Het Menu Start Van Windows Gebruiken; De Knop Standby Op Het Toetsenbord Gebruiken; De Aan/Uit-Knop Gebruiken - IBM NetVista X40 Handboek Voor De Gebruiker

Het menu Start van Windows gebruiken

Voer de volgende stappen uit om de computer in de spaarstand Standby te zet-
ten via het menu Start van Windows:
1. Klik op Start op het bureaublad van Windows.
2. Klik op Systeem afsluiten.
3. Klik op De computer in stand-by-modus zetten.
4. Klik op OK.

De knop Standby op het toetsenbord gebruiken

Als u een Rapid Access-toetsenbord gebruikt, kunt u de computer in de spaar-
stand Standby zetten door op de knop Standby aan de bovenkant van het
toetsenbord te drukken. Het lampje van de knop Standby gaat branden als het
beeldscherm in een spaarstand staat.
Voer een van de volgende bewerkingen uit om de computer uit de spaarstand
Standby te halen:
v Druk op een willekeurige toets op het toetsenbord.
v Druk op een van de muisknoppen.
v Druk op de aan/uit-knop van de computer en houd deze knop korter dan
vier seconden ingedrukt.

De aan/uit-knop gebruiken

In Windows kunt u de aan/uit-knop van de computer op twee werkstanden
instellen: Afsluiten of Standby.
v Als de aan/uit-knop is ingesteld op Standby, wordt de computer in de
spaarstand Standby gezet als u de knop korter dan vier seconden houdt
ingedrukt terwijl de computer aanstaat. U kunt de computer uit de spaar-
stand Standby halen door op een willekeurige toets op het toetsenbord of op
een van de muisknoppen te drukken. De computer wordt eveneens uit de
spaarstand Standby gehaald bij een binnenkomende modemoproep.
v Als de aan/uit-knop is ingesteld op Afsluiten, wordt de computer uit- of
ingeschakeld wanneer u op de knop drukt, ongeacht hoe lang u de knop
ingedrukt houdt.
De computer wordt dan niet volgens de juiste procedure afgesloten. De
aan/uit-knop is standaard ingesteld op Afsluiten. Voer de volgende stappen uit
om de instelling van de aan/uit-knop te wijzigen:
1. Klik op Start op het bureaublad van Windows.
2. Selecteer Instellingen en klik op Configuratiescherm.
3. Dubbelklik op Energiebeheer. Het venster Eigenschappen van Energie-
beheer wordt geopend.
4. Klik op Geavanceerd.
26
Handboek voor de gebruiker