Hach TL2350 Basic User Manual page 165

Hide thumbs Also See for TL2350:
Table of Contents

Advertisement

Available languages
  • EN

Available languages

  • ENGLISH, page 3
Bediening
De instellingen van het instrument configureren
1. Druk op
en vervolgens op Setup (instellingen).
2. Selecteer een optie.
Optie
Locatie
Datum & Tijd
Beveiliging
Geluidsinstellingen
Peripherals
(randapparatuur)
Energiebeheer
Meetinstellingen configureren
Selecteer de meetmodus, meeteenheden, dataloggerinstellingen en meer.
1. In het hoofdmeetscherm, drukt u op Opties>Meetopstelling.
2. Selecteer een optie.
Optie
Omschrijving
Bezig met
Stelt de meetmodus in op de modus enkel, continu of RST-modus. Single (enkel)
meten Modus
(standaard)—De meting stopt wanneer de meetwaarde stabiel is. Continu—De meting
gaat door tot de gebruiker op Klaar drukt. RST—De RST-modus (Rapidly Settling
Turbidity) berekent en update de troebelheidswaarde van het monster continu met een
betrouwbaarheid van 95 %, aan de hand van de vastgestelde trend van de real-time
gemeten waarden. De optie RST kan het beste worden gebruikt voor monsters die snel
bezinken, een troebelheid groter dan 20 NTU hebben en constant van waarde veranderen.
Voor de meting dient men ervoor te zorgen dat het monster homogeen is door het kuvet te
zwenken. Het wordt het beste toegepast op monsters die groter zijn dan 20 NTU. Het
monster moet grondig worden gemengd door middel van omkering direct voordat het in het
instrument wordt gestoken. Signaalgem.—De troebelheidswaarde die op het display wordt
weergegeven is een gemiddelde van de waarden die zijn gemeten tijdens het
geselecteerde tijdsinterval. Opties: voor enkele meetmodus 5 tot 15 seconden. Voor
continue meetmodus 5 tot 90 seconden.
Omschrijving
Selecteer de locatienaam van het instrument. De locatie wordt met metingen naar
de USB-stick gestuurd. De locatie wordt niet in het gegevenslogboek opgeslagen.
Stelt de datumnotatie, tijdnotatie, datum en tijd in. Voer de huidige datum en tijd in.
Datumnotatie—Stelt de datumnotatie in. Opties: dd-mm-yyyy (standaard), yyyy-
mm-dd, dd-mm-yyyy of mm-dd-yyyy. Tijdnotatie—Stelt de tijdnotatie in. Opties:
12 of 24 uur (standaard).
Schakelt beveiliging met wachtwoord in of uit voor de instellingen en taken in de
beveiligingslijst. Beveiligingswachtwoord—Stelt het beveiligingswachtwoord
(administrator) in of wijzigt het (maximaal 10 tekens). Wachtwoorden zijn
hoofdlettergevoelig. Beveiligingslijst—Stelt het beveiligingsniveau in voor elke
instelling en taak in de beveiligingslijst.
• Off (uit)—Alle gebruikers kunnen de instelling wijzigen of de taak uitvoeren.
• Eén sleutel—Alleen gebruikers met een beveiligingsniveau van één of twee
sleutels kunnen de instelling wijzigen of de taak uitvoeren. Raadpleeg
Gebruikers-ID's toevoegen
• Twee sleutels—Alleen gebruikers met een beveiligingsniveau van twee sleutels
kunnen de instelling wijzigen of de taak uitvoeren.
Opmerking: De Beveiligingsinstelling wordt pas opgeslagen als er op Sluiten wordt
gedrukt.
Schakelt de geluidinstellingen voor individuele gebeurtenissen in of uit. Om alle
geluidinstellingen in of uit te schakelen, selecteert u Alle en drukt u op Instellingen.
Toont de verbindingsstatus van aangesloten apparaten zoals een printer, USB-
stick (flashdrive) of toetsenbord.
Stelt in wanneer het instrument automatisch naar de slaapstand gaat of uit gaat na
een periode zonder activiteit. Slaaptimer—Stelt in wanneer het instrument in de
slaapstand wordt gezet. Opties: UIT, 30 minuten, 1 (standaard), 2 of 12 uur.
op pagina 166.
Nederlands 165

Hide quick links:

Advertisement

Table of Contents
loading

Table of Contents