Download Print this page

DI BLASI R31 Operation And Maintenance page 15

Folding tricycle

Advertisement

GB
4.3 Brakes operation
The tricycle is equipped with two independent brakes,
both acting on the front wheel. Each brakes is activated
by one of two levers placed on the handlebar.
Except that in case of emergency, never activate abruptly
the brakes, especially in sharp turns or on wet pavement
or on gravel or otherwise loose surface.
To adjust the brakes see Sec.5.6
To park the tricycle, pull the right lever and keep it in
this position by turning counterclockwise the red device
located at its end. Remember to unlock the lever before
riding again (fig. 10).
4.4 Gear ratio operation
The derailleur is activated by a cable connected to a
shift lever located on the right side of the handlebar
(fig.11). The derailleur works by moving the chain
sideways from one freewheel sprocket to another of
different size, so changing the gear ratio.
When the lever (A) is positioned at notch (1) the chain
engages the larger sprocket, (allowing riding with a
small effort but at a low speed); when the lever is
positioned at notch (7) the chain engages the smaller
sprocket (allowing higher speed riding but with more
effort); when the lever is positioned at an intermediate
notch the chain engages a correspondingly intermediate
sprocket. Shift the lever to the gear position that allows
the preferred pedalling pressure and speed.
To avoid damages, it is important to observe these
rules: shift only when pedals and wheels are in motion;
while shifting gears reduce pedalling pressure and
never back-pedal.
D
4.3 Bremsen
Das Dreirad ist mit zwei unabhängigen Bremsen
ausgestattet, die beide auf die Vorderräder einwirken.
Jede Bremse wird von einem der beiden Hebel auf der
Lenkstange gesteuert.
Außer bei Notfällen sollten nie plötzlich abgebremst
werden. Dies gilt vor allem, wenn die Straße nass,
schlecht oder kurvenreich ist.
Zum Nachstellen der Bremsen siehe Kap. 5.6
Zum Parken des Dreirads den rechten Hebel ziehen
und ihn mittels der roten Vorrichtung an dem Ende in
der gezogenen Position blockieren. Vor dem Wegfahren
muss der Hebel wieder entblockiert werden (Abb. 10).
4.4 Antrieb
Die Gangschaltung mit 7 Gängen wird durch einen
Handhebel auf der rechten Seite der Lenkstange
gesteuert (Abb. 11). Dadurch kann die Kette von einem
auf das Ritzel des freien Rades versetzt werden,
wodurch der Gang des Antriebs gewechselt wird.
Wenn der Handhebel (A) auf den Punkt (1) der Kette
positioniert ist, greift die Kette in das größere Ritzel
ein. Dadurch ist eine langsame Fortbewegung mit
weniger Kraftaufwand möglich. Wenn der Handhebel
(A) auf den Punkt (7) positioniert ist, greift die Kette
auf das kleinste Ritzel ein. Dadurch erfolgt eine
schneller Fortbewegung mit einem größeren
Kraftaufwand. Wenn der Handhebel auf einen der
dazwischenliegenden Punkte positioniert ist, greift die
Kette auf das betreffende dazwischenliegende Ritzel
ein. Auf diese Weise kann das Übersetzungsverhältnis
für die gewünschte Tretkraft und Geschwindigkeit
gewählt werden.
Um Schäden am Antrieb zu vermeiden, müssen
folgende Regeln beachtet werden: Den Handhebel des
Ganges nur dann betätigen, wenn sich die Pedale und
das Hinterrad drehen. Wenn der Handhebel betätigt
wird, muss die Beanspruchung auf den Pedalen
reduziert werden. Nicht den Rücktritt verwenden.
Fig. 10
Abb. 10
Afb. 10
NL
4.3 Remmen
De driewieler is uitgerust met twee onafhankelijke
remmen die beide op het voorwiel werken. Iedere rem
wordt door één van de twee remhendels op het stuur
bediend.
Rem altijd geleidelijk en nooit plotseling heel hard -
behalve in noodgevallen – vooral als de weg nat is of
in slechte staat verkeert of in bochten.
Zie hoofdstuk. 5.6 voor het afstellen van de remmen.
Voor het parkeren van de driewieler trekt u de rechter
remhendel aan en blokkeert u deze in die positie met
het rode mechanisme dat zich op het uiteinde bevindt.
Vergeet niet de hendel te deblokkeren voordat u weer
vertrekt (afb. 10).
4.4 Aandrijving
De versnelling met 7 standen wordt bediend via de
hendel op de rechterkant van het stuur (afb. 11). Hiermee
kunt u de ketting van het ene tandwiel naar het andere
verplaatsen op het freewheel en zo de
aandrijfverhouding veranderen.
Als de hendel (A) op punt (1) staat, wordt de ketting
om het grootste tandwiel gezet, waardoor u langzaam
maar met minder inspanning vooruit gaat; als de hendel
(A) op punt (7) staat, wordt de ketting om het kleinste
tandwiel gezet, waardoor u snel vooruit gaat, maar met
meer inspanning; als de hendel op één van de punten
hiertussenin staat, loopt de ketting om het bijbehorende
tandwiel. Zo is het mogelijk een aandrijving met de
gewenste inspanning en snelheid te kiezen.
Om schade aan het aandrijfmechanisme te voorkomen,
dient u de volgende regels in acht te nemen: verzet de
versnellingshendel alleen wanneer de pedalen en het
achterwiel draaien; verminder de kracht op de pedalen
tijdens het verzetten van de hendel maar trap niet
achteruit.
Fig. 11
Abb. 11
Afb. 11
A

Advertisement

loading