Honda GCV145 Owner's Manual page 54

Hide thumbs Also See for GCV145:
Table of Contents

Advertisement

Available languages
  • EN

Available languages

  • ENGLISH, page 1
1. Zet de brandstofkraanhendel in de stand UIT.
Zie Figuur 1, pagina A-2.
2. Verwijder de olievuldop en tap de olie in een geschikte
container af door de motor naar de kant van de olievulnek te
kantelen.
3. Vul met de aanbevolen olie bij en controleer het oliepeil.
ATTENTIE
Als de motor draait met een te laag oliepeil, kan er
motorschade ontstaan. Dit soort schade valt niet onder de
garantie.
Capaciteit motorolie: 0,40 L
4. Breng de olievuldop/peilstok stevig aan.
Was uw handen met water en zeep nadat u met afgewerkte olie in
aanraking bent gekomen.
ATTENTIE
Voer verbruikte motorolie op correcte wijze af, zodat u het milieu
geen schade toebrengt.We raden aan om deze voor verdere
verwerking in een afgesloten verpakking af te leveren bij een
lokaal inzamelstation. Gooi de olie niet weg bij het huisvuil en giet
deze niet op de grond of in het riool.
LUCHTFILTER
Een vervuild luchtfilter belemmert de luchtstroming naar de
carburateur, zodat de motor minder goed presteert. Als u de motor in
een erg stoffige omgeving gebruikt, reinig het luchtfilter dan vaker
dan staat aangegeven in het ONDERHOUDSSCHEMA (zie pagina 3).
ATTENTIE
De motor laten draaien zonder een luchtfilter, of met een
beschadigde luchtfilter, zal ervoor zorgen dat vuil de motor
binnenkomt, wat snelle slijtage van de motor veroorzaakt. Dit
soort schade valt niet onder de garantie.
Inspectie
Verwijder het luchtfilterdeksel en inspecteer het luchtfilterelement.
Reinig of vervang een vervuild luchtfilterelement. Vervang een
beschadigd luchtfilterelement altijd.
Reinigen
Zie Figuur 13, pagina A-4.
1. Verwijder het luchtfilterdeksel door de twee bovenste lippen
boven op het luchtfilterdeksel en de twee onderste lippen los
te haken.
2. Verwijder het element. Controleer het element zorgvuldig op
gaten of scheuren en vervang als er beschadigingen zijn.
3. Het element meerdere malen tegen een hard oppervlak
kloppen om overtollig vuil te verwijderen, of perslucht bij 29
psi (200 kPa) van binnen naar buiten door de filter blazen.
Nooit proberen de filter af te borstelen, omdat anders het vuil
in de vezels gedrukt wordt. Als het element te sterk vervuild is,
dit vervangen.
4. Veeg met een vochtige doek vuil weg aan de binnenkant van
het luchtfilterhuis en het filterdeksel.Wees voorzichtig en
voorkom dat vuil vanuit de luchtbuis in de carburateur dringt.
5. Breng het element en het luchtfilterdeksel aan.
Inspectie van de VLIEGWIELREM (op sommige types)
Controleer de speling van de vliegwielremhendel. Als deze kleiner
is dan 2 mm, neem de motor dan naar een officiële Honda-dealer.
Zie Figuur 12, pagina A-3.
5
BOUGIE
Zie Figuur 14, pagina A-4.
Aanbevolen bougie:
De aanbevolen bougie heeft de correcte warmtegraad voor de
normale bedrijfstemperatuur van de motor.
ATTENTIE
Het gebruik van een verkeerde bougie kan de motor beschadigen.
Als de motor gedraaid heeft, laat deze dan eerst afkoelen voordat
u onderhoud aan de ontstekingsbougie uitvoert.
Voor een goede werking moet de bougie de juiste
elektrodenafstand hebben en mag er geen aanslag aanwezig zijn.
1. Haal de bougiedop los van de bougie en verwijder eventueel
vuil direct rondom de bougie.
2. Verwijder de bougie met de bougiesleutel.
3. Controleer het uiterlijk van de bougie. De bougie weggooien,
wanneer deze zichtbaar afgesleten of de isolator gescheurd of
afgesplinterd is.Wanneer de bougies opnieuw gebruikt dienen
te worden, reinig deze dan met een staalborstel.
4. Meet de elektrodenafstand van de bougie met een voelermaat.
Corrigeer zo nodig door de zijelektrode te verbuigen.
De elektrodenafstand moet zijn:
0,7 – 0,8 mm
5. Overtuig U ervan, dat de dichtingsring in goede staat is, dan de
bougie met de hand indraaien, om te vermijden dat de draad
verkeerd ingeschroefd wordt.
6. Trek de bougie nadat deze aanligt nog iets na met een
bougiesleutel om de ring samen te drukken.
Bij het installeren van een nieuwe bougie moet deze nadat hij
aanligt nog 1/2 slag extra worden aangedraaid om de ring vast
te zetten.
Bij het opnieuw installeren van een oude bougie moet deze
nadat hij aanligt nog een 1/8–1/4 slag extra worden
aangedraaid om de ring samen te drukken.
AANHAALMOMENT: 20 N∙m (2,0 kgf∙m, 15 lbf∙ft)
ATTENTIE
Door een losse bougie kan de motor oververhit raken en
schade oplopen. Door de bougie te strak aan te draaien, kan de
schroefdraad in de cilinderkop worden beschadigd.
7. Bevestig de bougiedop op de bougie.
VONKENVANGER (sommige uitvoeringen)
In sommige landen is het gebruik van een motor zonder
vonkenvanger wettelijk niet toegestaan. Neem alle plaatselijke
voorschriften en wetgeving in acht. Een vonkenvanger is verkrijgbaar
bij een erkende Honda onderhoudsdealer.
De vonkenvanger heeft na elke 100 uur onderhoud nodig om zijn
werking te behouden.
Als de motor gedraaid heeft, is de uitlaatdemper heet geworden.
Laat deze dan afkoelen voordat u onderhoud aan de
vonkenvanger verricht.
Verwijderen van vonkenvanger
Zie Figuur 15, pagina A-4, Figuur 16, pagina A-4 en Figuur 17,
pagina A-5.
1. Verwijder de schroef en de moerclip.
2. Verwijder de dop van de brandstoftank.
3. Verwijder de bovenkap door de vier lipjes van de bovenkap af te
haken.
NEDERLANDS
BPR5ES (NGK)

Hide quick links:

Advertisement

Table of Contents
loading

This manual is also suitable for:

Gcv200Gcv170

Table of Contents