Skoda Superb Fitting Instructions Manual page 58

Afb. 12, 16, 17
De aansluiting van de camera-draadbundel aan de regeleenheid voor de
informatie-elektronica.
› Van de regeleenheid voor de informatie-elektronica (in het aflegvak aan passagierszijde)
de „quadlock"-stekker aftrekken en de draden van de draadbundel volgens het elektrisch
schema afb. 17 als volgt aansluiten.
› De witte draad van de draadbundel op de blauwe stekker (quadlock) PIN 6 en de zwarte
draad op de blauw stekker (quadlock) PIN 12 aansluiten.
› De oranje/ paarse draad uit de grijze stekker ŠKODA (quadlock) PIN 6 uitnemen en deze op
PIN 1 van de hulpstekker (C) aansluiten. De oranje/ bruine draad uit de grijze stekker ŠKODA
(quadlock) PIN 12 uitnemen en deze op PIN 2 van de hulpstekker (C) aansluiten.
› Op de vrijgekomen PIN 6 de oranje/ paarse draad van de draadbundel aansluiten. Op de
vrijgekomen PIN 12 de oranje/ bruine draad van de draadbundel aansluiten.
› De stekker (C) op de bijbehorende stekker van de draadbundel aansluiten, de draadbundel
zorgvuldig aanbrengen en aan de bestaande draadbundel van het voertuig en aan de mo-
dulehouder bevestigen met de kabelbinders (D) -pijlen-.
Opmerking. De draadbundel zo aanbrengen, dat deze niet beschadigd
kan worden tegen de randen van de schakelpaneelconsole.
Bij het verwarmingsapparaat (achter het aflegvak aan passagiers-
zijde) de draadbundel van de achteruitrijcamera zo aan de bestaande
NL
elektrische installatie en aan de modulehouder van het voertuig
vastmaken, dat deze het beweegbare deel van het verwarmingsap-
paraat (klep) niet kan raken.
Onder het schakelpaneel de draden aan de zekeringshouder zodanig
met kabelbinders vastmaken dat deze niet kunnen losraken. Hier-
door wordt aanraking voorkomen met andere onderdelen die zich
onder het schakelpaneel bevinden (knieairbag, pedalen, stuurkolom,
etc. bij voertuigen met stuur links en het aflegvak aan passagiers-
zijde bij voertuigen met stuur rechts).
De werking van de knie-airbag, de pedalen en andere onderdelen
onder het schakelpaneel mag niet worden belemmerd.
Tegelijk moet het mogelijk blijven de zekeringshouder los te maken.
De ligging van de draadbundels (A, H, J) en de bevestiging van alle draden controleren. De
draden moeten zo bevestigd zijn dat deze niet beschadigd kunnen raken en tijdens de rit
geen storende geluiden veroorzaken.
Na afloop van de montage alle uitgebouwde onderdelen weer inbouwen volgens de aan-
wijzingen in de reparatiehandleiding. De accu aansluiten en alle stappen met betrekking
tot het loskoppelen en aansluiten uitvoeren.
58