D Schoonmaken
A ttentie!
S c h o o n m a k e n
Beschadiging van het apparaat en de uitrustingson-
derdelen vermijden.
Gebruik geen schoonmaak of oplosmiddelen die
■
zand, chloride of zuren bevatten.
Geen schurende of krassende sponsjes gebruiken.
■
Op de metalen oppervlakken kan corrosie ontstaan.
De legplateaus en voorraadvakken mogen niet
■
in de afwasautomaat gereinigd worden.
Ze kunnen vervormen.
Binnenkant van het apparaat reinigen
Ga als volgt te werk:
De stekker uit het stopcontact trekken of de zekering
1.
uitschakelen.
Levensmiddelen verwijderen en op een koele plaats
2.
bewaren.
De koude-accu (indien aanwezig) op de
levensmiddelen leggen.
Het apparaat schoonmaken met een zachte doek en
3.
lauw water met een scheutje pH-neutraal schoon-
maakmiddel.
Attentie!
Het sop mag niet in de verlichting terechtkomen.
Deurafdichting afvegen met schoon water en goed
4.
afdrogen.
Apparaat weer aansluiten, inschakelen en levens-
5.
middelen erin leggen.
Schoonmaken van het interieur
De variabele onderdelen uit het apparaat nemen.
~ "Uitrusting" op pagina 111
Glasplaat scheidingsplaat
Glasplaat demonteren:
Achteraan in de uitsparing grijpen, glasplaat optillen
1.
en helemaal naar achteren schuiven.
Vooraan in de uitsparing grijpen, glasplaat optillen
2.
en eruit nemen.
Glasplaat inbouwen:
Glasplaat op de scheidingsplaat plaatsen en hele-
■
maal naar voren schuiven.
Glasplaat lade
Glasplaat demonteren:
Lade tot aan de aanslag openen en lade eruit
1.
nemen.
Glasplaat vooraan optillen en eruit nemen.
2.
Glasplaat inbouwen:
Glasplaat achteraan op de railgeleiding plaatsen en
■
naar voren kantelen.
Deksel verskoellade
Deksel verwijderen:
Lade tot aan de aanslag openen en lade eruit
1.
nemen.
Deksel vooraan optillen eruit nemen.
2.
Deksel inbouwen:
Van boven in het vak het deksel symmetrisch naar
1.
achteren schuiven en inhangen.
Deksel naar boven drukken en vastklikken.
2.
Schoonmaken
nl
121