Jøtul F 371 Installation Instructions With Technical Data page 53

F 370 series
Table of Contents

Advertisement

Available languages
  • EN

Available languages

  • ENGLISH, page 26
Jøtul F 376 – Glazen basis
(fig. 4, 8, 17, 18, 19 en 20)
NB! Sla de verwijderbare afdekplaten niet los wanneer u de
flexibele slang door een gat in de vloer aansluit (fig. 18 A).
1. Maak de schroeven los terwijl u de bovenste glasklemmen
aan beide zijden vasthoudt (fig. 18 B en C). Controleer of de
hendel op de externe luchtopening naar voren staat (fig.
4D).
2. Indien u een flexibele slang aansluit (Ø 100 mm) voor de
externe luchttoevoer naar de externe luchtopening/-uitlaat
(fig. 4C) onder de verbrandingskamer, boor dan eerst een gat
(fig. 18 A) in de verwijderbare afdekplaten alvorens u deze
losslaat.
NB! Laat de achterplaat in de basis (fig. 18 D) zitten, wanneer
u de afdekplaten losslaat.
Verwijder de achterplaat (fig. 18 D) uit de basis.
3
4. Plaats de basis op de juiste positie op de vloerplaat (indien
nodig). Zet het product waterpas met de 4 afstelschroeven
(fig. 19 A). Indien u een glazen vloerplaat gebruikt (cat. nr.
351121), moet de basis ongeveer 8 mm omhoog worden
gebracht van de vloer, zodat de vloerplaat onder de voorkant
van de basis kan worden geschoven.
5. Bevestig de basis aan de verbrandingskamer. Gebruik hiervoor
4 schroeven (M8 x 30 mm) uit de zak met schroeven (fig. 19 B).
6. Til het product met de hulp van een ander persoon voorzichtig
omhoog.
7. Stel de glazen deur, indien nodig, af met de schroeven (fig. 17
C). De ruimte tussen de deur en de basis moet overal gelijk
zijn om de deur recht te laten hangen.
8. Installeer de glazen zijpanelen door deze in de onderste
glasklemmen te plaatsen (fig. 20 A). Trek de bovenste
klemmen omhoog en druk ze op de glazen zijkant. Zorg ervoor
dat de ruimte tussen de glazen zijkant en de zijplaat overal
gelijk is, zowel aan de voor- als achterkant. Draai de schroef
aan de voorkant voor de glazen zijkant aan (fig. 18 B). De
schroef aan de achterkant (fig. 18 C) moet iets losgedraaid
worden zodat de glasklem kan worden opgetild zonder de
schroef te verwijderen (dit maakt het eenvoudiger om later
het glas te vervangen).
9. Haal de flexibele slang (indien aanwezig) door een gat in de
vloer of achter de basis (fig. 18 A) en bevestig deze aan de
uitlaat met een slangklem.
NB! Zorg ervoor dat de slang lang genoeg is, zodat u geen
verbindingen hoeft te maken.
10. Plaats de achterplaat terug (fig. 18 D).
11. Het onderstel moet door middel van het meegeleverde
hitteschild worden beschermd tegen de stralingswarmte.
Bevestig dit met de 2 schroeven als aangegeven in afb. 8B.
Producten bij convectiesets
Jøtul F 371, Jøtul F 372, Jøtul F 373, Jøtul F 374, Jøtul F 375en Jøtul
F 376 worden tevens met convectiesets geleverd.
Deze producten hebben de naam Jøtul F 371 CV, Jøtul F 372 CV,
Jøtul F 373 CV, Jøtul F 374 CV, Jøtul F 375 CV en Jøtul F 376 CV.
Cat. nr. 351172, BP. Cat. nr. 351173, GP.
3.3 Schoorstenen en kachelpijpen
Voor de kachelpijp is een maximale dikte van 1 mm aan te bevelen.
De haard kan worden aangesloten op een schoorsteen en
kachelpijp die zijn goedgekeurd voor brandstofgestookte
haarden met rookgastemperaturen die zijn opgegeven in
«2.0 Technische gegevens».
De doorsnede van de schoorsteen moet ten minste even groot
zijn als de doorsnede van de kachelpijp. Zie «2.0 Technische
gegevens» voor informatie voor het berekenen van de
doorsnede van de schoorsteen.
Er kunnen meerdere brandstofgestookte haarden worden
aangesloten op dezelfde schoorsteen als de doorsnede van
de schoorsteen groot genoeg is.
De aansluiting op de schoorsteen moet voldoen aan de
installatievoorschriften van de schoorsteenleverancier.
Voordat u een opening in de schoorsteen maakt, moet de
haard als proef worden geplaatst om te zorgen voor de juiste
positie ten opzichte van de schoorsteen. Zie afb. 1 voor de
minimale afmetingen.
Zorg dat de kachelpijp omhoog wijst in de richting van de
schoorsteen.
Gebruik een kachelpijpbocht met een veegluik, zodat de pijp
kan worden geveegd.
Houd er rekening mee dat de aansluitingen enigszins flexibel
moeten zijn om te voorkomen dat kleine verplaatsingen tijdens
de installatie schade veroorzaken.
De luchtstroom in de schoorsteen; zie «2.0 Technische gegevens»
Als de luchtstroom te sterk is, kunt u een luchtklep installeren
en gebruiken om de luchtstroom te regelen.
Montage van een kachelpijp aan de
bovenkant (afb. 21)
Het product is in de fabriek voorbereid voor een rookafvoer aan
de bovenkant.
(afb. 21 C) op zijn plaats.
1.
Leg bovenplaat
2.
Til met hulp van anderen het bovenrooster
houd het omhoog terwijl de pijp wordt bevestigt.
3.
Steek de kachelpijp door het rooster in de bovenplaat en
plaats hem op de rookafvoerpijp.
4.
Sluit hem goed af met een pakking.
Montage van een schoorsteenpijp aan de
achterkant (afb. 1, 3, 21 en 22)
Het product is in de fabriek voorbereid voor een rookafvoer aan
de bovenkant. Als u de rook wilt afvoeren via de achterkant, volgt
u onderstaande stappen:
1.
Plaats het product in de juiste positie (zie
2.
Voor de verandering naar rookafvoer
achterkant, moet de schoorsteenpijp aan de bovenkant
worden losgeschroefd.
3.
Draai vanuit de verbrandingskamer de schroeven van het
afdekplaatje voor rookafvoer via de achterkant los (afb. 3A).
4.
Bevestig de pakking aan het uiteinde van de kachelpijp
5.
Monteer de rookafvoerpijp
kachelpijp waaraan de pakking is bevestigd.
6.
Bevestig de kachelpijp en de rookafvoerpijp vanuit de
binnenzijde van de verbrandingskamer en draai de kachelpijp
vast met behulp van M8x30 mm schroeven. Bevestig het
afdekplaatje voor de bovenafvoer (afb. 21) met de schroeven
van de rookafvoerpijp.
N.B. Een juiste en luchtdichte aansluiting is van groot belang voor
het goed functioneren van de haard.
NEDERLAND
(afb. 21 A) op en
afb. 1).
(afb. 3B) aan de
(afb. 22 A).
(afb. 22 B) aan het uiteinde van de
53

Hide quick links:

Advertisement

Table of Contents
loading

This manual is also suitable for:

F 374F 375F 376F 372F 373F 379 ... Show all

Table of Contents