Ahlborn HYMNUS IV Owner's Manual page 67

AHLBORN - HYMNUS IV
AHLBORN KLASSIEK ORGEL
MODEL "HYMNUS IV"
VOORWOORD
Dit instrument is ontwikkeld en gebouwd met de meest moderne SWP (Sampled Wave Processing)
technologie, met als doel om het traditionele pijporgel zo natuurgetrouw mogelijk weer te geven.
De HYMNUS IV geeft zeer natuurlijke pijporgelklanken weer, waarbij ieder afzonderlijk register
en daarbij alle tonen automatisch links en rechts worden weergegeven (C-cis lade) zoals bij de
traditionele pijporgels.
Een speciaal bijgeleverde afstandsbediening (INTERACTIVE PROGRAMMER), geeft de or-
ganist de mogelijkheid om het instrument, afhankelijk van de ruimte en persoonlijke smaak, te
intoneren. De Hymnus IV is tevens uitgerust met een 4-sporen Sequencer en als optie met een Floppy
Disk Drive (voor Benelux standaard!).
Een speciale handleiding over de afstandsbediening (Interactive Programmer) geeft inzicht in alle
functies die hiermee geregeld kunnen worden.
De indeling van de speeltafel, de posities van de registerschakelaars, de registerbenamingen, de
speelaard van de manualen en pedaal komen exact overeen met de meest moderne en voornaamste
pijporgels van deze tijd. De organist die bekend is met het pijporgel, zal het timbre en de dynamiek
die de Hymnus biedt bij de vele muziekstijlen, op de juiste waarde weten in te schatten en
appreciëren.
De volgende algemene instructies zijn als voorbeelden bedoeld, temeer ondat de kunst van het
registreren nauw samenhangt met de persoonlijke smaak/voorkeur en akoestische invloeden.
REGISTERS
De diverse schakelaars zijn boven het Zwelwerkmanuaal gesitueerd en zijn onder te verdelen in
aparte secties. Van links naar rechts: PEDAAL, HOOFDWERK I (manuaal I) en ZWELWERK
(manuaal II).
De registerschakelaars zijn voorzien van een ingebouwde LED; wanneer op het onderste gedeelte
wordt gedrukt, dan wordt het betreffende register ingeschakeld en zal het LED gaan "oplichten".
Wanneer ditzelfde register wederom wordt ingedrukt, wordt het register uitgeschakeld (het LED gaat
uit).
Dit systeem geeft duidelijk aan welke registers zijn ingeschakeld, ook wanneer we gebruik maken
van geprogrammeerde geheugencombinaties (=Setzers).
De registerschakelaars zijn boven de registeraanduiding genummerd van 1 t/m 31. Hierdoor kan snel
en eenvoudig en registratie worden opgeschreven. De registernaam wordt aangeduid in het midden
van de registerschakelaars tesamen met het aantal "koren" waaruit het register is opgebouwd. De
onderste helft van de registerschakelaar geeft de toonhoogte aan (z.g. voetmaten). Voor iedere sectie
geldt dat ze zijn gerangschikt van de laagste naar de hoogste voetmaten. Wanneer twee registers
dezelfde voetmaat bezitten worden ze gerangschikt naar z.g. registerfamilies waartoe zij behoren:
Prestanten,Fluiten en Gedekten, Strijkers, Mixturen, Zwevende Registers en Tongwerken.
Deze laatste groep is uiterst rechts van iedere sectie ingedeeld, vóór de koppels en hun register-
benamingen zijn in rood gedrukt.
1