Eerste Ingebruikname - Duracraft DD-TEC10E Instruction Manual

Hide thumbs Also See for DD-TEC10E:
Table of Contents

Advertisement

Available languages
  • EN

Available languages

  • ENGLISH, page 1
NEDERLANDS
14 Kabelhouder
15 Watertank ca. 2,9 liter
16 Opening voor waterafvoerslang
17 Wateraansluiting
18 Indicator waterniveau
19 Vlotter
20 Luchtfilter

EERSTE INGEBRUIKNAME

1. Lees voor ingebruikname van de luchtontvochtiger alle
instructies door.
2. Pak de luchtontvochtiger uit, verwijder het verpakkings-
materiaal en verwijder het volgens de milieurichtlijnen.
3. Plaats de luchtontvochtiger op een effen, stabiel,
waterongevoelig oppervlak. Water kan meubels en vloer-
bedekkingen beschadigen of een brand of een elektrische
schok veroorzaken. Zorg ervoor dat de luchtontvochtiger
stevig staat, zodat hij niet kan omvallen of ergens vanaf
kan vallen. Neem de veiligheidsafstanden in acht zoals
genoemd onder "Belangrijke veiligheidsaanwijzingen",
punt 10.
WATER AFVOEREN
Met de luchtontvochtiger kunt u water op twee manieren
afvoeren: OPMERKING: Het opgevangen condenswater
mag niet meer worden gebruikt.
Watertank 2,9 liter
1. Als de watertank (15) vol is, knippert de LED (7). Het
ontvochtigingsbedrijf wordt automatisch stopgezet.
2. Wacht ca. 30 minuten, voordat u de watertank (15) ver-
wijdert, zodat het resterende water in de watertank kan uit-
druppen. Verwijder de watertank niet als de luchtontvoch-
tiger in gebruik is of zojuist is uitgeschakeld.
3. Grijp in de uitsparingen aan de zijkant van de watertank
(15) en trek de tank met beide handen voorzichtig uit het
apparaat. Op de display (5) verschijnt "P2".
4. Leeg de tank alleen via de kant tegenover de vlotter (19).
5. Schuif de watertank (15) met beide handen terug in de
uitgangspositie, totdat deze hoorbaar vastklikt. De LED (7)
gaat uit. Op de display (5) verschijnt de relatieve lucht-
vochtigheid.
6. Als de LED (7) niet uitgaat, trekt u de watertank (15)
weer uit het apparaat.
7. Controleer of de vlotter (19) op de juiste manier is
geïnstalleerd. De vlotter mag niet worden verwijderd,
omdat anders de automatische onderbreking van de ont-
vochtiging niet kan worden gewaarborgd. Overlopend
water kan voorwerpen en vloerbedekkingen beschadigen
of een elektrische schok veroorzaken.
8. Plaats de watertank (15) opnieuw terug zoals beschre-
ven onder punt 5.
Permanente waterafvoer
Wanneer u een permanente waterafvoer wilt installeren,
gaat u als volgt te werk. Opmerking: Het ontvochtigingsbe-
drijf wordt bij deze vorm van de waterafvoer niet onderbro-
ken.
1. Zorg ervoor dat de luchtontvochtiger uitgeschakeld is.
Trek de netstekker uit de contactdoos.
2. Verwijder met een nijptang of soortgelijk gereedschap
voorzichtig de afdekking van de opening (16) aan de ach-
terkant van het apparaat. (Afb. 1)
3. Verwijder de watertank (15). Schuif een waterslang
(binnendiameter 16 mm) door de opening (16) en geleid
de slang naar binnen. Duw de slang vast op de wateraans-
luiting (17) in het apparaat. Controleer of de waterslang
goed op de wateraansluiting is aangesloten en niet los kan
raken. (Afb. 2)
4. Plaats de slang direct in een waterafvoer. Zorg ervoor
dat de waterslang over de hele lengte afloopt, niet geknikt
is, niet in de knoop ligt of verstopt is, zodat het water veilig
en ongehinderd kan aflopen. Controleer regelmatig of de
waterslang nog goed vastzit en niet lekt.
5. Schuif de watertank (15) met beide handen in de uit-
gangspositie, totdat deze hoorbaar vastklikt.
GEBRUIKSAANWIJZING
1. Stop de netstekker in de contactdoos. Raak de netkabel
niet met natte handen aan. De bedrijfs-LED knippert.
2. Controleer of de luchtinlaat- en uitlaatopeningen (9+10)
open zijn. De luchtinlaat- en uitlaatopeningen moeten tij-
dens het ontvochtigingsbedrijf altijd open zijn.
3. Druk op de bedrijfstoets (2) om de luchtontvochtiger in
gebruik te nemen. De bedrijfs-LED (6) gaat branden. Op de
display verschijnt het relatieve luchtvochtigheidspercenta-
ge dat werkelijk in de ruimte aanwezig is.
4. De luchtontvochtiger is af fabriek ingesteld op een
relatieve luchtvochtigheid van 60 %. Om het relatieve lucht-
vochtigheidspercentage te verlagen, drukt u op de toets
(4); om de waarde te verhogen drukt u op de toets
(4). U kunt kiezen tussen 35 – 80 % RH.
5. Als de luchtontvochtiger de geprogrammeerde lucht-
vochtigheid heeft bereikt, wordt het ontvochtigingsbedrijf
onderbroken. Het apparaat begint pas weer te werken als
de relatieve luchtvochtigheid in de ruimte boven de gepro-
grammeerde waarde is gestegen.
30

Hide quick links:

Advertisement

Table of Contents
loading

Table of Contents