Murray 6210701X54N Instruction Book page 57

Hoe de vijzelbedieningskabel afstellen
De vijzelbedieningskabel is af fabrief afgesteld.
Tijdens normaal gebruik kan de
vijzelbedieningskabel uitrekken en dan zal de
vijzelaandrijvingshendel de vijzel niet meer zoals
het hoort in-- en uitschakelen.
1. (Figuur 12) Draai de moer (1) los waarmee
de kabelspanveer (2) vastzit.
2. Schuif de kabelspanveer (2) naar de
achterzijde van het toestel totdat de kabel
strak gespannen is.
OPMERKING: De vijzelbedieningskabel is
correct afgesteld wanneer de vrije kabel
strak gespannen is en er geen spanning
op de spanrolarm zit.
3. Draai de moer (1) vast waarmee de
kabelspanveer (2) vastzit.
Indien de riem uitgerekt is, beweegt u het
uiteinde van de vijzelbedieningskabel naar het
buitenste gat als volgt:
1. (Figuur 12) Draai de moer (1) los waarmee
de kabelspanveer (2) vastzit.
2. Beweeg de kabelspanveer (2) naar de
voorzijde van het toestel zodat de kabel
maximaal ontspannen wordt.
3. (Figuur 11) Verwijder het bovenste uiteinde
van de vijzelbedieningskabel (3) uit de
vijzelaandrijvingshendel (4).
4. Monteer de vijzelbedieningskabel (3) in het
gat getoond in Figuur 11.
5. (Figuur 12) Schuif de kabelspanveer (2)
naar de achterzijde van het toestel totdat de
kabel strak zit.
OPMERKING: De vijzelbedieningskabel
(3) is correct afgesteld wanneer de vrije
kabel strak gespannen is en er geen
spanning op de spanrolarm zit.
6. Draai de moer (1) vast waarmee de
kabelspanveer (2) vastzit.
7. Start de sneeuwblazer om de afstelling te
controleren. Zorg dat de vijzel niet rond
draait wanneer de vijzelaandrijvingshendel
wordt los gelaten.
Hoe de afdekkap verwijderen
(Figuur 10)
Er zijn geen afstellingen onder de afdekkap (1).
Om het motorkoelsysteem schoon te maken,
dient u de navolgende stappen te volgen om de
afdekkap (1) te verwijderen.
1. Verwijder schroeven (2) die de
stanghouderklem aan de afdekkap (1)
bevestigen. Draai de
krukmechanismestang (3) omhoog en leg
ze op het toestel.
2. Verwijder schroeven (4).
3. Verwijder borgschroeven (5).
4. Verwijder de afdekking (1).
5. Om de afdekkap (1), terug te plaatsen, gaat
u in omgekeerde volgorde te werk.
Hoe de riemafdekking te verwijderen
(Figuur 9)
1. Verwijder de schroeven (1) en moeren (2)
uit de riemafdekking (3).
2. Verwijder borgschroef (4) aan de
achterzijde van de riemafdekking (3).
3. Verwijder de riemafdekking (3) van het
toestel.
1741413
4. Om de riemafdekking (3), terug te plaatsen,
gaat u in omgekeerde volgorde te werk.
OPMERKING: In de riemafdekking (3) zijn
riemgeleidingen gegoten aan de binnenzijde
van de riemafdekking (3). Wanneer u de
riemafdekking (3) monteert, dient u de
vijzelaandrijvingshendel in te schakelen om
de riem tegen de riemschijf te spannen.
Hierdoor zal gepaste speling ontstaan voor
de riemgeleiders bij het monteren van de
riemafdekking (3).
Hoe de vijzelaandrijfriem vervangen
De aandrijfriem heeft een speciale constructie
en moet worden vervangen door een riem van
het originele merk verkrijgbaar bij het
dichtstbijzijnde erkende servicecentrum.
Indien de vijzelaandrijfriem beschadigd is, zal de
sneeuwblazer de sneeuw niet opruimen en niet
vooruit bewegen. Vervang de beschadigde riem
als volgt:
1. Maak de bougiekabel los.
2. Verwijder de riemafdekking. Zie "Hoe de
riemafdekking verwijderen".
3. Merk het loopspoor van de
vijzelaandrijfriem (1). Hiervoor is een
diagramsticker voorzien.
4. (Figuur 14) Verwijder de
riemgeleiderschroef (2) en de riemgeleider
(3). Om de riemgeleider (3) te verwijderen,
draait u de riemgeleider (3) naar beneden.
5. (Figuur 15) Verwijder de spanrolschroef (4)
en spanrolschijf (5) uit de spanrolarm (6).
6. (Figuur 16) Verwijder de vijzelaandrijfriem
(1) van de motorriemschijf en trek door
zijkant van motorkast.
7. (Figuur 17) Om de vijzelaandrijfriem (1) te
verwijderen van het schoepenwiel (7),
beweegt u de spanrolschroefarm naar de
ingeschakelde positie. Hierdoor ontstaat een
speling (8) tussen het schoepenwiel (7) en
de remarm (9) om de vijzelaandrijfriem te
verwijderen.
8. Om een nieuwe vijzelaandrijfriem (1) te
installeren, gaat u in omgekeerde volgorde te
werk.
9. Controle van de afstelling van de
vijzelaandrijfkabel. Zie "Afstelling van de
vijzelbedieningskabel".
Hoe de vijzel te verwijderen
1. Verwijder de riemafdekking. Zie "Hoe de
riemafdekking verwijderen".
2. Verwijder de vijzelaandrijfriem. Zie "Hoe de
vijzelaandrijfriem vervangen".
3. (Figuur 18) Verwijder de vijzelriemschijf (1)
van de vijzelas (schroefdraad is links; in
wijzerzin draaien om te verwijderen).
4. Om te zorgen dat de vijzel (6) niet rond
draait, plaatst u een 5 x 10 cm houten blok
aan de middelste schoep (3) om de vijzel
(6) te borgen.
5. Verwijder bouten (4), moerplaatjes (5), en
moeren (2) van de voorzijde van rechter
afdekkap (7).
6. Verwijder schroef (8) aan achterzijde van
rechter afdekkap (7).
7. Verwijder bouten (9) en moeren (10).
8. (Figuur 19) Schuif de vijzel (6) naar buiten
aan de rechter zijde van de vijzelbehuizing
(11).
57
9. Schuif de vijzel (6) uit de lager aan de linker
zijde van de vijzelbehuizing (11).
10. Om de vijzel (6), terug te plaatsen, gaat u in
omgekeerde volgorde te werk.
Smering
Hoe de motorolie te controleren (Figuur 3)
Controleer het oliepeil vooraleer de motor te
starten en telkens na acht (8) uren continu
gebruik.
1. Zorg dat het toestel vlak staat.
2. Verwijder de olievuldop/peilstok (1) en vul
het motorcarter tot aan het "FULL" (VOL)
merkteken op de peilstok. NIET te veel olie
bijvullen.
3. Draai de olievuldop/peilstok (1) stevig vast
telkens u het oliepeil controleert.
OPMERKING: Synthetische olie kan helpen
tijdens het starten bij extreem koude
temperaturen. Synthetische 5W30 is geschikt
voor alle temperaturen. GEEN olie met
benzine mengen.
Hoe de motorolie te vervangen
Vervang de motorolie alle vijftig (50) uren of
tenminste eens per jaar indien de sneeuwblazer
niet gebruikt wordt gedurende vijftig (50) uren.
Om de motorolie te vervangen, moet de motor
naar voor worden gekanteld en de olie worden
afgelaten uit de olievulbuis. Olie vervangen
wanneer de motor warm is.
1. (Figuur 5) Hef de achterzijde van de
sneeuwblazer omhoog en kantel het toestel
vooruit. In de correcte positie, zal de
sneeuwblazer rusten op de voorzijde van de
vijzelbehuizing.
2. Plaats een olieaflaatkom (1) onder de
olievulbuis (2).
3. Verwijder voorzichtig de olievuldop/peilstok.
De olie zal in de olieaflaatkom (2) beginnen
te stromen.
4. Wanneer alle olie uit de motor is afgelaten,
plaatst u de sneeuwblazer overeind in de
werkstand.
5. (Figuur 3) Vul de motor met S.A.E. 5W30
olie. Zorg dat de olie tot aan het
FULL--merkteken op de olievuldop/peilstok
komt. NIET TE VEEL OLIE BIJVULLEN.
OPMERKING: Synthetische olie kan helpen
tijdens het starten bij extreem koude
temperaturen. Synthetische 5W30 is geschikt
voor alle temperaturen. GEEN olie met
benzine mengen.
Hoe de bougie te vervangen (Figuur 20)
OPMERKING: Dit bougiesysteem is conform
met alle vereisten van de Canadese
Richtlijnen i.v.m. Interferentieveroorzakende
Uitrusting.
OPMERKING: Deze motor is conform met
alle restricties van Australië en
Nieuw- -Zeeland betreffende
elektromagnetische interferentie.
Controleer de bougie (1) alle vijfentwintig (25)
uren. Vervang de bougie (1) indien de
elektroden putjes vertonen of ingebrand zijn,
indien het porselein gebarsten is, of alle 100
gebruiksuren.
nl