilig-
heidsmiddelen gebruiken. Fragmenten van het
werkstuk of van een uiteengevallen accessoire
kunnen rondvliegen en letsel veroorzaken buiten
de onmiddellijke werkomgeving.
11.
Houd elektrisch gereedschap uitsluitend vast
aan het geïsoleerde oppervlak van de hand-
grepen wanneer u werkt op plaatsen waar het
accessoire met verborgen bedrading of zijn
eigen snoer in aanraking kan komen. Wanneer
het accessoire in aanraking komt met onder
spanning staande draden, zullen de niet-geïso-
leerde metalen delen van het gereedschap onder
spanning komen te staan zodat de gebruiker een
elektrische schok kan krijgen.
12. Houd het gereedschap altijd stevig in uw
hand(en) vast tijdens het inschakelen. Het
reactiekoppel van de motor, bij het versnellen naar
volledig toerental, kan ertoe leiden dat het gereed-
schap verdraait.
13. Gebruik, indien dit praktisch mogelijk is,
klemmen om het werkstuk vast te zetten. Houd
een klein werkstuk nooit in één hand vast en
het gereedschap in de andere hand terwijl
het in gebruik is. Door een klein werkstuk vast
te klemmen kunt u uw hand(en) gebruiken om
het gereedschap te controleren. Rond materiaal,
zoals stangen, pijpen en slangen, neigen weg te
rollen tijdens het bewerken, waardoor het bit kan
vastlopen of naar u toe kan springen.
14. Houd het snoer goed uit de buurt van het rond-
draaiende accessoire. Als u de controle verliest
over het gereedschap, kan het snoer worden
doorgesneden of bekneld raken, en kan uw hand
of arm tegen het ronddraaiende accessoire wor-
den aangetrokken.
15. Leg het elektrisch gereedschap nooit neer
voordat het accessoire volledig tot stilstand is
gekomen. Het ronddraaiende accessoire kan de
ondergrond pakken zodat u de controle over het
elektrisch gereedschap verliest.
16. Na het verwisselen van het bit of maken van
afstellingen, controleert u of de spanmoer,
klembus of enige andere afstelinrichting stevig
vastgedraaid is. Loszittende afstelinrichtingen
kunnen zich onverwacht verplaatsen, waardoor u
de controle kunt verliezen en loszittende, draai-
ende componenten met geweld kunnen worden
weggeworpen.
17. Laat het elektrisch gereedschap niet draaien
terwijl u het naast u draagt. Als het ronddraai-
ende accessoire u per ongeluk raakt, kan het
verstrikt raken in uw kleding waardoor het acces-
soire in uw lichaam wordt getrokken.
21 NEDERLANDS

Advertisement

Table of Contents
loading

Table of Contents