Hoofdstuk 2. De computer installeren
Opmerking: Mogelijk beschikt uw computer niet over alle in dit hoofdstuk
beschreven aansluitingen.
Installeer de computer aan de hand van de volgende gegevens. De kleine sym-
bolen op de achterkant van de computer geven aan waarvoor de aansluitingen
worden gebruikt.
Als de kabels van de computer voorzien zijn van een kleurcode, zorgt u dat
het kabeleinde van een bepaalde kleur in de aansluiting met dezelfde kleur
wordt geplaatst. Een blauw kabeleinde hoort bijvoorbeeld in een blauwe aan-
sluiting.
1. Controleer of de voltageschakelaar op de achterkant van de computer in
de juiste stand staat. Wijzig de stand van de schakelaar indien nodig met
behulp van een pen.
v Als het voltage van het lichtnet tussen 90 en 137 volt wisselstroom ligt,
stelt u de schakelaar in op 115 V.
v Als het voltage van het lichtnet tussen 180 en 265 volt wisselstroom ligt,
stelt u de schakelaar in op 230 V.
2. De toetsenbordkabel heeft een standaard toetsenbordaansluiting 1 of een
USB-aansluiting (Universal Serial Bus) 2 . Sluit de toetsenbordkabel aan
op de juiste toetsenbordaansluiting.
3. De muiskabel heeft een standaard muisaansluiting 1 of een USB-aanslui-
ting (Universal Serial Bus) 2 . Sluit de muiskabel aan op de juiste
© Copyright IBM Corp. 2001
5