De achteruitrijcamera activeren
Het begeleid storingzoeken uitvoeren.
› De functie „Softwareversionsmanagement (SVM)" activeren. In dit menu de functie 3 - de
zogenaamde „Um-/Nachrüstfunktion durchführen" kiezen - zie afb. 18.
› De 5-cijferige uitvoeringscode (deze staat in de onderdelencatalogus „ETKA") invoeren en
bevestigen.
› De diagnose op de gebruikelijke manier voltooien.
De basisinstelling van de achteruitrijcamera volgens de reparatiehandleiding van ŠKODA
uitvoeren.
De werking van de achteruitrijcamera controleren.
De beschrijving van de werking van de achteruitrijcamera en de indicatie van het be-
waakte gebied zijn te vinden in het instructieboekje - hoofdstuk Hulpsystemen/
Parkeerhulp.
NL
59