Periodiek Onderhoud - EMAK EP 90 Operator's Manual

NL
MONTAGE STANG EN KETTING
De EP90 / EP100 snoeier wordt afgeleverd met
in de fabriek geïnstalleerde en afgestelde stang
en ketting.
Voor de vervanging van de stang en de ketting, of
na het slijpen van de ketting, als volgt te werk gaan:
1 - Schroef de twee zelfblokkerende moeren (A)
los en verwijder het deksel (B)
2 - Plaats de ketting in de loopbaan (C) van het
snijblad, en tegelijkertijd op de transmissie-
spoel (D). Kijkt men nu naar het geheel van
ketting en snijblad, let er dan op dat de
snijkanten van de ketting in de richting van de
wijzers van de klok staan (E).
3 - Plaats het deksel daar waar men eerder de
pal voor de kettingspanner (F) naar achteren
had gezet.
4 - Laat de spil van de kettingspanner samenval-
len met het gat (G) op het snijblad, waarbij
men gebruik maakt van de instelschroef (H).
5 - Schroef met een lichte voorbelasting de
moeren (A) vast op het deksel. Stel de
schroef van de kettingspanner in door deze
met de wijzers van de klok mee te draaien.
Controleer de spanning van de ketting door
de ketting op te heffen, waarbij de binnenkant
van de schakel voor ongeveer 4 mm net
zichtbaar is.
De juiste afstelling is bereikt wanneer de
ketting ongehinderd ronddraait.
De moeren (A) tot het einde toe vastdraaien.
INSTALLATIE VAN DE SNOEIER
1 - De klokvormige beugel (A) in open positie
plaatsen. Schroef de gekartelde knop los, en
steek het conisch drijfwerk (B) naar binnen,
op het tussenstuk. Pas de richtpen (C) met
kabel op het conisch drijfwerk, en de getande
spil op het centrale verbindingsstuk (D).
2 - Breng de klokvormige beugel met de rubber
pakking, boven de kop van het conische
drijfwerk (F) samen. Draai de gekartelde knop
vast met de hand.
STARTEN EN GEBRUI
1 - De snoeier beschikt over een smeerpomp
voor de ketting, waardoor de benodigde
hoeveelheid vet tijdens de beweging van de
ketting gegarandeerd wordt.
De hoeveelheid die door de pomp wordt
afgegeven, is reeds gedoseerd om het milieu
zo min mogelijk te belasten en om
tegelijkertijd te zorgen voor de benodigde
hoeveelheid vet voor de ketting.
14
D
2 - Gebruik, voor een correcte werking,
oliesoorten met een gemiddelde viscositeit.
Gebruik geen reeds gebruikte olie, aangezien
de pomp beschadigd kan raken.
3 - Tijdens het starten van de struikensnoeier
dient men er op te letten dat de ketting geen
enkel voorwerp aanraakt dat zich op de grond
bevindt. Zie, voor de startinstructies de
instructies die bij de machine geleverd worden.
4 - Wenken voor correct uitgevoerde afsnijdingen.
Denk er aan om niet onder de af te snijden
tak te blijven staan. Om te vermijden dat de
boom ontschorst raakt, aan het einde van de
snede, dient men eerst, aan de onderkant van
de tak zelf, een aantal insnijdingen aan te
brengen. Als het om een vrij grote tak gaat,
dan kan men meer dan een snede verrichten,
om de tak lichter te maken en het werk beter
onder controle te houden. Indien nodig, nog
een keer door de snede gaan.

PERIODIEK ONDERHOUD

Bij het uitvoeren van de onderhoudswerk-
zaamheden dient de motor te zijn uitgezet.
Controleer of de schakelaar van de machine op
"OFF" staat.
Regel de spanning van de ketting door de punten
onder "D" op te volgen.
Bij een nieuwe ketting kan het nodig zijn deze
vaker te spannen. De instelling kan handig worden
uitgevoerd door de snoeier van de machine te
verwijderen. Nu kan men het onderhoud op de
E
snoeier in de werkplaats uitvoeren.
SLIJPEN VAN DE KETTING
Bij het slijpen van de ketting kan de snoeier
zowel op de machine gemonteerd blijven, als
verwijderd worden.
Bij het verwijderen van de snoeier, of bij het
slijpen van de ketting, moet de machine zijn
uitgezet, en de schakelaar moet op "OFF" staan.
Het slijpen dient plaats te vinden met een ronde
vijl met een diameter van 4 mm (5/32") voor de
ketting model N4C-BL-38E, die op uw snoeier
F
gemonteerd is.
Zorg voor een bladgeleider om de ketting op vast
te zetten, en slijp afwisselend de rechter- en
linkertand met een hoek tussen de 55° / 60°.
Heeft men geen bladgeleider, dan spant men de
ketting op het blad met de instelschroeven,
zodat de ketting stabiliteit verkrijgt, en kan men
beginnen te slijpen. Ga met een platte vijl te werk
om de hoogte van de limietbegrenzer terug te
brengen. Deze moet tussen de 0.6 en 0.7 lager
liggen ten opzichte van het snijvlak. Controleer
met een meetinstrument.
G
H