Bosch 0 607 161 100 Original Instructions Manual page 80

OBJ_BUCH-1540-004.book Page 80 Monday, September 19, 2016 2:47 PM
80 | Nederlands
Montage
Ophang- en inspanvoorziening
Ophangvoorziening (zie afbeelding A)
 Als u het persluchtgereedschap in een ophang- of op-
spanvoorziening wilt gebruiken, dient u erop te letten
dat u het eerst in de voorziening bevestigt voordat u
het op de persluchttoevoer aansluit. Daardoor voort-
komt u dat u het gereedschap per ongeluk inschakelt.
Met de ophangbeugel 4 kunt u het persluchtgereedschap aan
een ophangvoorziening bevestigen.
– 0 607 153 5..
Plaats de ophangbeugel 4 op het persluchtgereedschap en
laat deze in de sleuf 10 vastklikken.
Afhankelijk van het zwaartepunt van het persluchtgereed-
schap kunt u de voorste of de achterste sleuven gebruiken.
– 0 607 161 5..
Steek de ophangbeugel 4 op het inspanbereik 2.
 Controleer regelmatig de toestand van de ophangbeu-
gel en de haken in de ophangvoorziening.
Inspanvoorziening
0 607 154 101/0 607 161 1../0 607 161 5..
– In het aangegeven inspanbereik 2 kunt u het persluchtge-
reedschap in een inspanvoorziening bevestigen. Maak in-
dien mogelijk gebruik van het hele inspanbereik. Hoe ge-
ringer het inspanbereik, hoe sterker de werking van de
spankrachten.
Overbelast het inspanbereik niet.
Extra handgreep monteren
0 607 160 5../0 607 161 1../0 607 161 5..
– Steek de extra handgreep 9 op het inspanbereik 2.
U kunt de extra handgreep 9 naar wens draaien voor een vei-
lige houding tijdens de werkzaamheden zonder vermoeid-
heid.
– Draai de vleugelschroef voor de verstelling van de extra
handgreep tegen de wijzers van de klok en draai de extra
handgreep 9 in de gewenste stand. Draai vervolgens de
vleugelschroef met de wijzers van de klok weer vast.
Luchtafvoer
Met een luchtafvoer kunt u de af te voeren lucht via een af-
voerslang van uw werkplek wegvoeren en tegelijkertijd een
optimale geluiddemping bereiken. Bovendien verbetert u uw
werkomstandigheden, aangezien uw werkplek niet meer kan
worden vervuild door oliehoudende lucht en er geen stof of
spanen meer kunnen worden opgewerveld.
Decentrale luchtafvoer (zie afbeelding B)
0 607 161 1../0 607 161 5..
– Draai de geluiddemper bij de luchtafvoer 8 uit en vervang
deze door een slangnippel 5.
– Maak de slangklem 11 van de luchtafvoerslang 12 los en
bevestig de luchtafvoerslang op de slangnippel 5 met bui-
tenschroefdraad door de slangklem stevig vast te draaien.
1 609 92A 37G | (19.9.16)
0 607 153 5../0 607 154 101
De luchtafvoergeleiding moet voor de aansluiting op de lucht-
voorziening worden gemonteerd, omdat het huisdeksel 14
moet worden verwijderd.
U kunt de afvoerlucht naar een luchtafvoertank leiden.
– Draai de drie bevestigingsschroeven 13 los en verwijder
het huisdeksel 14.
– Vervang nu de geluiddemper door de zeskantmoer 15 en
bevestig het huisdeksel weer met de drie verzinkschroe-
ven.
– Schroef de slangnippel 5 in de zeskantmoer 15 van de
luchtafvoer.
– Maak de slangklem 11 van de luchtafvoerslang 12 los en
bevestig de luchtafvoerslang op de slangnippel 5 met bui-
tenschroefdraad door de slangklem stevig vast te draaien.
Decentrale luchtafvoer met luchtafvoerset
(zie afbeelding C)
0 607 161 1..
Of voer de afvoerlucht naar een luchtafvoertank door eerst de
decentrale luchtafvoerset 17 te bevestigen.
Opmerking: Let erop dat de slangnippel 5 niet in het aansluit-
stuk 20 op de luchtingang is geschroefd en de dichtring 16 in
de uitsparing tussen huis en luchtafvoerset 17 ligt, zodat de
uitstromende lucht alleen naar de luchtafvoerslang 12 kan
ontwijken.
– Schroef eerst het aansluitstuk 18 van de luchtafvoerset
stevig in het aansluitstuk 20 van de luchtingang en schroef
vervolgens de slangnippel 5 op het aansluitstuk 18.
– Vervang de geluiddemper 19 op de luchtafvoerset door de
slangnippel van de luchtafvoerset.
– Maak de slangklem 11 van de luchtafvoerslang 12 los en
bevestig de luchtafvoerslang op de slangnippel 5 met bui-
tenschroefdraad door de slangklem stevig vast te draaien.
Centrale luchtafvoer (zie afbeelding D)
0 607 161 1../0 607 161 5..
– Maak de slangklem 11 van de luchttoevoerslang 21 los en
bevestig de luchttoevoerslang op de slangnippel 5 met bui-
tenschroefdraad door de slangklem stevig vast te draaien.
– Stulp de luchtafvoerslang (centraal) 22, die de afvoerlucht
van uw werkplek wegvoert, over de luchttoevoerslang 21.
Sluit vervolgens het persluchtgereedschap weer aan op de
luchttoevoer (zie „Aansluiting op de luchttoevoer",
pagina 80) en trek de luchtafvoerslang (centraal) 22 over
de gemonteerde luchttoevoerslang aan het einde van het
gereedschap.
Aansluiting op de luchttoevoer (zie afbeelding E)
 Let erop dat de luchtdruk niet lager dan 6,3 bar (91 psi)
is, omdat het persluchtgereedschap voor deze werk-
druk ontworpen is.
Houd voor een maximale capaciteit de waarden voor de in-
wendige slangdiameter en de aansluitschroefdraad in de ta-
bel „Technische gegevens" aan. Gebruik voor het instandhou-
den van de volledige capaciteit alleen slangen met een lengte
van maximaal 4 meter.
Bosch Power Tools